Samenvatting

De beeldvorming van de eerstejaarsstudenten over iemand met een verslaving wordt door enkele studenten omschreven als een persoon die middelen gebruikt en deze middelen vormen een gevaar
voor de gezondheid. Daarnaast geven enkele studenten weer dat de persoon financiële problemen en nog talrijke andere problemen heeft. Anderen benoemen dat de persoon in een isolement leeft.
Genoemd wordt door enkele studenten dat mensen met een alcoholverslaving of een harddrugsverslaving geen controle meer hebben over hun leven. Anderen noemen dat de mensen met een cannabisverslaving en mensen met een harddrugsverslaving het lastig hebben met afkicken.
Daarnaast wordt er door enkelen benoemd dat de mensen met een alcoholverslaving en de mensen met een cannabisverslaving stinken.
Specifiek wordt bij mensen met een cannabisverslaving de beeldvorming weergegeven dat iemand met een cannabisverslaving het middel "hasj, wiet of joint" gebruikt en andere studenten noemen
dat de werking hiervan een relaxt gevoel geeft. Er wordt benoemd door enkelen dat het leven van een cannabisverslaafde draait om het middel. Ook wordt er door enigen benoemd dat jongeren een
cannabisverslaving hebben. Daarnaast wordt er door enkelen genoemd dat een cannabisverslaafde stom en dom is.
Bij mensen met een alcoholverslaving wordt nog specifiek genoemd door enkele studenten dat dit mensen zijn die dronken zijn en vluchtgedrag vertonen. Een alcoholverslaafd kan agressief zijn volgens enkele studenten en er zijn studenten die associëren een alcoholverslaafde met zwervers.
Andere studenten benoemen het sociale milieu van de alcoholverslaafde nog als mogelijke oorzaak of gevolg van de verslaving.
Specifiek wordt bij mensen met een harddrugsverslaving weergeven door de studenten dat de verslaafden de middelen spuiten, snuiven of slikken. Enkele studenten noemen dat ze verkeerde vrienden hebben en anderen noemen de associatie 'feest'. Ook zijn er studenten die
harddrugsverslaving associëren met de dood. De harddrugsverslaafden komen volgens enige studenten in aanraking met dealers en enkelen benoemen dat ze delicten plegen. Een andere uitspraak door de studenten is dat een harddrugsverslaafde gevaarlijk is.
Bij de totstandkoming van de beeldvorming over mensen met een verslaving hebben de leeftijd van de studenten, de plaats waar de studenten de grootste tijd van hun leven hebben doorbrachten en
de religie waarmee ze zijn opgegroeid mee gespeeld.
De resultaten geven weer dat er richting mensen met een verslaving meer oordelende associaties zijn dan naar mensen met een psychiatrische stoornis. Het bevestigt de uitspraken die gedaan zijn
over de negatieve gedachten die er zijn over verslaafden (de Jong, 2006). Daarnaast komt ook naar voren dat er ook associaties gegeven zijn die je als kenmerkend voor een verslaafde kunt betitelen.
Deze resultaten geven ook weer dat er ook weinig kennis aanwezig is bij de eerstejaarsstudenten over mensen met een verslaving. De eerstejaarsstudenten zullen in het verloop van hun opleiding
meer kennis krijgen over de verslavingen waardoor mogelijk hun beeld anders gevormd gaat worden.
De resultaten geven weer hoe er gedacht wordt over mensen met een verslaving en er komt een beeld naar voren over de mensen. Ook komt naar voren dat beeldvorming van vele factoren afhankelijk is en kan zijn. Het beeld wat mensen vormen kan door veel omgevingsfactoren beïnvloed worden. Waardoor het mogelijk is dat andere factoren ook nog een rol kunnen spelen.