Afstudeeronderzoek over hoe de sociaal agoog in interactie met de boer de sociale zelfredzaamheid van (Dak- en thuisloze) cliënten met EPA die wonen en werken binnen zorgboerderijen N. kan vergroten
Afstudeeronderzoek over hoe de sociaal agoog in interactie met de boer de sociale zelfredzaamheid van (Dak- en thuisloze) cliënten met EPA die wonen en werken binnen zorgboerderijen N. kan vergroten
Samenvatting
Met de komst van de participatiewet kunnen burgers minder terugvallen op professionals van het sociale domein en de overheid. Er moet meer vertrouwen komen in de eigen kracht van de burger en beter voor elkaar gezorgd worden en de sociale zelfredzaamheid kan dankzij sociale verbanden groeien (Omlo, Bool, & Rensen, 2013). Verschoor (2015) benoemt dat de maatschappij moet accepteren dat sommige kwetsbare mensen voor een beperkte tijd of altijd, geen familie of netwerk hebben met belangrijke anderen waar zij op terug kunnen vallen. Professionele zorg is bij deze mensen altijd nodig, terwijl zij geen recht meer hebben op zorg. Dit geldt ook voor dak- en thuisloze cliënten met Ernstig Psychiatrische Aandoeningen (EPA) die wonen en werken binnen zorgboerderijen vanuit organisatie N. binnen de GGZ-verslavingszorg. Deze cliënten hebben begeleiding nodig en worden daartoe ambulant bezocht door sociaal agogen die in interactie met de boer deze doelgroep begeleiden.
Het doel van dit onderzoek is om kennis en inzichten te vergaren over hoe de sociaal agoog in interactie met de boer werkzaam binnen organisatie N., cliënten met EPA kan begeleiden bij het vergroten van hun sociale zelfredzaamheid, zodat deze cliënten een goede kans maken om na de trajecten wonen/werken op zorgboerderijen van organisatie N. duurzaam te kunnen functioneren in de maatschappij.
Om de hoofdvraag te beantwoorden is kwalitatief onderzoek gedaan. Door middel van het bestuderen van literatuur is onderzoek gedaan naar theorieën en methodes die in verband staan met het vergroten van de sociale zelfredzaamheid, door sociaal agogen in interactie met de boer binnen zorgboerderijen. Deze theorieën vormden de basis om de huidige situatie te onderzoeken en te kijken wat in de praktijk nodig is. Ten behoeve van dit onderzoek zijn vier sociaal agogen, twee boeren en drie cliënten geïnterviewd. De resultaten van de gehouden interviews vormden de basis om antwoord te geven op de deelvragen en vervolgens op de hoofdvraag.
Aan de hand van de antwoorden op de deelvragen kan geconcludeerd worden dat de sociaal agoog in interactie met de boer de sociale zelfredzaamheid van cliënten na plaatsing binnen het traject wonen en werken op de zorgboerderij van organisatie N. de sociale zelfredzaamheid kan vergoten: door cliënten vanuit een herstel ondersteunende, presente en oplossingsgerichte houding te begeleiden in het inzetten en gebruik maken van hun eigen kracht en mogelijkheden binnen het wonen en werken binnen de zorgboerderij (ZB), om na één jaar, succesvol uit te kunnen stromen naar het zelfstandig of begeleid wonen binnen de samenleving of naar een vervolgtraject. De literatuur sluit hier passend bij aan. Zo stellen Korevaar en Droes (2016b, p. 36) dat herstellen een proces is van het ontdekken en gebruiken van eigen kracht en mogelijkheden (Korevaar & Droes, 2016b, p. 36).
Daarbij is het belangrijk dat nazorg verleend wordt, nadat de cliënt is uitgestroomd, om zo terugval zoveel mogelijk te beperken en herankering in de samenleving mogelijk te maken. Dit sluit aan bij de gedachtegang van Van Regenmortel, Demeyer, Vandenbempt en Van Damme (2006, p. 111). Vanuit deze conclusie zijn aanbevelingen opgesteld voor de sociaal agogen/ boeren/cliënten werkzaam, wonen/werken binnen N.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Datum | 2021-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |