Samenvatting

Het klimaat verandert. Klimaatverandering zorgt voor meer kans op extreme regenval, droogteperiodes en aanhoudende hitte. Deze klimaateffecten hebben gevolgen voor de leefbaarheid van woonwijken op Goeree­ Overflakkee. Daarom wil de gemeente Goeree-Overflakkee meer klimaatadaptatie toe passen bij nieuwbouwprojecten. Dat wil zeggen; maatregelen toepassen bij nieuwbouwprojecten die de gevolgen van extreme neerslag, hitte en droogte beperken. Echter om dit in de praktijk voor elkaar te krijgen, is vaak nog een uitdaging.
Daarom wordt onderzoek gedaan naar de volgende punten:
• Hoe is klimaatadaptatie geborgen in het huidige beleid?
• Wat zijn andere manieren om klimaatadaptatie beleidsmatig te borgen?
• Wat is organisatorisch nodig om de toepassing van klimaatadaptatie bij nieuwbouw te borgen?
• Hoe kunnen ontwikkelaars en woningcorporatie gestimuleerd worden om klimaatadaptatie toe te passen bij nieuwbouwprojecten?
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van literatuuronderzoek, interviews ,werksessies en veldbezoek. Het doel van de interviews is het inventariseren van knelpunten die voorkomen bij het borgen en toepassen van klimaatadaptatie bij nieuwbouw. De geïnterviewde zijn afkomstig vanuit:
• De gemeente Goeree-Overflakkee;
• Het waterschap Hollandse delta;
• De gemeente Hoeksche Waard;
• De woningcorporatie Oost West Wonen;
• LX Real Estate;
• Ontwikkelaar op Goeree-Overflakkee;
• Natuur- en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee.
Het toepassen van klimaatadaptieve maatregelen bij nieuwbouwprojecten is vaak een uitdaging. Daarom is beleidsmatige borging essentieel. Dit wordt gedaan door middel van de LIOR. Echter zijn de huidige beleidskaders
te beperkt en ontbreken de thema's hitte en droogte. In het rapport zijn aanvullingen gemaakt voor de LIOR. De aangevulde beleidskaders zijn vaak eisend, omdat in de praktijk klimaatadaptieve richtlijnen regelmatig weinig opleveren.
Daarnaast is het essentieel voor het toepassen van klimaatadaptatie bij nieuwbouw dat aan de voorkant van het project verschillende disciplines betrokken worden. Aan de voorkant van een project moeten plannen getoetst worden op minimale eisen. Daarnaast is de voorkant van een project de gelegenheid om met input vanuit verschillende disciplines plannen te verbeteren en meekoppelkansen te benutten. Wanneer dit niet gedaan wordt, kan dit later in het project tot problemen leiden. In het rapport is een overzicht weergegeven van projectfases, beleidsinstrumenten en stakeholders die moet helpen bij de bovengenoemde uitdaging. Ook zijn twee nieuwe beleidsmatige methodes beschreven van participatie en borging: de Intake­ en Omgevingstafel.
Ook is het belangrijk dat gemeente en ontwikkelaars een beter beeld krijgen van aanleg- en onderhoudskosten van klimaatadaptieve maatregelen. De onbekendheid van aanleg- en onderhoudskosten van klimaatadaptieve maatregelen zorgt regelmatig voor terughoudende reacties vanuit gemeente en ontwikkelaars. Daarom zijn in het rapport verschillende instrumenten gegeven die de aanleg- en onderhoudskosten beter inzichtelijk moeten maken en die de meerwaarde kunnen berekenen van klimaatadaptieve maatregelen.
Tot slot is het gebrek aan kennis van klimaatadaptatie bij gemeente, ontwikkelaars en bewoners regelmatig een knelpunt voor het toepassen van klimaatadaptieve maatregelen bij nieuwbouw. Daarom moet de gemeente verdergaan met het overdragen van kennis en het stimuleren van bewoners.
Voor het toepassen van klimaatadaptatie bij nieuwbouw is het belangrijk dat ambities geborgd worden door middel van beleidskaders. Daarnaast moeten aan de voorkant van een project, met input vanuit verschillende disciplines, plannen getoetst worden en verbeterd worden. Ook moeten aanleg- en onderhoudskosten inzichtelijk gemaakt worden. Tot slot moet kennis over klimaatadaptatie gedeeld worden met gemeenteambtenaren, ontwikkelaars en bewoners.
In het advies wordt geadviseerd om de LIOR aan te vullen met beleidskaders op de thema's hitte, droogte en wateroverlast. Daarnaast wordt geadviseerd om gebruik te gaan maken van de Intake- en Omgevingstafel om integrale samenwerking te verbeteren. Tot slot worden verschillende onderzoeken geadviseerd.