De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Verward?! : Een kwalitatief onderzoek naar de invloed van de beroepshouding van politieagenten bij de aanpak verwarde personen naar het doorverwijzen naar het sociaal werk

Open access

Verward?! : Een kwalitatief onderzoek naar de invloed van de beroepshouding van politieagenten bij de aanpak verwarde personen naar het doorverwijzen naar het sociaal werk

Open access

Samenvatting

Om te kunnen participeren draag je als burger een grote verantwoordelijkheid waarbij structuur, context en een vorm van discipline nodig is. Bij verwarde personen kunnen deze factoren ontbreken met het gevolg dat ze met de politie in aanraking komen. De hulpverlening komt pas aan bod wanneer iemand zelf met een hulpvraag komt. Politieagenten werken vanuit hun beroepshouding waarin gehandeld wordt vanuit hun kerntaken en eigen gedragingen. Hierdoor komen verwarde personen met regelmaat in een strafrechtketen terecht waarin niet gekeken wordt naar de oorzaak van het gedrag maar alleen naar de daden die op dat moment zijn gepleegd. Verwarde personen zitten hierdoor ‘klem’ in onze samenleving (RMO, 2007). Wanneer er niet gewerkt wordt aan dit probleem kunnen sociaal werkers zich niet houden aan de beroepscode. Dit houdt in dat sociaal werkers niet de kans krijgen om de doelgroep te begeleiden zodat zij volwaardig op hun manier kunnen participeren in de samenleving. De hoofdvraag die uit deze signalering voortkomt luidt als volgt: ‘In hoeverre heeft de beroepshouding van politieagenten invloed op de aanpak van verwarde personen bij doorverwijzing naar het sociaal werk binnen Amsterdam?’ . Dit betreft een kwalitatief onderzoek waarbij er vier diepte-interviews, acht korte interviews en vier observaties zijn gedaan. De diepte-interviews zijn afgenomen met professionals met een hulpverlenende achtergrond of affiniteit met de doelgroep. De observaties en overige interviews zijn gehouden met politieagenten van de noodhulp. Onderzocht is welke spanningen politieagenten ervaren tussen hulpverlening en strafrecht, hoe de weg naar het sociaal werk geactiveerd wordt en welke competenties nodig zijn voor doorverwijzing naar het sociaal werk. Het doel van dit onderzoek was om te kijken welke aanpassingen nodig zijn om doorverwijzing tot stand te brengen zodat sociaal werkers de juiste hulp kunnen bieden. Uit de resultaten blijkt dat er geen gezamenlijke overeenstemming is over hoe om te gaan met verwarde personen. Er wordt vooral gehandeld vanuit eigen ervaringen omdat deze doelgroep op de opleiding minimaal aan bod komt. Daarnaast geven respondenten aan dat sommige politieagenten inadequate gedragingen en houdingen laten zien in het contact met verwarde personen. Daarbij wordt een dominante rol of machogedrag toegepast. Respondenten geven aan dat er meer naar het gedrag van de verwarde personen gekeken moet worden en dat dit 5 gerapporteerd moet worden. De competenties die nodig zijn om doorverwijzing tot stand te brengen zijn: een verward persoon kunnen herkennen, geduldig zijn, weten wie je moet inschakelen, observeren, analytisch zijn, letterlijk gedrag beschrijven, communicatievaardigheden, contact maken, in contact blijven, duidelijk zijn. De conclusie luidt dat doorverwijzing naar het sociaal werk niet tot stand komt doordat signaleren geen kerntaak is bij de politie waardoor het bij iedereen anders gaat, de opleiding minimaal informatie over de doelgroep en ziektebeelden geeft en sommige politieagenten inadequate gedragingen toepassen. De oplossingsrichtingen zijn aan de hand van micro-, meso- en macroniveau weergeven. Signaleren kan worden toegevoegd aan de kerntaken van de politie. Hierdoor vergroot de kans dat door elk basisteam dezelfde werkwijze gehanteerd wordt. De opleiding kan meer theoretische kennis bieden over de ziektebeelden en over signaleren door politieagenten. Daarnaast zijn er methodes die aansluiten op de doelgroep, deze kunnen in aangepaste vorm onderwezen worden. De kern daarvan is aansluiten op de belevingswereld van de cliënt. Als laatste kunnen de inadequate gedragingen omgezet worden in adequate gedragingen, volgens de theorie van gepland gedrag van Ajzen (1991). Daarbij kan de brede professionaliseringsbenadering helpen (VNG, 2017).

Toon meer
OrganisatieHogeschool van Amsterdam
OpleidingMaatschappelijk Werk en Dienstverlening
AfdelingMaatschappij en Recht
Jaar2019
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk