Samenvatting

In deze scriptie wordt onderzocht hoe PricewaterhouseCoopers (PwC) zo veel mogelijk kan voorkomen dat klanten die onder horizontaal toezicht staan, geconfronteerd worden met een naheffingsaanslag op grond van artikel 20 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen.
Horizontaal toezicht is de naam van de nieuwe Controleaanpak van de Belastingdienst (CAB). Het streven is om zaken zoveel mogelijk vooraf af te stemmen, waardoor controles achteraf steeds minder nodig zijn. De Belastingdienst houdt echter wel de bevoegdheid om achteraf een naheffingsaanslag op te leggen op grond van artikel 20 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen.
Geconcludeerd kan worden dat PwC naheffen onder horizontaal toezicht niet voor 100% kan voorkomen. Ten eerste omdat PwC afhankelijk is van haar klanten. Uiteindelijk bepaalt de klant zelf hoe hij een Tax Control Framework (TCF) inricht en hoeveel aandacht hij daar aan besteedt. Ten tweede omdat het inrichten van een TCF mensenwerk blijft en mensen maken nu eenmaal wel eens fouten. Door gebruik te maken van de steekproef kan echter wel de naheffingstermijn worden verkleind, waardoor het bedrag van de naheffingsaanslag in ieder geval aanzienlijk lager kan zijn.