De bestuurlijke boete in de Participatiewet
Het raadsel voor de raadslieden opgelostDe bestuurlijke boete in de Participatiewet
Het raadsel voor de raadslieden opgelostSamenvatting
In dit onderzoek is de volgende hoofdvraag geformuleerd: ‘Welke mogelijke gronden kunnen de sociaal raadslieden, als belangenbehartigers van de cliënt, in de bezwaarprocedure aanvoeren tegen het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete in het kader van de schending van de inlichtingenplicht in de Participatiewet om tot een lagere boete te komen?’
De Centrale Raad van Beroep heeft de afgelopen jaren meerdere uitspraken gedaan in verband met de Fraudewet die uitspraken hebben grote gevolgen gehad voor de uitvoeringspraktijk. Het boeterecht in de Participatiewet vraagt volgens de Centrale Raad van Beroep om een indringende toets aan het evenredigheidsbeginsel.
In het onderzoek is geconcludeerd de bezwaargronden die in de bezwaarprocedure tot matiging van de bestuurlijke boete kunnen leiden zijn:
1. Er is sprake van dringende redenen of bijzondere omstandigheden;
2. Stellen dat door de gemeente onvoldoende is aangetoond dat er sprake is van opzet of grove schuld;
3. Er zijn omstandigheden die kunnen leiden tot verminderde verwijtbaarheid
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | Sociaal-Juridische Dienstverlening |
Afdeling | Faculteit M&B |
Datum | 2017-05-18 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |