Samenvatting

De beweeglabs/trefpunten zijn onderdeel van het Haags Sportkwartier en één van de projecten die tot stand is gekomen door de financiële impuls vanuit de Regiodeal Den Haag Zuidwest. Deze Regiodeal is in het leven geroepen om de kracht van de regio te versterken, omdat er multi-problematiek heerst. Sinds de start van de Regiodeal zijn er projecten opgestart, maar ook weer beëindigd. Er was geen overzicht met betrekking tot deze projecten. Dit kan voor overlap zorgen op het gebied van de wijk, thema, doelgroep, hoofddoel en werkwijze. Het onderzoek richt zich op wat het effect hiervan is in de regio met de bijbehorende wijken en de bewoners. De elementen looptijd, afwikkeling en de mate van burgerparticipatie worden ook onderzocht. Deze factoren hebben namelijk effect op het projectenlandschap en de bewoners.
Dit onderzoek heeft als doel een overzicht te creëren van de actieve projecten in de regio Den Haag Zuidwest binnen het sociaal domein. De centrale onderzoeksvraag die behandeld wordt is: Hoe ziet het projectenlandschap in het sociale domein eruit binnen de regio Den Haag Zuidwest en wat betekent dit voor de bewoners? De methodiek bestaat uit deskresearch en fieldresearch. Voor de deskresearch is gebruik gemaakt van gemeentelijke internetbronnen, rapporten en nieuwsbrieven omtrent de Regiodeal en persoonlijke communicatie. De fieldresearch bestond uit een online enquête, waarvan de vragen gebaseerd waren op het theoretisch kader en de literatuur. Voor het analyseren van de data is gebruik gemaakt van een matrix, Microsoft Excel en een codeboek. De resultaten van het onderzoek tonen aan, dat de projecten zich individueel kunnen richten op meerdere wijken, doelgroepen en thema’s. De wijk Moerwijk bevat de grootste concentratie projecten. Voor de doelgroepen blijkt uit het onderzoek dat de projecten zich het meest richten op volwassenen. Met betrekking tot de thema’s zijn participatie, sociale cohesie en ontmoeten de top 3 van meest behandelde thema’s. Er zijn op het gebied van hoofddoelen overeenkomsten te vinden tussen de projecten, terwijl de werkwijze zeer specifiek is. Bij de burgerparticipatie is te zien, dat vooral wordt ingezet op coproduceren en raadplegen. Tevens toont het onderzoek aan, dat de looptijd van projecten voornamelijk 2 tot 3 jaar is en dat er bij de afwikkeling van de projecten vooral gezocht wordt naar continuering in diverse vormen. Van deze vormen zijn de overdacht aan de burgers, met professionele ondersteuning, en de opname van het project als vast aanbod binnen een maatschappelijke organisatie het meest genoemd. Er kan geconcludeerd worden dat het projectenlandschap gekenmerkt wordt door een versnippering van projecten die hulp- en dienstverlening verzorgen aan mensen met meerdere problemen. De aanwezige overlap en concurrentie op de aangetoonde gebieden, in combinatie met overeenkomsten op basis van hoofddoel, zorgt ervoor dat de bewoners veel benaderd worden. Met de mate van burgerparticipatie meegerekend betekent dit ook dat dit een belasting kan vormen voor de bewoners.
Coördinatie, afstemming, samenwerking en continuering zijn wenselijk. De beperkingen van het onderzoek richten zich op de dataverzameling, met name het verzamelen van
contactgegevens en de response op de enquête. Hierdoor hebben slechts 23 van de 41 projecten meegedaan aan het onderzoek. Voor een vervolgonderzoek wordt geadviseerd om te achterhalen of er samenwerkingen mogelijk zijn tussen projecten. De belangrijkste aanbevelingen zijn algemeen gericht op de afstemming en het samenvoegen van projecten op voorhand. Ook het verlengen van de looptijd van projecten met minimaal 2 jaar wordt aanbevolen. Belangrijke aanbevelingen specifiek voor de living labs zijn: het beperken van de beweeglabs/trefpunten tot de wijken Bouwlust, Vrederust en Morgenstond. Het focussen op de doelgroepen kinderen en/of ouderen én het voeren van drie kwalitatieve gesprekken met andere projecten.