Ontwerp van een truck- en treinlaadarmenlijn, waarbij standaardisatie en flexibiliteit in het ontwerp gepaard gaan.
Ontwerp van een truck- en treinlaadarmenlijn, waarbij standaardisatie en flexibiliteit in het ontwerp gepaard gaan.
Samenvatting
Dit verslag beschrijft de standaardisatie en het ontwerpproces van een truck- of treinlaadarm ten behoeve van de verlading van een tanktrailer en spoorketelwagon. De laadarmen voor de verlading bestaan er in verschillende configuraties. Het standaardisatieproces eist dat de componenten gemakkelijk te hergebruiken zijn voor de verschillende configuraties.
Door voorverkenning zijn verschillende opbouw mogelijkheden voor een laadarm naar voren gekomen. Vele laadarmen zijn terug gedrongen naar 4 verschillende hoofdtypen, de 4 configuraties. Bij deze 4 typen is gekeken welke overeenkomsten er zijn en naar de mogelijkheden voor standaardisatie. De laadarmen kunnen uitgevoerd worden met verschillende opties die bepaald worden door verschillende overwegingen.
Het fluïdum wat door de laadarm geleid wordt kan uit vele chemische samenstellingen bestaan. De stoffen kunnen erg toxisch en agressief zijn. Aan laadarmen worden hierdoor vele veiligheidseisen gesteld. Verschillende normen en richtlijn zijn geldend.
De laadarmen worden opgedeeld in modules, van deze modules zullen de verschillende configuraties opgebouwd worden. De opbouw van de arm bestaat uit 3 verschillende armen, bochten&Flow Joint combinaties en een balanceersysteem. De verschillende configuraties zijn in vereenvoudigde tekeningen weergegeven, hierdoor ontstaat een grafisch beeld van de opbouw van de armen. Het fluïdum schrijft het materiaalgebruik voor het leidingwerk voor. Het gebruik van standaardmaterialen komt in dit verslag naar voren. De samenstelling en de mechanische eigenschappen van de materialen wordt vergeleken voor verschillende normeringen. Naast de materiaalnormeringen bestaan er ook constructienormeringen. De constructienormen onderscheiden zich van elkaar door geometrische verschillen. Het gebruik van de verschillende normeringen wordt besproken.
In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de sterkteberekeningen, in dit hoofdstuk komt de beoordeling van de verschillende laadarmen aanbod. De mogelijk optredende belastingen en de verschillende belastingsstanden worden onder andere besproken. De keuze voor de ontwerpspanning hangt af van de belastingcombinatie. De hoofdonderdelen, de onderdelen die in de opbouw van alle laadarmen gebruikt worden, zijn berekend op de maximale belasting door een moment. De uitkomsten van de hoofdonderdelen worden met elkaar vergeleken. De bochten in het leidingwerk kunnen het slechts tegen een belasting door een moment.
De mogelijk gewichten van de hoofdonderdelen zijn bepaald, grote verschillen in het gewicht zijn vooral te zien bij de koppelarm. Met behulp van de overzichtstekeningen en de gewichten kunnen momenten worden berekend. De resulterende momenten worden vergeleken met de maximale momenten waarop de bochten belast kunnen worden.
De diameter van het leidingwerk wordt bepaald door de benodigde massa- en volumestroom in combinatie met producteigenschappen als dichtheid en viscositeit. De drukval is een belangrijk economisch aspect voor de keuze van een buisdiameter.
De standaardisatie van de laadarmen worden in het voorlaatste hoofdstuk toegelicht. In het hoofdstuk worden de maximale en minimale afmetingen bepaald aan de hand van de maximale en minimale waarden van de werkenveloppen betreffende het transportmiddel.
In het laatste hoofdstuk wordt vanuit verschillende oogpunten naar de standaardisatie gekeken. Verschillende partijen komen aanbod. De belangen voor het standaardisatie proces lopen uiteen.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | TISD Werktuigbouwkunde |
Afdeling | Academie voor Technologie, Innovatie & Society Delft |
Partner | J.deJonge Flowsystems |
Jaar | 2012 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |