Het verzoek tot de schadestaatprocedure
Het verzoek tot de schadestaatprocedure
Samenvatting
Aanleiding van dit onderzoek was om beter inzicht te krijgen in de verwijzing naar het verzoek tot de schadestaatprocedure, zodat de advocaten van Vroegindeweij & De Water het verzoek tot schadevergoeding nader op te maken bij staat efficiënt kunnen toepassen voor zaken van hun cliënten. Wanneer er een zaak binnenkomt bij de advocaten, willen de advocaten goed kunnen inschatten wanneer de rechter een verzoek tot schadevergoeding nader op te maken bij staat, wel of niet zal toewijzen. De advocaten kunnen mijn aanbevelingen meenemen in hun betoog of pleidooi om de mogelijkheid tot het verzoek tot schadestaatprocedure wel of niet te verwijzen.
De schadestaatprocedure is een aparte procedure naast de normale bodemprocedure. De eisende partij kan in een dagvaardingsprocedure een vordering tot schadevergoeding nader op te maken bij staat vorderen om zijn schade te verhalen op iemand, wanneer zijn schadeomvang nog niet bekend is. Er zal in de bodemprocedure dan alleen nog geprocedeerd worden over de aansprakelijkheid en niet over de hoogte van de schadeomvang. Welke verweren kan een verweerder dan nog voeren tegen deze vordering en wanneer wijst de rechter een verzoek tot schadevergoeding nader op te maken bij staat precies toe? Aan de hand van de probleemanalyse is er een centrale vraag ontstaan: Wat zijn volgens de wet, literatuur en jurisprudentie, de beste mogelijkheden voor de advocaten van Vroegindeweij en De Water, in hun huidige en toekomstige zaken, om wel of niet tot een verzoek schadevergoeding nader op te maken bij staat te komen?
Uit het onderzoek blijkt dat voor een toewijzing van een schadevergoeding nader op te maken bij staat 3 belangrijke vereisten door de wetgever zijn gesteld. De rechter moet schade niet kunnen begroten, de schade moet aannemelijk zijn, en de grondslag voor de aansprakelijkheid moet vast staan. In mijn jurisprudentieonderzoek heb ik onderzocht op welke wettelijke gronden de rechter een verzoek tot schadevergoeding nader op te maken bij staat wel of niet toewijst en wanneer de rechter de schade aannemelijk acht.
Wanneer men een verzoek tot schadestaatprocedure nader op te maken bij staat wil vorderen moet allereerst, zo blijkt uit de literatuur en jurisprudentie, voldaan worden aan de 3 vereisten om door te verwijzen naar de schadestaatprocedure. De grondslag voor de aansprakelijkheid moet vast staan, de schade moet aannemelijk zijn en de rechter moet de schade niet kunnen begroten. Uit het onderzoek is gebleken dat wanneer de rechter de schade kan begroten hij dit ook zal doen. Verder is uit het jurisprudentieonderzoek gebleken dat de verweerder geen beroep kan doen op de mate van aansprakelijkheid tegen de vordering van de schadevergoeding nader op te maken bij staat. De rechter wijst deze verweren af omdat deze in de schadestaatprocedure thuis horen.
In de jurisprudentie is door de Hoge Raad bepaald dat er met de aannemelijkheid van schade niet meer bedoeld wordt dan een reële mogelijkheid, een zekere mate van waarschijnlijkheid1. Uit jurisprudentie blijkt dat de rechter de schade aannemelijk acht wanneer dit bewezen wordt door de eiser door een verandering van een vorige en huidige situatie, waardoor kan worden afgeleid dat er aannemelijk is geworden dat er schade is geleden.
Het jurisprudentieonderzoek heeft verder geleerd dat het voor het verwijzen naar de schadestaatprocedure voldoende is dat schade aannemelijk is2. Daarnaast heeft het jurisprudentieonderzoek aangetoond dat de mate van aansprakelijkheid, zoals causaal verband, eigen schuld of schadebeperkende maatregelen, niet tot een afwijzing van een schadevergoeding nader op te maken bij staat zal leiden. Over de mate van aansprakelijkheid moet worden geprocedeerd in de schadestaatprocedure.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Vroegindeweij & De Water Advocaten |
Datum | 2016-12-20 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |