De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Visvriendelijk sluisbeheer van de Goereese Sluis

Een onderzoek naar de mogelijkheden voor het inzetten van de Goereese Sluis bij het optimaliseren van een vismigratieroute tussen de Voordelta en het Haringvliet

Rechten:

Visvriendelijk sluisbeheer van de Goereese Sluis

Een onderzoek naar de mogelijkheden voor het inzetten van de Goereese Sluis bij het optimaliseren van een vismigratieroute tussen de Voordelta en het Haringvliet

Rechten:

Samenvatting

In dit rapport wordt de vraag beantwoord: “Wat is het optimale sluisbeheer van de scheepvaarsluis Goereese Sluis voor het faciliteren van een vismigratieroute bij de Haringvlietsluizen tussen de Voordelta en het Haringvliet?”
Om hier een antwoord op te kunnen geven zijn volgende deelvragen genoemd:
1. Welke factoren en welke omstandigheden spelen een belangrijke rol bij migratie voor de door RWS gekozen vismigratiedoelsoorten?
2. Wat is de huidige vismigratie bij de Haringvlietdam?
3. Waardoor wordt de vismigratie door de Haringvlietdam belemmerd?
4. Wat is de huidige bediening van de Goereese Sluis?
5. Met welk sluisbeheer kan de in- en uittrek van de vismigratiedoelsoorten verbeterd worden?
6. Welke effect heeft visvriendelijk beheer van de Goereese Sluis aanvullend op het kieren met de spuisluizen?
7. Welk onderzoek is nodig in het lerend implementeren traject voor het implementeren van visvriendelijk beheer Goereese Sluis?

Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een kennisanalyse uitgevoerd aan de hand van een literatuuronderzoek in combinatie met expert judgement. Hieruit is naar voren gekomen dat er wordt verwacht dat wanneer de Kier actief is deze voldoende de vismigratie faciliteert voor alle visdoelsoorten. Daarnaast worden er met het huidige beheerplan van de Kier geen problemen verwacht voor de gekozen doelsoorten. Dit betekent dat er geen directe noodzaak is voor een alternatieve migratieroute op dit moment.

Wel wordt geadviseerd om het exacte effect van de Kier goed te monitoren. En met name te letten op de gekozen vismigratiedoelsoorten. Als blijkt dat een van deze soorten toch onvoldoende geholpen kan worden met de Kier is een alternatieve route mogelijk nodig. Deze situatie zou kunnen ontstaan op momenten dat er door een te lage afvoer in de Rijn voor langere tijd niet gekierd kan worden. Dit kan eerder gebeuren in de periode van augustus tot november. Een van de opties zou dan de Goereese Sluis kunnen zijn.
De effectiviteit van de Goereese Sluis, en scheepssluizen in het algemeen wordt betwijfeld. Dit heeft te maken met de vaak beperkte mogelijkheden om een lokstroom te kunnen creëren en beperkte mogelijkheid om voldoende water te kunnen verplaatsen. In het geval van de Goereese Sluis is dit slechts een water verplaatsing van 11.800 m3 per schutting. In vergelijking: de Kier kan tot 9.000 m3/s afvoeren (en een oppervlakte van 6000m2). Dit betekent dat de Kier per seconde bijna even veel afvoert als de waterverplaatsing van de scheepsvaartsluis per schutting. Daarnaast is de ligging van de Goereese Sluis niet optimaal, deze ligt namelijk uit de natuurlijke aanzwemroute. Om hier voor te compenseren zou een sterke lokstroom nodig zijn om de vissen aan te trekken van uit hun natuurlijke aanzwemroute. Of dit voldoende kan worden gerealiseerd met deze opstelling is zeer de vraag. Een beter alternatief zou zijn andere opties in overweging te nemen, zoals kijken of de vissluizen beter benut kunnen worden deze wel in de aanzwemroute liggen en daardoor minder sterke lokstroom nodig hebben om vissen aan te trekken.

Een unieke rol die de schutsluis zou kunnen spelen is het aanbieden van een mogelijkheid tot (her)intrek. Dit omdat wanneer het spuien stopt, er een zoetwaterbel ontstaat welke nog trekvissen aantrekt en zoetwatervissen een schuilplaats kunnen bieden in de anders zoute omgeving van de Voordelta. Zolang deze zoetwaterbel bestaat is er vermoedelijk nog een aanlokkende werking op vis. Deze vissen hebben vervolgens geen kans meer om in te trekken omdat de Kier gesloten is. Wanneer op dit moment een andere opening wordt aangeboden is er kans dat een gedeelte van deze vis als nog kan (her)intrekken. Deze zoetwaterbel verdwijnt door getijde werking en verspreiding in het zoute water. Hoelang dit duurt en andere ontwikkelingen van deze zoetwaterbel is echter onbekend. Extra onderzoek hiernaar met zoutmetingen en/of vistellingen in en om de zoetwaterbel, zou een beter beeld kunnen krijgen over de omvang en vorm van het probleem. Hiermee zou het moment van inzetten van de schutsluizen kunnen worden geoptimaliseerd.

Wanneer de schutsluizen worden ingezet kan dit het beste worden gedaan door twee keer een volledige schutting te doen. Dit moet gebeuren rond het 0-punt in de getijden cyclus. De eerste schutting vind plaats op het moment dat het binnenwater (Haringvliet) hoger is dan het buitenwater (Voordelta), gevolgd door een schutting op het moment dat het buitenwater (Voordelta) hoger is dan het binnenwater (Haringvliet).
Op deze manier wordt zowel een stroom zoetwater naar zoutwater gebracht (van het Haringvliet naar de Voordelta) als een stroom zoutwater naar zoetwater (van de Voordelta naar het Haringvliet). Zo wordt het grootste areaal aan gunstige intrek omstandigheden aangeboden.
Dit omdat zowel vissen intrekken op het moment dat ze zoutwater tegen komen als dat er vissen zijn die zich laten meevoeren door zoutwater. Op deze manier worden beide migratiestijlen gestimuleerd om tijdens de tweede schutting in te trekken. De lokstroom die op deze manier ontstaat, kan worden vergroot door het verschil in dichtheid tussen zout- en zoetwater. Hierdoor kan de waterverplaatsing hoger zijn dan in eerste instantie verwacht. Dit kan de opbrengst van dit systeem vergroten. Het beste is om tijdens visvriendelijk schutten de sluisdeuren volledige te gebruiken. Op deze manier krijgen de vissen de kans om over de gehele waterkolom binnen te trekken, waardoor de vissen zo min mogelijk belemmerd worden.

Toon meer
OrganisatieHZ University of Applied Sciences
OpleidingWatermanagement/ Aquatische Ecotechnologie
AfdelingDomein Technology, Water & Environment
PartnerRijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Rotterdam
Datum2020-01-30
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk