Samenvatting

In juni 2008 is Fonteinkruid, een woonvorm en dagbesteding voor mensen met al dan niet een
lichamelijke en verstandelijke beperking met epilepsie geopend.
Fonteinkruid is opgezet met het idee: een woonvorm met cliënten die de wijk waarin ze
wonen kunnen beleven. Hiermee wordt bedoeld het integreren in de wijk, want een ieder
beleefd de wijk op zijn niveau.
In de loop van de tijd bleek dat er een andere vraag van zorg ontstond. Cliënten die zich
aanmelden zijn meer zorgbehoevend dan in eerste instantie rekening mee was gehouden. Voor
dagbesteding heeft dit als gevolg dat er een diverse groep cliënten dagbesteding geboden moet
worden, die voor iedereen passend is bij de vraag van de cliënt.

Na vele veranderingen wat betreft de doelgroep, is het tijd om te kijken naar de huidige situatie en wat mogelijke verbeteringen zijn. Om een beeld te krijgen wat mogelijkheden ter verbetering zijn, was er voorkeur voor onderzoek binnen soortgelijke zorginstellingen. Onderzoek binnen het zorgkantoor geeft inzicht in de eisen van de overheid, die ter verbetering zorgen en voldoen aan de maatstaven van de overheid.

De doelstelling van het onderzoek is om te komen tot aanbevelingen, waarmee dagbesteding meer kan aansluiten op de vraag van de huidige cliënt. Dagbesteding Fonteinkruid wil zinvolle dagbesteding bieden voor een brede groep cliënten variërend in sekse, leeftijd, ontwikkelingsniveau en behoeften.

De onderzoeksvraag luidt als volgt: Hoe behoort Fonteinkruid dagbesteding te realiseren, om aan de vraag van de huidige cliënt te voldoen? Om deze vraag te beantwoorden zijn de volgende deelvragen geformuleerd: 1. Welke eisen stellen overheidsinstanties aan dagbesteding? 2. Aan welke voorwaarden dient dagbesteding Fonteinkruid te voldoen voor de huidige cliënt? Deze voorwaarden zijn gericht op groepsindeling, personeel, visie, kennis en dagbesteding.

Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag wordt er literatuuronderzoek gedaan en kwalitatief onderzoek gedaan d.m.v. interviews bij verschillende dagactiviteitencentra en het zorgkantoor te Zwolle. Om het onderzoek te kaderen is het gericht op de doelgroep met een laag ontwikkelingsniveau.

Resultaten. Er zijn 4 interviews afgenomen bij verschillende dagactiviteitencentra en het zorgkantoor. In het interview met het zorgkantoor werden vragen gesteld op het gebied van overheidseisen die worden gesteld aan dagbesteding. De andere drie interviews zijn bij de volgende instellingen afgenomen: dagcentrum "de Kameel'; dagactiviteitencentrum 't Hagenhuus en dagactiviteitencentrum "DAC Heemstede'.

De interviews zijn verdeeld in de volgende onderwerpen: - visie; - vraag van de cliënt; - ruimte en groepsindeling; - functie activiteitenbegeleider; - scholing en kennis.

Conclusie. Om te voldoen aan de vraag van de cliënt met een laag ontwikkelingniveau, na alle veranderingen binnen dagbesteding Fonteinkruid (hoofdstuk 3, paragraaf 3.5) moet er op meerdere gebieden mee worden gegaan met deze ontwikkeling. Ten eerste is het voor dagbesteding belangrijk om te voldoen aan de eisen die de overheid stelt aan een zorginstelling. Dit is nodig om kwaliteit te waarborgen. Zie voor inhoudelijke informatie hoofdstuk zes, paragraaf 6.2.1.
Om antwoord te geven op de onderzoekvraag zijn er voorwaarden nodig waar dagbesteding Fonteinkruid aan behoort te voldoen. Deze vraag is beantwoord naar de onderwerpen die hierboven bij de resultaten staan beschreven. Er wordt een korte versie weergegeven van de voorwaarden die zijn gebleken uit het onderzoek: (zie uitgebreide versie hoofdstuk 6) - specifieke visie op dagbesteding; - werkwijze en benadering wordt specifieker omschreven; - activiteiten stimuleren en prikkelen zintuigen; - multidisciplinair; - contact ouders/ verwanten cliënt; - overlegvormen (zorg en begeleiding centraal); - zorgtaken gepland; - planmatig werken; - passende en veilige activiteitenruimte; - ruimte prikkelend en stimuleren; - benadering gericht op prikkelen zintuigen; - vakinhoudelijke kennis.

Geconcludeerd kan worden uit dit onderzoek dat er meerdere zaken nodig zijn, om te voldoen aan de vraag van de cliënt. Door de verschillende onderwerpen te belichten in het onderzoek is antwoord verkregen op de onderzoeksvraag.

Aanbevelingen (zie uitgebreide versie hoofdstuk 7).
1. Om duidelijk weer te geven waar het dagactiviteitencentrum voor staat, is het belangrijk om te
zorgen voor een specifieke visie op dagbesteding.
2. Binnen het activiteitenplan waarin de doelen van de cliënt beschreven staan, wordt de werk- en
benaderingswijze stap voor stap omschreven.
3. Activiteiten en de benaderingswijze worden op een sensopatische wijze aangeboden aan de
cliënt.
4. Schakel ouders/ verwanten/ vertegenwoordigers in om informatie over de cliënt te verzamelen.
5. Er is een overlegstructuur waarbij de inhoud van de zorg en begeleiding centraal staan.
6. Er is een planmatige werkwijze, om iedere cliënt voldoende aandacht te bieden.
. De activiteitenruimte is zo ingericht, dat zintuigen geprikkeld kunnen worden, maar ook
zorgt voor rust en opgedeeld in een werkruimte en een ontspanning/sensopatisch gedeelte.
. Scholing en kennis zijn gericht op de doelgroep met een laag ontwikkelingsniveau en
vakinhoudelijke kennis.

Voor de verder beschrijving van de aanbevelingen zie hoofdstuk 7.