De grens voorbij : een kwalitatief onderzoek naar de verwijzing en behandeling van jonge kinderen met gediagnosticeerde problematiek
De grens voorbij : een kwalitatief onderzoek naar de verwijzing en behandeling van jonge kinderen met gediagnosticeerde problematiek
Samenvatting
Dit onderzoek heeft als doel inzicht te bieden in de (ernst) van de problematiek binnen de
dagbehandelingsgroepen van De Zevenster. Getracht wordt objectieve gegevens te bieden ten
aanzien van de populatie binnen de dagbehandelingsgroepen en de zwaarte van de problematiek,
met als doel een bijdrage te leveren aan de behandeling of doorverwijzing van jonge kinderen met
ernstige problematiek. Het onderzoek bestaat uit twee hoofdonderwerpen: enerzijds de werkwijze van
Bureau Jeugdzorg omtrent verwijzing naar de 'dagbehandeling jonge kind' en naar de Jeugd-GGz en
anderzijds de invloed van het aantal kinderen met psychiatrische problematiek op de in te zetten
behandeling zoals die ervaren wordt door de medewerkers binnen de dagbehandelingsgroepen van
De Zevenster. Hiervoor heeft een literatuuronderzoek, dossieronderzoek en een afname van
vragenlijsten en interviews plaatsgevonden. Het dossieronderzoek was gericht op de veronderstelling
van een toename van het aantal kinderen met diagnose of classificatie in het jaar 2007 ten opzichte
van het jaar 2003. Er is een aparte vragenlijst voor zowel de pedagogisch medewerkers als de
behandelcoördinatoren verspreid met als doel inzicht te krijgen in de visie en ervaringen van de
medewerkers met kinderen met ernstige c.q. psychiatrische problematiek.
Op basis van het onderzoek is te concluderen dat er een toename is van het aantal kinderen met
diagnose of een vermoeden van psychiatrische problematiek. Deze toename kan voor het grootste
deel verklaard worden door de toenemende belangstelling voor vroegsignalering en kennis op het
gebied van diagnostiek en interventies. Gezien de jonge leeftijd waarop de diagnose is gesteld,
kunnen er weinig uitspraken gedaan worden over de prognose van de problematiek. Naast de
gestelde diagnose, was er bij een aantal kinderen tevens sprake van gezinsproblematiek, zoals een
ondertoezichtstelling (OTS), AMK- melding, psychiatrische problematiek bij één of beide ouders of een
verminderde draagkracht. Vanwege de jonge leeftijd en de vaak complexe situaties is er bij een deel
van de kinderen geen goed zicht op de kern van de problematiek. Zowel de pedagogisch
medewerkers als de behandelcoördinatoren hebben aangegeven het onderscheid tussen kind- en
omgevingsfactoren als oorzaak van de problematiek lastig te vinden. Alhoewel dit onderscheid
moeilijk te maken is bij jonge kinderen, vormt dit nog steeds het uitgangspunt bij de keuze voor
Jeugdhulpverlening of Jeugd-GGz. De kans op behandeling in de Jeugd-GGz is groter indien de
ouders meer dan voldoende pedagogische vaardigheden hebben er voldoende netwerk is om op
terug te vallen. Daarnaast wordt er in het kader van het zo- zo- zo- beleid eerst voor een plaatsing in
de dagbehandeling jonge kind gekozen. Indien blijkt dat deze onvoldoende middelen in huis heeft, kan
verwijzing naar de Jeugd-GGz volgen. Zowel Bureau Jeugdzorg Gelderland als Utrecht kiezen bij
jonge kinderen enkel voor de Jeugd-GGz bij diagnostiek en hulpvragen die ambulant behandeld
kunnen worden. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat er weinig behandelaanbod is voor jonge
kinderen buiten de Jeugdhulpverlening. Een deeltijdkliniek in de Jeugd-GGz is doorgaans voor
kinderen vanaf zes jaar.
Binnen de dagbehandelingsgroepen van De Zevenster ervaren de pedagogisch medewerkers en de
behandelcoördinatoren verschillende moeilijkheden in de behandeling van kinderen met
psychiatrische problematiek. Het vóórkomen van psychiatrische problematiek staat duidelijk in
verband met het type behandelgroep, wat vervolgens van invloed is op de zwaarte van de
problematiek zoals die ervaren wordt door de medewerkers in de desbetreffende groep. Voornamelijk
bij kinderen die zich niet kunnen handhaven in groepssituaties en één- op -één begeleiding nodig
hebben worden er moeilijkheden ervaren. Een aantal behandelcoördinatoren zien dit dan ook als
contra-indicatie. De behandelcoördinatoren ervaren voornamelijk de afwezigheid van een
kinderpsychiater als belemmerend. Alhoewel zij de mogelijkheid hebben om consult aan te vragen van
de kinderpsychiater van Fornhese, wordt er van deze mogelijkheid wisselend gebruik gemaakt.
Op basis van de onderzoeksgegevens wordt er een aantal aanbevelingen gedaan gericht op de
behandeling van kinderen met psychiatrische problematiek binnen de dagbehandelingsgroepen en de
samenwerking met de Jeugd-GGz en Bureau Jeugdzorg.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Social Work |
Partner | Trajectum, locatie De Zevenster, Veenendaal |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |