Samenvatting

Het project is gestart met het formuleren van de algemene projectvoorwaarden. Dit omvat een probleemstelling, doelstelling en een opdrachtafbakening. Dit heeft geresulteerd in een gegevensreeks die mij voorziet in een eerste kader voor het afstudeerproject. Er dient een woningbouwproject ontwikkeld te worden op een klein bedrijventerrein aan de rand van een woonwijk. Duurzaam bouwen en IFD bouwen dienen hierin in hoge mate geïntegreerd te worden.

De volgende actie was het doen van een locatieonderzoek, massastudie en een haalbaarheids-onderzoek. Hieruit is gebleken dat circa achttien wooneenheden gerealiseerd kunnen worden. Ook is gebleken dat het plan financieel haalbaar is. Door gunstige omstandigheden is zelfs een hoge winstprognose ontstaan, wat een ruime marge geeft om te experimenteren met alternatieve bouwsystemen en duurdere installaties.

Vervolgens is onderzoek gedaan naar de twee specifieke vakgebieden; duurzaam bouwen en industrieel flexibel demontabel bouwen (IFD). Deze twee aspecten dienen te worden geïntegreerd in het plan. Door deze studie naar materialen, bouwsystemen, water en energie zijn diverse ontwerprandvoorwaarden ontstaan. Vooral op het gebied van passieve zonne-energie zijn verregaande eisen geformuleerd, welke direct betrekking hebben op situering, plattegronden en de gevels. Ook zijn eisen geformuleerd met betrekking tot de dakhelling, het bouwsysteem, installaties, constructie, etc.

De randvoorwaarden leverde een strak ontwerpkader op, zodat de hoofdmassa vrij snel kon worden bepaald. Het daarop volgende ontwerpproces kan worden beschouwd als een opeenstapeling van modificaties in deze hoofdmassa, de materialisering en in het kleurgebruik. Het simpele - traditioneel ogende - eerste ontwerp is zo getransformeerd naar een modern strak ontwerp.

Ook de ontwikkeling van de plattegronden is een continu proces geweest. De ontsluiting van het gebouw was bij de eerste ontwerpschetsen door middel van portieken. Al snel bleken hier echter veel nadelen aan te kleven. Het ontwerpen is verder gegaan op basis van een galerijontsluiting. Omdat ook hier de nodige nadelen aan kleven zijn beide varianten volledig uitgewerkt. Zo is een goed beeld ontstaan van de voor- en nadelen. Om vooral praktische redenen gaat mijn voorkeur uit naar de galerijvariant. Bij deze optie komt minder verkeersoppervlakte binnen de EPC-schil te liggen. Daarnaast wordt effectiever gebruik gemaakt van het ombouwde volume. Uit architectonisch oogpunt kan echter worden geconcludeerd dat de portiekvariant beter scoort.

Tijdens het ontwerpproces en het uittekenen van het definitieve ontwerp is het vooronderzoek van grote waarde gebleken. Na evaluatie heb ik dan ook kunnen concluderen dat het onderzoek, alsmede het ontwerp, aan de doelstellingen voldoet.

Uiteindelijk zal door middel van deze scriptie met bijlagen, de presentatie en tijdens latere werkzaamheden voor dit bureau de door mij opgedane kennis worden overgebracht.