Misbruik van executiebevoegdheid
Een onderzoeksrapport omtrent de omstandigheden waarin het aanhangig maken van een deurwaardersrenvooi raadzaam is, omdat de door de executant voorgestane wijze van executie kan resulteren in misbruik van executiebevoegdheidMisbruik van executiebevoegdheid
Een onderzoeksrapport omtrent de omstandigheden waarin het aanhangig maken van een deurwaardersrenvooi raadzaam is, omdat de door de executant voorgestane wijze van executie kan resulteren in misbruik van executiebevoegdheidSamenvatting
Dit onderzoeksrapport is geschreven in opdracht van Caminada & Van Leeuwen Gerechtsdeurwaarders & Incasso. De gerechtsdeurwaarders zie werkzaam zijn op dit kantoor hebben ten behoeve van de ambtelijke taken, ten opzichte van de cliënt een ministerieplicht. Dit betekent dat de gerechtsdeurwaarders binnen het gehele arrondissement waarin het kantoor is gelegen, te allen tijde verplicht zijn om hun ambtelijke diensten te verlenen.
Echter onder bepaalde omstandigheden kan het opstarten, dan wel voortzetten van het executietraject resulteren in misbruik van executiebevoegdheid ex. art. 3:13 BW. Dit artikel stelt dat een executant zijn bevoegdheid niet mag gebruiken om een debiteur te schaden, of voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor deze is verleend.
Enerzijds dient Caminada & Van Leeuwen conform de ministerieplicht te gehoorzamen aan wensen van de cliënt. Anderzijds moet het ervoor waken dat er geen vermoeden van misbruik van executiebevoegdheid aan de zijde van de executant ontstaat. Het voorkomen van ‘misbruik van executiebevoegdheid’ is lastig, omdat het voor Caminada & Van Leeuwen onduidelijk is onder welke omstandigheden hiervan sprake is.
De vraagstelling die centraal staat in dit onderzoeksrapport is:
“Welk advies kan aan Caminada & Van Leeuwen worden gegeven omtrent het aanhangig maken van een deurwaardersrenvooi indien zij twijfelen aan of de door de executant voorgestane wijze van executie in misbruik van executiebevoegdheid kan resulteren, op grond van een jurisprudentieanalyse, relevante wetgeving en een literatuuronderzoek?”
De doelstelling van deze scriptie was om in mei 2016 een onderzoeksrapport aan Caminada & Van Leeuwen op te leveren waarin op grond van jurisprudentieonderzoek aanbevelingen zijn opgenomen omtrent in welke situaties het raadzaam is om, ondanks de bezwaren een deurwaardersrenvooi aanhangig te maken, omdat het starten dan wel voortzetten van een executiemaatregel misbruik van executiebevoegdheid kan opleveren.
Om meer duidelijkheid te verkrijgen omtrent de factoren die een rol spelen bij de beoordeling van de gerechtelijke macht om ‘misbruik van executiebevoegdheid’ toe te wijzen, is een bronnenonderzoek uitgevoerd. Middels een literatuuronderzoek en een wetsanalyse is naar criteria gezocht die voor de rechter van belang zijn bij deze beoordeling. Vervolgens is een jurisprudentieonderzoek uitgevoerd. De, volgens de literatuur belangrijkste criteria zijn getoetst aan de hand van een 40-tal recente uitspraken van de Rechtbanken. Hierin is voornamelijk onderzocht in hoeverre de rechter deze criteria laat meewegen in zijn eindoordeel.
De conclusie die naar aanleiding van het bronnenonderzoek en de jurisprudentieanalyse kan worden getrokken luidt als volgt. Criteria die voor een rechter van belang zijn bij het toe- of afwijzen van de stelling dat de executant misbruik maakt van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging zijn:
Onrechtmatigheid;
Het is hierbij van belang dat met inachtneming van de hoogte van de vordering en de waarde van de beslagen verhaalsobjecten, de mate van hinderlijkheid voor de geëxecuteerde wordt vastgesteld.
Onevenredigheid;
Hierbij moet het belang van de executant worden afgezet tegen de hoogte van de executiekosten en gegoedheid van de debiteur. Ook een onnodige start, dan wel onnodige handhaving van de executie bleek vereist.
Noodtoestand;
Belangrijk is dat een beroep op ‘noodtoestand’ slechts kan slagen indien dit gaat over feiten die zich hebben voorgedaan nadat het vonnis is gewezen. Beweegredenen van de rechter om toch een beroep op ‘noodtoestand’ toe te wijzen zijn: nutteloosheid van de noodtoestand en het niet meer kunnen voorzien in eigen levensonderhoud.
Juridische/Feitelijke misslag;
Hoewel de gerechtelijke macht altijd toetst aan dit criterium, zal dit vrijwel nimmer worden toegewezen. Ook een niet-bevredigende uitspraak in eerste aanleg, een onbegrijpelijk gemotiveerd vonnis of een taalkundige onduidelijkheid is geen juridische of feitelijke misslag.
Gegoedheid van de geëxecuteerde;
Bij dit criterium is het onderscheid tussen de termen ‘betalingsonwil’ en ‘betalingsonmacht’ van belang. Van gegoedheid van de geëxecuteerde is vooral sprake indien er een redelijk betalingsvoorstel is gedaan, of als een groot gedeelte van de vordering is reeds voldaan. toewijzen.
Naar aanleiding van de jurisprudentieanalyse en de daaraan verbonden resultaten, heb ik Caminada & Van Leeuwen aanbevolen om een protocol op te stellen met daarin een stroomschema. In dit stroomschema zullen stapsgewijs de bovengenoemde criteria moeten worden behandeld. Hierdoor zal voor Caminada & Van Leeuwen in één oogopslag duidelijk zijn of het in een bepaalde omstandigheid, wijs is om niet aan de ministerieplicht van een gerechtsdeurwaarder te gehoorzamen, maar een deurwaardersrenvooi ex. art. 438 lid 4 Rv aanhangig te maken.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Caminada & Van Leeuwen |
Datum | 2016-07-26 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |