Positief leerkrachtgedrag
Het onderwerp voor dit onderzoek is voor mij geen moeilijke keuze geweest. Na het lezen van het boek: "Goed gedrag kun je leren" van Annemieke Golly kreeg ik al snel het idee, deze methode te gaan uitproberen in een groep op de Praktijkschool. Er is gekozen voor een actieonderzoek in een 2 jaars groep. …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
Leeskanjers: een remediëringsprogramma voor autistische kinderen met een leesprobleem
In dit onderzoek hebben wij onderzocht hoe de methode Veilig Leren Lezen zo optimaal mogelijk werkbaar is binnen ons onderwijsconcept (zie onderwerp). Daarnaast hebben wij een methodiek ontwikkeld, die aansluit bij de methode Veilig Leren Lezen. De methodiek draagt zorgt voor het extra remediëren en …
2010Opvoeding & OnderwijsMaster
Ontwikkeling van excellentieonderwijs in het HBO
Het hbo kent een grote diversiteit in instroom wat betreft de vooropleiding, die varieert van mbo en havo tot vwo. Differentiatie is nodig om elke student de uitdagingen te bieden die hij of zij aankan (Onderwijsraad, 2008). Excellentieprogramma’s kunnen die uitdaging bieden voor de bijzonder getalenteerde …
2010AlgemeenArtikel
Scrum en XP frisse wind in onderwijs
Projecten in het hbo kenmerken zich meestal door een strakke rolverdeling, een flinke hoeveelheid documentatie en een watervalaanpak. De resultaten met een Agile-werkwijze zijn echter bemoedigend. Studenten zijn enthousiast door de continue focus op werkende software en de verbeterde communicatie in …
2009-03-01AlgemeenBijdrage aan periodiek
Bullying and Bullying Prevention: A Teacher's Guide
Het onderwerp van mijn scriptie is 'pesten'. Tijdens mijn stages werd ik vaak geconfronteerd met pesten. Ik vond het heel moeilijk om te bepalen wat pesten is. Verder wist ik ook niet hoe ik het probleem moest aanpakken. Leerlingen waarschuwen en straffen werkten helemaal niet. Ik ging rond vragen om …
2009Taal, Cultuur & KunstenBachelor
Het nieuwe 'silent landscape' en de opleving van de Noordelijke romantische traditie
Is het nieuwe “silent landscape” een opleving van de Noordelijke Romantische traditie? Een vraag die ik mijzelf stel om dit onderzoek te kunnen doen. Op deze vraag ben ik niet vanzelfsprekend gekomen, die vormde zich naarmate het onderzoek vorderde. Ik begon met wat mij bezig hield in mijn eigen beeldend …
2009Taal, Cultuur & KunstenBachelor
Het Israëlische optreden gedurende de Tweede Libanonoorlog
Het Israëlische optreden tijdens de Tweede Libanonoorlog in 2006 heeft veel discussie opgeleverd. De Israëlische aanpak kreeg overwegend slechte kritieken, in binnen- en buitenland. De oorlog was begonnen na een actie van de sjiitische organisatie waarbij twee Israëlische militairen ontvoerd werden. …
2009AlgemeenRapport
Je maakt mij bang! : pmst bij het losmakingsproces in symbiotische relatie
Mijn vraagstelling is tot stand gekomen door mijn interesse voor psychomotorische systeemtherapie (PMST) en een deel van een gezin dat aangemeld werd voor psychomotorische therapie (PMT). De vraagstelling luidt als volgt: Wat is de specifieke bijdrage van PMST (psychomotorische systeem therapie) bij het losmakingsproces in een symbiotische relatie tussen moeder en zoon binnen een ambulante setting? Met deze vraag wordt inzichtelijk waarom PMST in deze casus wel of geen gepaste behandelmethode is. Het gezinsdeel dat aangemeld werd voor PMST, bestaande uit een moeder en zoon (10 jaar), hadden een symbiotische relatie. Dit betekende dat ze met elkaar verbonden waren, op een manier welke er voor zorgde dat zoon zich niet of nauwelijks verder kon ontwikkelen op bepaalde gebieden. Dit was onder andere zichtbaar in het aangaan van spannende en onbekende situaties, bijvoorbeeld alleen naar de winkel gaan of met vriendjes buiten spelen. In deze situaties werd moeder angstig, deze angst werd op haar zoon geprojecteerd, waardoor hij de angst ook ervoer. Ze beschermde haar zoon teveel en onthield hem daardoor van situaties die jongens van zijn leeftijd wel zouden moeten ervaren, zoals bijvoorbeeld zelfstandig een brood bij de bakker halen. Daarnaast had moeder geen controle over haar zoon wanneer hij boos of verdrietig was. Als hij boos werd liet hij dwingend gedrag zien, moeder wist niet hoe ze daarmee om moest gaan en koos voor de lieve vrede en reageerde niet op hem. Het gezinsdeel, is in totaal zeven maanden in therapie geweest. In die periode leerde moeder haar angsten onder controle te houden en werd haar zoon uitgedaagd om spannende en onbekende actiiteiten aan te gaan. Het contact tussen moeder en zoon werd verbroken, zodat de angsten van moeder niet of minder geprojecteerd werden op haar zoon. Toen moeder haar angst onder controle had, werd er plaats gemaakt voor het geven van complimenten en aanmoedigingen. Door de complimenten kreeg haar zoon steeds meer zelfvertrouwen. Hij durfde steeds moeilijkere en spannendere activiteiten uit te voeren en zei regelmatig dat hij ergens goed in was. Op een gegeven moment moest moeder de stapjes die gemaakt konden worden, om een activiteit makkelijker of moeilijker te maken, aangeven. Ze had inmiddels meer zicht gekregen op de vaardigheden van haar kind en kon inschatten welke activiteiten hij kon. Door een activiteit aan te passen, lukte het moeder om het elke keer een stapje moeilijker te maken. Moeder moest hem stimuleren om iets te laten doen wat spannend was. Het contact werd steeds beter. Moeder stimuleerde en complimenteerde haar zoon, ze maakten grapjes met elkaar en wanneer zoon om hulp vroeg, hielp moeder zoals haar zoon dat vroeg. Daarnaast leerde moeder vaardigheden die hielpen het dwingende gedrag van haar zoon in te dammen. Met behulp van een beloningssysteem en het geven van concrete opdrachten leerde moeder om haar zoon te laten doen, wat zij wou. Het dwingende gedrag verdween langzaam, moeder en zoon leken steeds meer op één lijn te liggen en gingen meer communiceren. Op momenten dat zoon iets niet wou doen, lukte het moeder om afstand te nemen en zijn aandacht te richten op iets anders. Tijdens de therapie werd gebruik gemaakt van een beloningssysteem, deze heeft moeder in een later stadium ook in de thuissituatie gebruikt. Zoon was hier vatbaar voor en liet minder dwingend en dwars gedrag zien. Ook lukte het moeder om meer afstand te bewaren op momenten dat zoon pijn had. Eerder zou ze hem troosten en kon hij zijn pijn gebruiken om te manipuleren. Later zag moeder in dat zoon zich vaak aanstelde en dat ze door afstand te nemen hem eerder in een andere situatie kon krijgen. Om bovenstaande te bereiken, werd gebruik gemaakt van diverse methoden. Om het dwingende gedrag te verminderen, is het straffen en belonen uit de behavioristische stroming gebruikt. Door moeder te laten oefenen met nieuwe vaardigheden met betrekking tot straffen en belonen, kon ze deze in het dagelijkse leven ook uitvoeren. Ook ervoer ze wat voor gevolgen bepaalde vaardigheden konden hebben. Dit is vervolgens gekoppeld aan de PMT-modaliteiten oefenen en ervaren. Na een theoretische verdieping en de ervaringen in de zaal kon een antwoord op de vraagstelling van deze afstudeeropdracht kome. Mijns inziens is PMST een meerwaarde bij deze casus geweest, omdat de angsten van moeder en zoon makkelijk in bewegingssituaties opgeroepen konden worden. Moeder en zoon konden daar tegelijkertijd mee leren omgaan, en ervoeren direct de gevolgen bij elkaar en zichzelf. Voor het oproepen van de angsten bij zoon, wat vervolgens moeders angsten opriep, was PMT een uitstekende therapie vorm. De angsten konden opgeroepen worden door spannende activiteiten aan te bieden, zoals een balanceeroefening. De activiteiten waren ook makkelijk te differentiëren, waardoor er gespeeld kon worden met niveauverschillen. Daarnaast was PMT een gepaste vorm om moeder in de praktijk te leren hoe ze situaties waarin ze angst ervoer moest aanpakken. In de behandeling werd zij gevraagd om activiteiten aan te passen op het niveau wat ze dacht dat haar zoon aankon. Juist doordat zij kon zien hoe haar zoon activiteiten uitvoerde, kon zij de activiteiten aanpassen door het makkelijker en moeilijker te maken. Het is vrijwel onmogelijk om pratend er achter te komen of een activiteit geschikt of ongeschikt is voor een kind en hoe hij zch zou gaan gedragen binnen een activiteit …
2009Mens & MaatschappijBachelor
Hulpverlening aan kinderen in het AMW : Maatschappelijk werkers aan het woord
Tijdens mijn jaarstage heb ik gesignaleerd dat Maatschappelijk Werk Noordermaat steeds meer te maken kreeg met een relatief nieuwe doelgroep: kinderen van zes tot en met twaalf jaar. Ik heb onderzocht of de maatschappelijk werkers binnen Noordermaat zich deskundig voelen in de hulpverlening aan kinderen, …
2009Mens & MaatschappijBachelor
Niet aangeboren hersenletsel en agressie : hoe kan er binnen PMT gewerkt worden met deze revalidanten/cliënten
Mijn vraagstelling is tot stand gekomen tijdens mijn eindstage bij Revalidatie Friesland te Beetsterzwaag. Één van de revalidanten vertoonde agressief gedrag en kreeg daarom veel aandacht. Ook mijn aandacht ging uit naar deze meneer maar dan om te onderzoeken waar dit gedrag vandaan komt en hoe hieraan …
2009Mens & MaatschappijBachelor