De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling bij zedendelinquenten

Een kwalitatief onderzoek binnen de beroepspraktijk van Reclassering Nederland

Open access

Rechten:

Vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling bij zedendelinquenten

Een kwalitatief onderzoek binnen de beroepspraktijk van Reclassering Nederland

Open access

Rechten:

Samenvatting

Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt in alle lagen van de samenleving en in groten getale voor. In 2022 werd dertien procent van de bevolking van zestien jaar en ouder slachtoffer van een of meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De impact hiervan op slachtoffers, maar ook maatschappelijk, is groot.
Een deel van de verdachten van een zedendelict komt al vroegtijdig in beeld bij de reclassering. Zo kunnen er voorafgaand aan een strafzitting bij de schorsing van voorlopige hechtenis al bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling, opgelegd worden. Het merendeel van de zedendelinquenten wordt echter niet voorgeleid voor de rechter-commissaris en de strafrechtelijke afdoening kan lang op zich laten wachten. Dit maakt dat er nog geen strafrechtelijk kader is waarbinnen, indien nodig, al gestart kan worden met inzet van reclassering en behandeling. Wanneer er later bij een strafzitting besloten wordt tot het inzetten van een reclasseringstoezicht ervaren reclasseringswerkers dit vaak als ‘mosterd na de maaltijd’. Het inzetten van interventies die bijdragen aan recidivevermindering wordt gedurende het verstrijken van de tijd bovendien steeds lastiger, is de ervaring.
Het doel van dit onderzoek is dan ook inzicht te krijgen in de effectiviteit en meerwaarde van vroegtijdige reclasserings- en behandelinzet bij zedendelinquenten en zodoende bij te dragen aan handvatten voor het verbeteren van vroegtijdige begeleiding voor zedendelinquenten. De volgende analytische vraagstelling staat hierbij centraal:
• Hoe kan vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling zo optimaal mogelijk vormgegeven worden bij zedendelinquenten?
Aan de beantwoording van deze vraag gaan de beantwoording van de theoretische en empirische hoofdvragen vooraf:
• Wat is vanuit de literatuur bekend over effectieve vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling bij zedendelinquenten?
• Hoe wordt in de praktijk vormgegeven aan vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling bij zedendelinquenten?
Middels kwalitatief onderzoek, deductief van aard, is een analyse gemaakt van het verschil tussen de gewenste en de feitelijke situatie ten aanzien van de vroegtijdige begeleiding van zedendelinquenten. Er is hiervoor een literatuur- en empirische studie uitgevoerd. Binnen de literatuurstudie is gebruikgemaakt van relevante wetenschappelijke bronnen en binnen de empirische studie zijn zeventien reclasseringswerkers, die verspreid over het land werkzaam zijn, semigestructureerd geïnterviewd.
De visies op effectieve factoren voor vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling bij zedendelinquenten komen veelal voort uit algemene theorievorming over wat werkt bij het voorkomen van recidive en resocialisatie van delinquenten. De belangrijkste theorievorming hierbij is de What Works stroming. Deze geeft een stevige theoretische basis voor begeleiding en behandeling van zedendelinquenten. Het RNR-model wat hieruit voortvloeit vormt de leidraad waaruit het reclasseringswerk en behandelingen binnen het forensisch kader zijn vormgegeven, ook specifiek voor zedendelinquenten. Het Good-Lives-Model geeft hier vervolgens een aanvulling op waarbij er meer nadruk wordt gelegd op positieve factoren, sterke eigenschappen en capaciteiten van het individu.
Op basis van de algemene theorievormingen zijn er specifieke risicotaxatie-instrumenten ontwikkeld voor zedendelinquenten. Tevens blijkt uit de literatuur dat behandeling die cognitief-gedragsmatig van aard is het grootste effect heeft op recidivevermindering bij zedendelinquenten. Dit komt omdat deze behandelvormen het meest effectief zijn bij het aanleren van nieuw gedrag. De laatste jaren is naast deze algemene inzichten meer zicht gekomen op de specifieke werkzame elementen binnen een reclasseringstoezicht en behandeling bij delinquenten. In enkele studies is hierbij ook aandacht voor zedendelinquenten. Deze werkzame elementen zijn: balans tussen controle en begeleiding, goede werkalliantie, versterken van het probleemoplossend vermogen, prosociaal modelleren, sociale inbedding en een succesvolle samenwerking met ketenpartners. In de praktijk blijkt dat de kennis over de theorievormingen en specifiek werkzame elementen geïntegreerd zijn in het werk. Reclasseringswerkers zijn zich er niet altijd bewust van, maar zetten wel effectieve elementen is. Werkzame elementen waar extra aandacht voor blijkt te zijn is de werkalliantie en het versterken van het sociale netwerk. Een knelpunt wordt ervaren in het contact met de politie, het is vaak lastig om met wijkagenten in contact te komen terwijl reclasseringswerkers het contact met politie wel nodig vinden.
Uit zowel de literatuur als praktijk komt naar voren dat het vroegtijdig afnemen van een betrouwbare risicotaxatie een uitdaging is. Tegelijkertijd is het doen van een risicotaxatie belangrijk om de middelen (waaronder behandeling en reclasseringsinzet) zo effectief mogelijk te kunnen verdelen en een aanbod te doen dat past bij het gestelde risico, met als doel recidivevermindering. Over de meerwaarde van een vroegtijdig reclasseringstoezicht en behandeling voor het verlagen van het recidiverisico is minder literatuur gevonden. De reden hiervoor lijkt te zijn dat het belang van vroegtijdige inzet algemeen aangenomen wordt. Reclasseringswerkers vinden het van belang om zo snel mogelijk na delictpleging te kunnen starten, omdat op deze wijze eventuele risico’s beter beheerst kunnen worden dan wanneer er pas later gestart wordt.
Geconcludeerd kan worden dat het van belang is om per casus zorgvuldig de meerwaarde van vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling te onderzoeken. Er zijn namelijk diverse factoren die meespelen en afgewogen dienen te worden, namelijk: prioritering van zaken, haalbaarheid, hoogte van het risico, het slachtofferbelang en maatschappelijk belang. Voor de vormgeving van eventuele vroegtijdige inzet kan vervolgens teruggevallen worden op de methodes en interventies die voor zedendelinquenten in algemene zin toepasbaar zijn.

Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gedaan:
• Bevorderen van aandacht voor de theoretische basis van het reclasseringswerk.
• Bevorderen van aandacht bij het toepassen van het gestructureerd professioneel oordeel.
• Vergroten van het bewustzijn met betrekking tot het inzetten van interventies bij laag risico.
• Bijscholing voor de uitvoer van vroegtijdige risicotaxatie.
• Vaste samenwerkingsafspraken met politie.
Ook worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek naar:
• Verder onderzoek naar de effecten van vroegtijdige reclasseringsinzet en behandeling.
• Het inzetten van risicotaxatie-instrumenten voor kinderpornodownloaders bij de reclassering.
• Het uitbreiden van onderzoek naar vroegtijdige inzet bij zedendelinquenten naar een bredere doelpopulatie (reclassering, OM, politie, forensische poliklinieken en cliënten).



Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingForensisch Sociale Professional
PartnerHogeschool Utrecht
Datum2023-05-26
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk