De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het verbod op torture, inhuman and degrading treatment or punishment gewaarborgd door het EHRM en het CPT

Het verbod op torture, inhuman and degrading treatment or punishment gewaarborgd door het EHRM en het CPT

Samenvatting

Artikel 3 EVRM is ongetwijfeld één van de kernbepalingen van het EVRM. Het
verbiedt in absolute termen het onderwerpen van personen aan torture, inhuman or
degrading treatment or punishment. Ondanks het feit dat meerdere artikelen van het
EVRM van belang zijn bij de toetsing van de detentieomstandigheden, vormt artikel 3
EVRM de belangrijkste bepaling.
Artikel 3 EVRM kent geen beperkingsmogelijkheid, dan wel uitzonderingen of een
rechtvaardiging van een schending, bijvoorbeeld als het gaat om nationaal belang.
Artikel 3 EVRM kent drie gradaties, oftewel, een opbouw in ernst van torture, via
inhuman treatment or punishment naar degrading treatment or punishment.
Het EHRM en het CPT zijn in het leven geroepen ter waarborging van artikel 3 EVRM.
Ter waarborging van het artikel heeft de Raad van Europa naast het gerechtelijk
mechanisme van het EHRM, een niet-rechterlijk doch preventief
beschermingsmechanisme in het leven geroepen, de Committee Against Torture and
Inhuman or Degrading Treatment or Punishment, afgekort CPT. Ondanks het feit dat
beide organen fungeren ter waarborging van de mensenrechten en in het bijzonder
ter bestrijding van vermeende schendingen van artikel 3 EVRM, verschillen zij van
elkaar. Het EHRM is een repressief waarborgmechanisme, en opereert a posteriori.
Het CPT is daarentegen een preventief waarborgmechanisme, en opereert a priori.
De twee organen, die fungeren ter waarborging van artikel 3 EVRM, hanteren een
andere benadering ten aanzien van de begrippen van artikel 3 EVRM. Het EHRM past
een gradueel onderscheid toe. Het onderscheid tussen de termen torture, inhuman or
degrading treatment or punishment komt voort uit het verschil in de intensiteit van
het toegebrachte leed. In tegenstelling tot het EHRM maakt het CPT een duaal
onderscheid. Enerzijds wordt de term torture gehanteerd en anderzijds de termen
inhuman or degrading treatment or punishment. Fysiek en psychologisch geweld
wordt door het CPT gekwalificeerd als torture, severe ill-treatment of ill-treatment. In
tegenstelling tot het EHRM, die de termen inhuman or degrading treatment gebruikt
om mishandelingen te kwalificeren die niet als torture bestempeld kunnen worden,
hanteert het CPT de termen enkel in gevallen waar het de materiële
detentieomstandigheden betreft.
Uit het jurisprudentieonderzoek is gebleken dat het CPT een belangrijke betekenis
heeft binnen de rechtspraak van het EHRM. De beïnvloeding door het CPT is zichtbaar
op drie niveaus, namelijk met betrekking tot zaken waar het torture, de materiële
detentieomstandigheden en de CPT standaarden betreft. Het EHRM laat zich bij de
beoordeling van torture, naast het medisch bewijs mede leiden door de bevindingen
van het CPT. Bij torture dient klager echter door middel van bewijsmateriaal aan te
tonen dat hij slachtoffer is geweest van ill-treatment praktijken, het EHRM kan niet
louter uitgaan van de beweringen van het CPT. Klager dient door middel van medisch
bewijsmateriaal aan te tonen dat hij is onderworpen aan torture. De CPT bevindingen
alleen resulteren niet in een veroordeling van schending van artikel 3 EVRM. Wanneer
wordt geklaagd over de materiële detentieomstandigheden en deze klacht komt
overeen met de bevindingen van het CPT en deze bevindingen worden vervolgens
niet, of onvoldoende door de regering betwist, dan accepteert het EHRM deze feiten
als uitgangspunt met betrekking tot de beoordeling van de klacht. De beïnvloeding
van het CPT met betrekking tot de materiële detentieomstandigheden heeft voor een
'grote' ontwikkeling binnen het EHRM gezorgd. Daarnaast hebben ook de CPT
standaarden invloed op de rechtspraak van het EHRM. Bij zaken zoals overbevolking
en celgrootte, worden de CPT standaarden door het EHRM aangehaald. Het EHRM
verwijst in zijn oordeel dan ook expliciet naar de normen die door het CPT zijn
ontwikkeld. Daar waar het EHRM zelf geen richtlijnen heeft, baseert het de
beoordeling van de omstandigheden op de ontwikkelde normen van het CPT.

Toon meer
Thema
OrganisatieAvans Hogeschool
PartnerUniversiteit van Tilburg: sectie Vrijheidsbeneming en Vrijheidsbeperking
Datum2009-06
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk