De verhuisplicht vs. het recht op familie- en gezinsleven
Een beschouwende scriptie over de inmenging van de verhuisplicht van art. 18 lid 4 sub e Participatiewet in het recht op familie- en gezinsleven van art. 8 EVRMWij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
De verhuisplicht vs. het recht op familie- en gezinsleven
Een beschouwende scriptie over de inmenging van de verhuisplicht van art. 18 lid 4 sub e Participatiewet in het recht op familie- en gezinsleven van art. 8 EVRMWij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Samenvatting
De probleemstelling ‘In hoeverre zorgt de verhuisplicht van art. 18 lid 4 sub e Participatiewet voor inmenging in het recht op familie- en gezinsleven van art. 8 EVRM?’ kan als volgt worden beantwoord. In beginsel is de verhuisplicht van art. 18 lid 4 sub e Participatiewet strijdig met het recht op familie- en gezinsleven, gelet op art. 8 lid 1 EVRM en bijbehorende jurisprudentie. Deze inmenging is echter geen legitieme inmenging gelet op de toetsing van de verhuisplicht van de Participatiewet aan de beperkingsclausule van art. 8 lid 2 EVRM.
Ten eerste voldoet de verhuisplicht niet aan de legaliteitstoets, aangezien de bepaling niet als nauwkeurig en voldoende duidelijk aan te merken. Aan de overige vereisten van de legaliteitstoets is echter wel voldaan. Dit doet echter niets af aan het feit dat de bepaling niet nauwkeurig en voldoende duidelijk is geformuleerd, waardoor de verhuisplicht niet voldoet aan de legaliteitstoets.
De verhuisplicht voldoet wel aan het vereiste dat de inmenging in het recht op familie- en gezinsleven een geoorloofd doel dient.
De verhuisplicht van art. 18 lid 4 sub e van de Participatiewet voldoet niet aan de laatste voorwaarde van art. 8 lid 2 EVRM. De inmenging in het recht op familie- en gezinsleven is namelijk niet noodzakelijk in een democratische samenleving. Taalkundig gezien valt de verhuisplicht hier wel onder, maar er ontbreekt een dringende sociale behoefte. Tevens is er geen juiste balans tussen de belangen van de gemeenschap en de belangen van de bijstandsgerechtigden. Daarnaast ontbreken er waarborgen die willekeur misbruik moeten tegen gaan
Organisatie | Zuyd Hogeschool |
Opleiding | Hogere Juridische Opleiding |
Afdeling | Faculteit Management en Recht |
Datum | 2015-05-14 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |