De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Anamneselijst bij de aanmelding van jonge kinderen met eet- en drinkproblemen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Anamneselijst bij de aanmelding van jonge kinderen met eet- en drinkproblemen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen worden vaak onterecht gezien als een ziekte of afwijking op
zichzelf. Vanuit medisch oogpunt worden eet- en drinkproblemen meer gezien als symptoom van een
ziekte (Tolboom, 2000). Aangezien er geen universeel geaccepteerde definitie of classificatie bestaat
van het begrip eet- en drinkproblemen is het moeilijk dit begrip helder te krijgen (Benjasuwantap et al.,
2013).
Wel zijn er verschillende mogelijkheden eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen in te delen, zoals:
een indeling op basis van de aangedane vaardigheid, een indeling op basis van de onderliggende
oorzaak of een indeling volgens de International Classification of Functioning, Dysability and Health
(ICF) (Engel-Hoek van den, 2011).
Verschillende factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van eet- en drinkproblemen. Er kan een
neurologische basis zijn, waardoor bewegingen in het mondgebied niet correct kunnen worden
uitgevoerd. Er kan sprake zijn van hypo- of hypersensibiliteit welke tot een dusdanige onrust,
overprikkeling of apathie leiden, waardoor startproblemen met zuigen kunnen optreden. Ook
anatomische en/of fysiologische beperkingen kunnen tot asymmetrie in het mondgebied, teveel of te
weinig kaakopening of problemen met de zuigbeweging leiden (Winstock, 2005).
Veel moeilijkheden met orale voeding die uit bovenstaande factoren kunnen voortkomen, zouden
door middel van vroegtijdige interventie en begeleiding kunnen worden beperkt of zelfs worden
voorkomen. Een interdisciplinaire aanpak is hierin het meest effectief (Arvedson, 2002). Samenwerking
van zorgprofessionals zoals artsen, fysiotherapeuten, logopedisten, diëtisten, wijkverpleegkundigen,
psychologen en/of orthopedagogen in alle stadia van het eet- en drinkproces heeft een positief effect
op de kwaliteit van zorg. Zo toonden Arvedson et al., (2002) al eerder aan, dat kinderen beter worden
geholpen door een interdisciplinair team, dan door één discipline afzonderlijk (Arvedson et al., 2002).
De start van een goede interdisciplinaire aanpak bestaat uit een gedegen anamnese en
probleemanalyse. De aard van en het stadia, waarin de voedingsproblemen optreden geeft al een
eerste indicatie welke zorgprofessionals actief bij de begeleiding/behandeling dienen te worden
betrokken (Engel-Hoek van den, 2011).
Om vast te stellen of er begeleiding nodig is en om de aard van de begeleiding te bepalen, dient er een
assessment bestaande uit een (hetero)anamnese en observatie en/of onderzoek plaats te vinden. Door
middel van assessments kunnen hulpvragen en ervaren problemen worden geïnventariseerd, die als
uitgangspunt voor het behandelplan gaan dienen. Er zijn diverse formulieren, lijsten en schalen
beschikbaar voor het onderzoeken van kinderen met eet- en drinkproblemen. Deze kunnen gericht zijn
op anamnese, observatie en onderzoek of een combinatie van deze drie onderdelen (Engel-Hoek van
den, 2011).

Toon meer
OrganisatieZuyd Hogeschool
OpleidingLogopedie
AfdelingFaculteit Gezondheidszorg
Datum2015-12-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk