Samenvatting

In Nederland vinden er veel ruimtelijke ontwikkelingen plaats zoals de aanleg van nieuwe wegen waar het aanwezige groen voor zal moeten wijken. Het probleem is echter dat er vaak diersoorten aanwezig zijn in deze groene leefgebieden die daar speciale ecologische functies vervullen. Om schade aan deze dieren te voorkomen is de bescherming van veel Nederlandse plant- en diersoorten wettelijk vastgelegd. Zo zijn ontwikkelingsorganisaties verplicht het verloren leefgebied of de verloren ecologische functies binnen dit leefgebied te compenseren. Wanneer een leefgebied compleet moet wijken voor ontwikkeling dient er verregaande compensatie plaats te vinden in de vorm van zogeheten mitigerende translocaties. Hierbij wordt de populatie in kwestie gevangen en verplaatst naar een nieuw leefgebied ter compensatie van het verlies van het oude leefgebied. Dergelijke mitigatie translocaties variëren echter aanzienlijk in hun succes door de verschillende vangst- en verplaatsingsmethoden die worden toegepast. Hierbij is het alleen mogelijk deze werkzaamheden uit te voeren met een ontheffing van het bevoegd gezag die de beschreven methodiek in de ontheffingsaanvraag nog wel eens afwijst. Om afwijzingen te voorkomen en het succes van dergelijke translocaties in de toekomst te vergroten is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Wat zijn de beste methoden voor het vangen en verplaatsen van Nederlandse amfibieën?