De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De norm voor 'normaal'

een praktijkonderzoek naar het normaal gebruik van een merk voor merkenbureau Landmark

Rechten:

De norm voor 'normaal'

een praktijkonderzoek naar het normaal gebruik van een merk voor merkenbureau Landmark

Rechten:

Samenvatting

Merkenbureau Landmark te Amersfoort is gespecialiseerd in ondermeer het registreren van merken en optreden tegen merkinbreuken. Namens een klant heeft Landmark een vordering tot vervallenverklaring van een merk ingediend. Na de tegenvallende beslissing in deze vervalprocedure, zijn de vraagtekens gezet die de grondslag voor dit praktijkonderzoek vormen. Een merk dat niet voldoende normaal wordt gebruikt, kan op vordering vervallen worden verklaard. Volgens Landmark is in voorgenoemde zaak het gebruik van het merk door de wederpartij te beperkt geweest. Echter, heeft het Europese bureau, het EUIPO, hier anders over beslist. Het merk is naar het oordeel van het EUIPO voldoende normaal gebruikt. Dit heeft Landmark verbaasd, mede omdat in een soortgelijke zaak het Benelux bureau, het BBIE, tot niet-normaal gebruik van een merk heeft beslist. De vraag die Landmark bezighoudt is: welke lijn houden het EUIPO en het BBIE aan bij de beslissing of een merk wel of niet voldoende normaal is gebruikt? Door middel van dit praktijkonderzoek dient deze vraag te worden beantwoord. Aan de hand daarvan worden adviezen gegeven die bruikbaar zijn bij procedures waarin het normaal gebruik een rol speelt, de vervalprocedure en de oppositieprocedure, met als doel dat Landmark haar klanten bij eventuele toekomstige procedures beter over het normaal gebruik kan adviseren en inschattingskansen voor hen kan maken. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, worden twee jurisprudentieonderzoeken verricht. Allereerst zijn negentien oppositiebeslissingen van het BBIE geanalyseerd op de voorwaarden voor het aantonen van normaal gebruik. Ten tweede zijn tien oppositiebeslissingen en tien beslissingen in vervalprocedures van het EUIPO op dezelfde wijze geanalyseerd. Tot slot is geanalyseerd wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de afwegingen van het BBIE en het EUIPO die leiden tot onvoldoende of voldoende normaal gebruik van een merk. Uit de resultaten blijkt dat vrijwel alle voorwaarden over de gebruiksomvang, te weten de territoriale omvang, de kwantitatieve omvang en de frequentie en regelmaat van het gebruik, in samenhang leiden tot het oordeel over normaal gebruik. De aard van de merkhoudende waren of diensten speelt hierbij een rol. De bureaus hebben geen enkele keer een markt als territoriaal beperkt beoordeeld. Bovendien blijkt uit de resultaten ondermeer bij welk aantal potentiële consumenten het EUIPO of het BBIE de territoriale markt onvoldoende dan wel voldoende vinden en bij welke kwantitatieve omvang dit het geval is. Een van de conclusies die uit de resultaten volgt is dat het EUIPO in tegenstelling tot het BBIE een afzet van consumptiegoederen in één EU-land met een hoog inwoneraantal (bijvoorbeeld Duitsland met 80,8 miljoen potentiële consumenten) voldoende vindt. Ook in het oordeel van de bureaus met betrekking tot de kwantitatieve gebruiksomvang is een verschil geconstateerd. Dit heeft geresulteerd in adviezen over de gebruiksomvang die een klant dient te hanteren zodat een eventuele procedure niet strandt op grond van onvoldoende normaal gebruik.
Op basis van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat het BBIE het normaal gebruik strikter interpreteert dan het EUIPO. Tot slot worden daarom aanbevelingen aan Landmark gedaan hoe zij het beste kan handelen in verband met het verschil in interpretatie van het normaal gebruik door de twee bureaus.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerLandmark BV
Datum2016-10-31
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk