Samenvatting

Het doel van dit afstudeerproject was het onderzoeken op welke manier de Klant op Weg en Leerling op Weg applicaties succesvol geïntegreerd kunnen worden in een Business Central omgeving, met als uiteindelijke doel om de beheerbaarheid van beide systemen te verbeteren.

Deze hoofdvraag is beantwoord aan de hand van vier deelvragen:
1. Wat zijn de karakteristieken van de Klant Op Weg en Leerling Op Weg Applicaties?
Uit analyse van de huidige applicaties bleek dat de functionaliteiten van de applicaties vergelijkbaar zijn, maar verschillen ze qua architectuur en communicatiemethode. Klant op Weg maakte gebruik van een Single Page applicatie en een Azure API die vervolgens communiceerde met Business Central, terwijl Leerling op Weg rechtstreeks communiceerde met Business Central via een Webserver applicatie. Deze verschillen hadden groot invloed op het beheren en onderhouden van beide applicaties.

2. Wat maakt het beheren van de twee applicaties succesvol?
Een beheerbare applicatieomgeving wordt gekenmerkt door een duidelijke architectuur, een gestructureerde en overzichtelijke codebase, heldere verdeling van verantwoordelijkheden en voldoende mogelijkheden om te kunnen testen. Door deze principes toe te passen, is er een consistente en onderhoudsvriendelijke structuur gerealiseerd binnen beide applicaties.

3. Wat is er nodig om de applicaties succesvol te integreren in een Microsoft Business Central omgeving? (Met name de communicatie tussen de twee applicaties en Business Central)
Voor de integratie met Business Central bleek het behouden van de bestaande OData-koppeling de meest logische keuze, gezien de standaardisatie en betrouwbaarheid van dit protocol binnen het Microsoft-ecosysteem. Tegelijkertijd zijn overbodige lagen (zoals de aparte API voor KOW) verwijderd, wat resulteerde in minder complexiteit, minderfaalpunten en onderhoud inspanning.

4. Hoe kan een Proof of Concept het best aantonen dat deze aanpassingen ook effect hebben op de beheerbaarheid van de applicaties?
Tot slot is er met een Proof of Concept aangetoond dat voorgestelde aanpassingen bijdragen aan de beheerbaarheid van beide applicaties. De refactoring, herstructurering van de code, implementatie van een CI/CD pipeline, en toepassing van units tests hebben geleid tot een meetbare verbetering op het gebied van onderhoudbaarheid, zoals ondersteund door de Code Review en tools zoals SonarQube.

Kortom, er kan worden geconcludeerd dat de applicaties succesvol zijn geïntegreerd in een vaste architectuur die beter aansluit bij de Business Central omgeving. De gemaakte keuzes hebben geleid tot een stabielere, beter testbare en eenvoudiger te beheren softwareomgeving. Dit vormt een duurzame basis voor toekomstig beheer en verdere ontwikkeling.