Muziektherapie bij jongeren met LVB en onveilige hechting
Een onderzoek naar interventies en werkvormen die in de praktijk worden ingezet binnen de muziektherapie bij jongeren (12 t/m 18 Jaar) met een licht verstandelijke beperking in combinatie met onveilige hechtingMuziektherapie bij jongeren met LVB en onveilige hechting
Een onderzoek naar interventies en werkvormen die in de praktijk worden ingezet binnen de muziektherapie bij jongeren (12 t/m 18 Jaar) met een licht verstandelijke beperking in combinatie met onveilige hechtingSamenvatting
In deze scriptie is er een onderzoek gedaan naar hechtingsproblematieken bij jongeren tussen de 12 en 18 jaar oud met een licht verstandelijke beperking. Daarnaast is er gekeken naar het ontstaan van hechting bij mensen met een licht verstandelijke beperking en wat voor invloed dat heeft op de psychische ontwikkeling. De reden voor het uitvoeren van dit onderzoek is dat ik beter in kaart wil brengen welke interventies en/of werkvormen tijdens de therapie door muziektherapeuten gebruikt kunnen worden. Er is tot op heden te weinig onderzoek gedaan naar wat er ingezet wordt door de therapeuten bij deze doelgroep. Omdat vaktherapeuten zich meer moeten verantwoorden, het juist van belang deze interventies en/of werkvormen te onderbouwen. In dit onderzoek is hier een start mee gemaakt door de vraag te stellen: Welke muziektherapeutische interventies en/of werkvormen zijn het meest passend bij jongeren (12 t/m 18) met een licht verstandelijke beperking en met een onveilige hechting? Hierbij heb ik ook de vraag gesteld, wat houdt hechting in bij mensen met een licht verstandelijke beperking en wat is er in de theorie en praktijk bekend over interventies en/of werkvormen die ingezet worden bij deze doelgroep.
Om dit te onderzoeken is er een literatuurstudie gedaan en zijn verschillende professionals uit het werkveld geïnterviewd. Er is tijdens deze interviews gevraagd naar wat ze precies doen in een therapiesessie en waarom ze juist daarvoor inzetten. Veel therapeuten geven hierbij aan dat ze regelmatig veel gebruik maken van onder andere improvisatie en dat ze juist dit inzetten door hun verworven kennis door de jaren heen. Bij de literatuurstudie is er gezocht naar literatuur waarin werkvormen en/of interventies omschreven worden die ingezet worden bij jongeren met een licht verstandelijke beperking. Ook uit de literatuur blijkt dat improvisatie het meest wordt ingezet tijdens de muziektherapie.
Tijdens het onderzoek worden ook verschillende psychologische interventies genoemd door de therapeuten en overeenkomend was dat er zowel door de therapeuten als in de literatuur veelvoudig een vorm van CGT genoemd wordt. Dit is afgestemd op het cognitieve vermogen van de cliënt.
Concluderend kan gezegd worden dat er veel verschillende werkvormen en/of interventies zijn die ingezet kunnen worden bij jongeren met een licht verstandelijke beperking die zowel in de praktijk als in de literatuur genoemd worden. Maar het belangrijkste is dat deze werkvormen en/of interventies altijd afgestemd moeten zijn op de cliënt.
Organisatie | HAN University of Applied Sciences |
Opleiding | Vaktherapie |
Afdeling | Academie Gezondheid en Vitaliteit |
Partner | Pluryn |
Datum | 2016-05-30 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |