Zijn taaltoetsen bruikbaar voor het verbeteren van academische schrijfvaardigheid?
Veel hogescholen en universiteiten maken gebruik van een taaltoets voor eerstejaars als onderdeel van beleid dat gericht is op verbetering van hun schrijfvaardigheid. Meestal richten deze taaltoetsen zich op kennis van spelling en grammatica. Heleen Lieve en Amos van Gelderen gingen na in hoeverre een …
2014-01-01Opvoeding & OnderwijsArtikel
Bepaling van rivaroxaban in plasma met LC-MS/MS en methodevergelijk met de aangepaste anti-factor Xa bepaling
Uit het voorwoord: "Als afstudeeropdracht, voor de deeltijd opleiding Chemie aan de Hogeschool Utrecht, heb ik gekozen voor het opzetten en valideren van een methode om rivaroxaban in plasma te bepalen met LC-MS/MS. Deze LC-MS/MS methode heb ik vervolgens gebruikt om methodevergelijk uit te voeren met …
2013TechniekBachelor
Groepjes of één groep?
In het artikel wordt een onderzoek naar klassencohesie beschreven. Er is onderzocht of het verhogen van de klassencohesie leidt tot een positiever beeld van medeleerlingen en een actievere deelname in de les. Het uiteindelijk doel is het krijgen van betere oefen- en leerresultaten in de gehele klas. …
2012-08-30Opvoeding & OnderwijsBachelor
De Grachtenhuizen. Met het Amsterdam Museum als moederschip.
Het Amsterdam Museum is per 1 januari 2009 verzelfstandigd en moet sinds die datum samen met zijn dependance Museum Willet-Holthuysen trachten commercieel op eigen benen te staan. Waar de musea voor die tijd onderdeel uitmaakten van de Dienst Historische Musea van de Gemeente Amsterdam kan de organisatie …
2012-01-09ICT & MediaBachelor
Stoere jongens, lieve juffen
Het onderzoek beschrijft de invloed van vrouwelijke leerkrachten op jongens in het basisonderwijs, specifiek de jongens in de kleuterleeftijd. Het onderzoek beschrijft de specifieke behoeften van jongens en de strategieen die je als vrouwelijke leerkracht kunt toepassen. Als vrouwelijke leerkracht kun …
2012Opvoeding & OnderwijsMaster
Faalangst : Een handreiking voor de LO docent om adequaat met faalangst om te gaan
De leeftijd van twaalf tot veertien jaar is een ingrijpende periode, waarin veel veranderingen plaatsvinden. Zowel lichamelijk kenmerken veranderen, maar ook de overgang naar een andere school en de sociale omgeving verandert. De leerlingen moeten op zoek naar een nieuwe plek en identiteit in een nieuwe …
2009AlgemeenBachelor
Naschoolse opvang voor kinderen met een motorische beperking
Met dit onderzoek is inzicht verkregen in de behoefte van ouders aan naschoolse opvang, gecombineerd met verschillende therapieën voor kinderen met een motorische beperking in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar in Breda en omstreken. Ook worden mogelijkheden bekeken om deze vorm van naschoolse opvang …
2009Opvoeding & OnderwijsBachelor
Je maakt mij bang! : pmst bij het losmakingsproces in symbiotische relatie
Mijn vraagstelling is tot stand gekomen door mijn interesse voor psychomotorische systeemtherapie (PMST) en een deel van een gezin dat aangemeld werd voor psychomotorische therapie (PMT). De vraagstelling luidt als volgt: Wat is de specifieke bijdrage van PMST (psychomotorische systeem therapie) bij het losmakingsproces in een symbiotische relatie tussen moeder en zoon binnen een ambulante setting? Met deze vraag wordt inzichtelijk waarom PMST in deze casus wel of geen gepaste behandelmethode is. Het gezinsdeel dat aangemeld werd voor PMST, bestaande uit een moeder en zoon (10 jaar), hadden een symbiotische relatie. Dit betekende dat ze met elkaar verbonden waren, op een manier welke er voor zorgde dat zoon zich niet of nauwelijks verder kon ontwikkelen op bepaalde gebieden. Dit was onder andere zichtbaar in het aangaan van spannende en onbekende situaties, bijvoorbeeld alleen naar de winkel gaan of met vriendjes buiten spelen. In deze situaties werd moeder angstig, deze angst werd op haar zoon geprojecteerd, waardoor hij de angst ook ervoer. Ze beschermde haar zoon teveel en onthield hem daardoor van situaties die jongens van zijn leeftijd wel zouden moeten ervaren, zoals bijvoorbeeld zelfstandig een brood bij de bakker halen. Daarnaast had moeder geen controle over haar zoon wanneer hij boos of verdrietig was. Als hij boos werd liet hij dwingend gedrag zien, moeder wist niet hoe ze daarmee om moest gaan en koos voor de lieve vrede en reageerde niet op hem. Het gezinsdeel, is in totaal zeven maanden in therapie geweest. In die periode leerde moeder haar angsten onder controle te houden en werd haar zoon uitgedaagd om spannende en onbekende actiiteiten aan te gaan. Het contact tussen moeder en zoon werd verbroken, zodat de angsten van moeder niet of minder geprojecteerd werden op haar zoon. Toen moeder haar angst onder controle had, werd er plaats gemaakt voor het geven van complimenten en aanmoedigingen. Door de complimenten kreeg haar zoon steeds meer zelfvertrouwen. Hij durfde steeds moeilijkere en spannendere activiteiten uit te voeren en zei regelmatig dat hij ergens goed in was. Op een gegeven moment moest moeder de stapjes die gemaakt konden worden, om een activiteit makkelijker of moeilijker te maken, aangeven. Ze had inmiddels meer zicht gekregen op de vaardigheden van haar kind en kon inschatten welke activiteiten hij kon. Door een activiteit aan te passen, lukte het moeder om het elke keer een stapje moeilijker te maken. Moeder moest hem stimuleren om iets te laten doen wat spannend was. Het contact werd steeds beter. Moeder stimuleerde en complimenteerde haar zoon, ze maakten grapjes met elkaar en wanneer zoon om hulp vroeg, hielp moeder zoals haar zoon dat vroeg. Daarnaast leerde moeder vaardigheden die hielpen het dwingende gedrag van haar zoon in te dammen. Met behulp van een beloningssysteem en het geven van concrete opdrachten leerde moeder om haar zoon te laten doen, wat zij wou. Het dwingende gedrag verdween langzaam, moeder en zoon leken steeds meer op één lijn te liggen en gingen meer communiceren. Op momenten dat zoon iets niet wou doen, lukte het moeder om afstand te nemen en zijn aandacht te richten op iets anders. Tijdens de therapie werd gebruik gemaakt van een beloningssysteem, deze heeft moeder in een later stadium ook in de thuissituatie gebruikt. Zoon was hier vatbaar voor en liet minder dwingend en dwars gedrag zien. Ook lukte het moeder om meer afstand te bewaren op momenten dat zoon pijn had. Eerder zou ze hem troosten en kon hij zijn pijn gebruiken om te manipuleren. Later zag moeder in dat zoon zich vaak aanstelde en dat ze door afstand te nemen hem eerder in een andere situatie kon krijgen. Om bovenstaande te bereiken, werd gebruik gemaakt van diverse methoden. Om het dwingende gedrag te verminderen, is het straffen en belonen uit de behavioristische stroming gebruikt. Door moeder te laten oefenen met nieuwe vaardigheden met betrekking tot straffen en belonen, kon ze deze in het dagelijkse leven ook uitvoeren. Ook ervoer ze wat voor gevolgen bepaalde vaardigheden konden hebben. Dit is vervolgens gekoppeld aan de PMT-modaliteiten oefenen en ervaren. Na een theoretische verdieping en de ervaringen in de zaal kon een antwoord op de vraagstelling van deze afstudeeropdracht kome. Mijns inziens is PMST een meerwaarde bij deze casus geweest, omdat de angsten van moeder en zoon makkelijk in bewegingssituaties opgeroepen konden worden. Moeder en zoon konden daar tegelijkertijd mee leren omgaan, en ervoeren direct de gevolgen bij elkaar en zichzelf. Voor het oproepen van de angsten bij zoon, wat vervolgens moeders angsten opriep, was PMT een uitstekende therapie vorm. De angsten konden opgeroepen worden door spannende activiteiten aan te bieden, zoals een balanceeroefening. De activiteiten waren ook makkelijk te differentiëren, waardoor er gespeeld kon worden met niveauverschillen. Daarnaast was PMT een gepaste vorm om moeder in de praktijk te leren hoe ze situaties waarin ze angst ervoer moest aanpakken. In de behandeling werd zij gevraagd om activiteiten aan te passen op het niveau wat ze dacht dat haar zoon aankon. Juist doordat zij kon zien hoe haar zoon activiteiten uitvoerde, kon zij de activiteiten aanpassen door het makkelijker en moeilijker te maken. Het is vrijwel onmogelijk om pratend er achter te komen of een activiteit geschikt of ongeschikt is voor een kind en hoe hij zch zou gaan gedragen binnen een activiteit …
2009Mens & MaatschappijBachelor
Uit of thuis? : literatuurstudie naar de (meer) waarde van 18 maanden huisbezoek
Tijdens mijn peuterbureaus valt mij op dat ik aan de vastgestelde 15 minuten niet voldoende heb om de vragen van ouders van 18 maanden oude peuters te beantwoorden. Bij navraag bleken collega's hetzelfde te ervaren. Ouders geven aan moeite te hebben met de grote ontwikkelingsveranderingen van hun kind, …
2006GezondheidBachelor