De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Energielandschappen in Amsterdam

een transitie naar de derde generatie in Nieuw West

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Energielandschappen in Amsterdam

een transitie naar de derde generatie in Nieuw West

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Men bevindt zich op dit moment in een transitieperiode van
energievoorziening door middel van fossiele brandstoffen naar een energievoorziening door middel van duurzame bronnen. Door het lokale en decentrale karakter van deze bronnen zal de energievoorziening steeds meer in het stedelijk gebied plaats gaan vinden. Duurzame bronnen hebben als kenmerk dat zij erg afhankelijk zijn van de vorm van de stad. Met deze gedachte is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

Hoe kan het bestaand stedelijk gebied van Nieuw West gevormd worden naar een energielandschap van de derde generatie, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van lokale natuurlijke potenties met behulp van methoden en technieken voor het opwekken, uitwisselen en opslaan van energie, en waarbij ook de energievraag gereduceerd wordt?

Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvraag is allereerst een grondig literatuuronderzoek is verricht. Er is onderzocht wat de kenmerken van een energielandschap van de derde generatie zijn. Gesteld kan worden dat een dergelijke type landschap zich vooral kenmerkt door haar decentrale en zichtbare methoden van energieopwekking, ‐uitwisseling en –opslag. De keuze voor de verschillende methoden is daarnaast ook gebiedsafhankelijk. Hiermee wordt onderstreept dat er geen typisch energielandschap kan worden benoemd. Per gebied zal men moeten bekijken welke potenties het herbergt en men zal daar vervolgens op in moeten spelen bij het maken van keuzes voor methoden van opwekken, uitwisselen en opslaan van
energie.

Omdat de bestaande bebouwde omgeving zich zal moeten vormen naar de nieuwe methoden van energievoorzieningen is ook onderzocht op welke kenmerken van de stad invloed uitgeoefend kan worden. Hierbij is de term ‘stedelijk weefsel’ naar boven gekomen. Het stedelijk weefsel is namelijk het element van de stad waar doormiddel van stedenbouwkundige ingrepen invloed op uitgeoefend kan worden. Het wordt als weefsel bestempeld omdat het een samenhangend geheel van bebouwing, openbare ruimte en het gebruik hiervan is. Uit het onderzoek is gebleken dat deze elementen van de stad invloed uitoefenen op de energievraag en op de mogelijkheden tot het benutten van lokale potenties. Hieruit zijn enkele stedenbouwkundige voorwaarden naar voren gekomen. Al deze voorwaarden zijn opgesteld aan de hand van de technieken waarmee energie kan worden opgewekt, uitgewisseld of opgeslagen. Uit het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat deze voorwaarden elkaar kunnen versterken maar ook kunnen conflicteren met elkaar.

Door middel van een gebiedsanalyse van het deelgebied Nieuw West is bepaald of het stedelijk weefsel hiervan voldoet aan de in de theorie gestelde stedenbouwkundige voorwaarden voor de in het gebied aanwezige potenties. Dit bleek niet het geval. Het gebied zal in de toekomst derhalve zijn stedelijk weefsel moeten heroverwegen. Om hierin weloverwogen keuzes zijn positieve en negatieve kenmerken van het gebied benoemt. De positieve kenmerken kunnen gezien worden als gebiedseigen en lokale potenties maar ook als elementen van het stedelijk weefsel die zich goed lenen voor het toepassen van duurzame energiesystemen. Bij de negatieve kenmerken ligt in de toekomst de uitdaging. Deze zullen in de toekomst uit het gebied moeten verdwijnen.

Concluderend is gesteld dat, wanneer men een gebied wil transformeren naar een energielandschap van de derde generatie, men een integrale aanpak zal moeten hanteren. De positieve kenmerken van een gebied dienen benut te worden en er dient een keuze gemaakt te worden voor lokale en gebiedseigen potenties. Daarnaast zullen kenmerken van het stedelijk weefsel die als negatief zijn bestempeld in de toekomst aangepast dienen te worden. Alleen wanneer dit in een samenspel van verschillende ingrepen gebeurt en er derhalve een keuze wordt gemaakt voor verschillende energiesystemen die elkaar aan kunnen vullen, kan in de toekomst een energielandschap ontstaan dat voldoet aan de voorwaarden.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingRuimtelijke Ordening en Planologie
AfdelingGebouwde Omgeving
Datum2013-10-15
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk