De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het voorbereiden van een archeologische indicatie ten tijde van een milieukundig historisch vooronderzoek en verkennend bodemonderzoek.

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Het voorbereiden van een archeologische indicatie ten tijde van een milieukundig historisch vooronderzoek en verkennend bodemonderzoek.

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Medio 2006 zal de nieuwe archeologische wetgeving van kracht worden. Met de invoering
van deze wet wordt het verdrag van Malta uit 1992 geratificeerd. In de eerste plaats betekent
dit dat de bodemverstoorder zorgvuldig met het erfgoed dient om te gaan. Ten tweede
betekent het dat de gemeente geïnformeerd dient te zijn over de archeologische waarde
indien er bodemverstorende werkzaamheden gaan plaatsvinden. Analoog hieraan is het feit
dat indien er bodemverstorende werkzaamheden gaan plaatsvinden ook bekend moet zijn
wat de bodemgesteldheid is. Dit betekent dat een milieukundig onderzoek en archeologisch
onderzoek dezelfde consequenties voor de bouw kunnen inhouden namelijk extra kosten en
vertraging indien er niet tijdig rekening mee wordt gehouden.
Omdat beide onderzoeksvragen te weten wat is de milieukundige kwaliteit van de bodem en
wat is de archeologische waarde in de bodem bijna tegelijk gaat spelen is het zinvol om deze
onderzoeken nader te gaan bekijken. Misschien zijn er mogelijkheden om een soort all-inone
oplossing aan te bieden waarbij beide vragen worden beantwoord. Hierbij is het
misschien mogelijk dat ook kosten bespaard zullen worden.
Voordelen van het combineren zijn:
· De mogelijkheid om via “één loket” de onderzoeken ten behoeve van een
bouwvergunning aanvraag aan te bieden;
· Beide onderzoeken worden tegelijk uitgevoerd. Dit voorkomt achteraf onverwachte
verrassingen bij een eventuele bodemverontreiniging of belangrijke archeologische
waarde;
· Bij een goede afstemming van de archeologische en milieukundige werkzaamheden
hoeft men maar één keer aanwezig te zijn op de locatie. Dit voorkomt eventueel
onnodig overlast;
· Het combineren van werkzaamheden kan mogelijk tijd en kosten besparen.
Uit een vergelijking van de archeologische en milieukundige protocollen (te weten KNA 2.2
en NEN-5740) en de bijbehorende certificeringsystemen blijkt dat het combineren van deze
onderzoeken minder gemakkelijk is dan op het eerste gezicht lijkt. Het vooronderzoek
(bureau onderzoek en historisch onderzoek) blijkt weinig tot niet combineerbaar omdat de
geraadpleegde gegevens en bronnen sterk verschillen. Ook de opbouw van de rapportage is
hierdoor verschillend.
De resultaten van het archeologisch en milieukundig vooronderzoek zijn bepalend voor de
mogelijkheden om werkzaamheden tijdens het uitvoeringstraject te combineren. De
werkzaamheden die tijdens het uitvoeringstraject het meest in aanmerking komen om
gecombineerd te worden is het veldwerk (indien uit het archeologisch vooronderzoek blijkt
dat een booronderzoek de vervolgstap is (Inventariserend veldonderzoek)).
Het eindtraject is afhankelijk van de vooronderzoeken en het inventariserend veldonderzoek
/ verkennend bodemonderzoek. Indien een archeologische opgraving en/of milieukundige
sanering noodzakelijk is dan kan men het beste een actueel archeologisch en milieukundig
bodemonderzoek voorhanden hebben. Indien dit zo is kan men namelijk verantwoord
omgaan met het bodemarchief als er een bodemverontreiniging aanwezig is of vice versa
verantwoord omgaan met verontreinigde grond indien er een archeologisch opgraving plaats
vindt. Hoewel er nog geen wettelijke verplichting geldt voor archeologisch onderzoek indien
men een bodemverontreiniging saneert middels ontgraven, is het niet onaannemelijk dat dit
in de toekomst een belangrijkere rol gaat spelen. Immers als men saneert middels ontgraven
vind er ook grondroering plaats en wordt de bodem verstoord.
In de praktijk blijken er de volgende problemen zich voor te doen:
· Het voordeel wat in eerste instantie wordt gehaald om veldwerk te combineren gaat
vaak weer verloren voor het afstemmen van de werkzaamheden (boorgrid,
boordiepte en boordiameter);
· Met name het veldwerk ten behoeve van archeologisch onderzoek is dusdanig
gebaseerd op ervaringen en scholing dat het noodzakelijk is dat er minimaal één
archeoloog aanwezig is tijdens het veldwerk;
· De rapportages zijn verschillend van opzet waardoor deze het beste gescheiden
kunnen worden opgesteld door de desbetreffende deskundigen;
· Op korte termijn zal voor archeologisch booronderzoek een PvE noodzakelijk zijn en
zullen uitvoerders gecertificeerd dienen te zijn.
Met de invoering van de nieuwe archeologische wet medio 2006 en de daaruit
voortvloeiende praktijk situaties (concreet: wanneer en hoe vaak daadwerkelijk een
bodemonderzoek en archeologisch onderzoek verlangt wordt door het bevoegd gezag) zal
duidelijk worden in hoeverre daadwerkelijk opdrachten voor bodemonderzoeken worden
misgelopen omdat er geen “totaal” pakket is aangeboden.
Als blijkt dat de vraag van gecombineerde onderzoeken toeneemt en dat daadwerkelijk een
aanzienlijk aantal onderzoeken wordt misgelopen door de BodemOnderZoeker b.v. vanwege
het feit dat opdrachtgevers liever een gecombineerde aanpak willen kan gekozen worden
voor twee oplossingen.
In de eerste plaats zou dit kunnen worden opgelost door te fungeren als “tussenpersoon”
voor de opdrachtgever en het archeologisch onderzoek. Dit betekent echter extra werk en
geen combinatie van werkzaamheden of uitwisseling van gegevens. Voordeel hiervan is wel
dat je niet te maken heb met de problemen die zich wel voordoen bij een combinatie
onderzoek. In de tweede plaats kan ook gekozen worden voor een intensievere
samenwerking met een archeologisch bureau waarbij wel gegevens worden uitgewisseld en
waarbij indien mogelijk werkzaamheden worden gecombineerd (o.a. afhankelijk van de
veldwerkzaamheden). Hierbij dient rekening te worden gehouden met de reeds eerder
genoemde voor- en nadelen.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingMilieukunde
AfdelingGebouwde Omgeving
PartnerDe BodemOnderZoeker BV.
Jaar2005
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk