De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Grensdetentie van asielzoekers in het licht van artikel 5 van het EVRM

In hoeverre mag, gelet op artikel 5 van het EVRM, de overheid bij de buitengrenzen een asielzoeker in grensdetentie nemen conform artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Grensdetentie van asielzoekers in het licht van artikel 5 van het EVRM

In hoeverre mag, gelet op artikel 5 van het EVRM, de overheid bij de buitengrenzen een asielzoeker in grensdetentie nemen conform artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Als gevolg van oorlogssituaties is er in vele landen, met name in het Midden-Oosten, sprake van grote onveiligheid. Inwoners van onveilige landen vluchten in groten getale uit de oorlogsgebieden. Zij zoeken een land dat hen bescherming kan bieden. Nederland is één van de landen waar de instroom van asielzoekers de laatste jaren fors is gestegen. De meeste asielzoekers die in Nederland bescherming zoeken, zijn over land gereisd, via de binnengrenzen. Een kleinere groep komt via de zee- en luchthavens aan, welke havens worden aangemerkt als buitengrenzen. Als een asielzoeker Nederland via de buitengrenzen binnenkomt, wordt hij of zij gedurende de asielprocedure opgesloten in een detentiecentrum. Alvorens een asielzoeker kan worden gedetineerd, dient de toegang tot Nederlands grondgebied te zijn geweigerd conform artikel 3 Vw 2000. Indien sprake is van een weigering van de toegang van een vreemdeling tot Nederlands grondgebied, wordt de asielzoeker verplicht om zich op te houden in een aangewezen ruimte of plaats, conform artikel 6 Vw 2000. Dit betreft de vrijheidsontnemende maatregel 'grensdetentie', bedoeld om de asielaanvraag in de grensprocedure te kunnen behandelen.

Vluchtelingenwerk behartigt de belangen van asielzoekers die de maatregel 'grensdetentie' opgelegd krijgen. De juristen van Vluchtelingenwerk lopen in de praktijk vaak tegen zaken aan waarbij de asielzoeker van zijn vrijheid wordt beroofd. Het doel van dit onderzoek is om door middel van dit onderzoeksrapport de juristen van Vluchtelingenwerk inzicht te geven in de vraag, in hoeverre grensdetentie voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5 EVRM. Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek zal Vluchtelingenwerk de asielzoekers in de nabije toekomst optimaal kunnen bijstaan. Daarom is onderzoek gedaan naar de relevante wet- en regelgeving en de praktijk. Gekeken is naar de achtergronden van grensdetentie in samenhang met artikel 5 EVRM, dit door middel van het bestuderen van rechtsbronnen en literatuur. In dat kader wordt in dit onderzoek antwoord gegeven op de volgende centrale vraag:
’In hoeverre mag, gelet op artikel 5 van het EVRM, de overheid bij de buitengrenzen een asielzoeker in grensdetentie nemen conform artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000?’

Blijkens de jurisprudentie voert Nederland bij de toepassing van grensdetentie het gestelde in artikel 5 EVRM op sommige punten correct uit. Bijvoorbeeld conform het beoogde doel: beletten dat een vreemdeling op onrechtmatige wijze ons land binnenkomt. In dat verband is relevant dat de omstandigheden en de plaats van de grensdetentie passend moeten zijn voor het te behalen doel en dat het niet mogelijk is om het doel te verwezenlijken door middel van een minder dwingend maatregel.

Uit de jurisprudentie blijkt ook dat Nederland bij de uitvoering van grensdetentie op bepaalde punten in strijd handelt met het gestelde in artikel 5 EVRM en daar zorgvuldiger mee moet omgaan. Ten eerste wordt de grensdetentie niet altijd toegepast in overeenstemming met de nationale rechtsregels, omdat alvorens de grensdetentie wordt toegepast de toegang tot Nederland niet is geweigerd. In dit verband wordt aanbevolen dat de juristen checken of de vreemdelingen voorafgaand aan het opleggen van de maatregel van grensdetentie het besluit tot toegangsweigering is uitgereikt. Als de grensdetentie van toepassing is, wordt ook niet altijd aangetoond dat sprake is van een voortvarende behandeling van de asielaanvraag. Dat betekent strijdigheid met het vereiste dat de maatregel niet langer mag duren dan strikt noodzakelijk is voor het doel. In dit verband wordt aanbevolen dat wordt gecheckt, of is aangegeven hoeveel tijd het nadere onderzoek voor de asielaanvraag in beslag zal nemen.

Daarnaast wordt bij het toepassen van grensdetentie niet in alle gevallen ten aanzien van de asielzoeker een individuele toets uitgevoerd. In samenhang met het verbod op willekeur wordt in de meeste gevallen gehandeld in strijd met de vereisten van proportionaliteit en noodzakelijkheid. Zo wordt aanbevolen om te checken of bij de asielzoeker navraag is gedaan over zijn persoonlijke omstandigheden, zoals zijn fysieke en psychische gesteldheid. Mede op basis daarvan is het zaak te checken of de belangen van de asielzoeker op een zorgvuldige wijze zijn afgewogen. Tot slot blijkt dat de asielzoeker de hem toekomende procedurele rechten doorgaans weliswaar benut, maar dat deze rechtsmiddelen niet altijd in een begrijpelijke taal onder de aandacht worden gebracht. Daarom wordt aanbevolen om te checken of in de plaatsbeschikking de rechtsmiddelen zijn gesteld in een voor de asielzoeker begrijpelijke taal.

Al met al kan worden geconcludeerd dat Nederland bij de toepassing van grensdetentie nog niet in alle gevallen handelt overeenkomstig de in artikel 5 EVRM opgenomen voorwaarden.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingIvR HBO Rechten
AfdelingRecht
Datum2016-08-31
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk