Zij aan zij in de overstap
transfercoaching voor jongeren bij de overstap van PRO/VSO/VMBO/entreeonderwijs naar vervolgonderwijs of werkZij aan zij in de overstap
transfercoaching voor jongeren bij de overstap van PRO/VSO/VMBO/entreeonderwijs naar vervolgonderwijs of werkSamenvatting
Op initiatief van de gemeente Amsterdam is in 2020 een pilot transferbegeleiding van start gegaan. Hierbinnen krijgen jongeren coaching tijdens overstapmomenten in hun schoolloopbaan. De pilot is gevolgd door onderzoek en daarvan wordt in dit rapport verslag gedaan. Daarnaast wordt er onderzocht hoe jongeren uit PRO/VSO beter begeleid kunnen worden in hun overstap naar vervolgonderwijs en/of van school naar werk. De eerste stap binnen de pilot betrof het informeren van zorgcoördinatoren en mentoren over de pilot. Als tweede stap zijn als transferbegeleiders coaches van MEE geselecteerd en nader geïnformeerd over de werkwijze. Gedurende het traject zijn ook coaches van Jongeren Die het Kunnen (JDK) bij het traject betrokken. De coaches hadden geen specifieke ‘transferbegeleidingswerkwijze’ die zij gebruikten en de coaching kon daarom niet op basis hiervan worden geëvalueerd. Het onderzoek kreeg daarmee een meer volgend en ondersteunend karakter. In de matching van jongeren en coaches stond de klik tussen jongeren en coaches centraal, daarom zijn er filmpjes gemaakt van de coaches waar leerlingen een keuze uit konden maken. Vervolgens is een speeddate met de coaches georganiseerd waar alle leerlingen een coach hebben gekozen. De pilot is gestart met 8 leerlingen. In de pilot zijn alle sleutelfiguren binnen het coaching traject geïnterviewd (coaches, leerlingen, betrokken docenten en ouders/verzorgers). De vragen waar jongeren mee worstelden waren zeer divers en liepen uiteen van heel praktische vragen tot zeer diepgaande vragen. Coaches hielpen door een jongere te begeleiden bij een praktisch vraagstuk zoals een bijbaantje regelen of bij minder ‘hands on’ problemen door een luisterend oor te zijn. Deze veelheid aan hulpvragen in combinatie met specifieke uitdagingen maakte dat er maatwerk nodig was. De coaches vonden sommige casussen daardoor zwaar en gaven aan behoefte te hebben aan meer input voor de coaching en zelf ook aan meer begeleiding en sturing. Uit de literatuur en gehouden interviews blijkt relatieopbouw van belang. De relatie heeft grote invloed op de slagingskans van een hulptraject. Om een relatie op te bouwen moet een professional onder andere menselijkheid, lef en empathie tonen en de jongere als een gelijke beschouwen. De coaches gaven aan dat het veel tijd kost – meer ook dan aanvankelijk werd gedacht - om elkaar te leren kennen en vertrouwen te winnen. De meeste tijd ging dan ook uit naar deze eerste fase van het traject. Coaches en jongeren voerden hierbij diverse activiteiten uit, zoals samen sporten, wandelen of samen eten. De jongeren stellen zich vaak niet makkelijk open. Ook blijkt open en betrokken bejegening te werken. Dit houdt onder andere in dat de professional betrouwbaar en betrokken is, naast de client staat, respect toont, voor goed contact zorgt en positieve feedback geeft. Motiverende gespreksvoering kan hierbij ingezet worden. Jongeren willen zich gezien en gehoord voelen. Dit betekent dat de professional interesse toont, inlevingsvermogen heeft, meedenkt en de jongeren betrekt in de samenwerking en bovendien een intrinsieke motivatie heeft om jongeren te helpen. Het feit dat de jongeren een coach kregen uit hun zelf opgestelde top 3 heeft volgens zowel coaches als jongeren bijgedragen aan de motivatie voor het coaching traject. Tevens helpt het als de professional 1) echt is, dus iets van zichzelf laat zien in het contact met de jongere en een rolmodel is en 2) betrouwbaar is, dus doen wat je zegt en zeggen wat je doet, beschikbaar zijn en de tijd nemen. Daarbij moet niet het behandelplan, maar het perspectief van de jongere zelf leidend zijn in de werkrelatie. Wanneer het netwerk van de jongere karig is, is de rol van de transfercoach extra belangrijk. De veilige omgeving behouden of (opnieuw) op zetten en nog meer proberen in te spelen op de leefwereld van de jongere is essentieel. Al met al kan worden geconcludeerd dat het hebben van transferbegeleiding goed is voor een jongere. Of het daadwerkelijk helpt bij de overstap is vooralsnog lastig te beoordelen, echter lijkt het wel een stap in de goede richting te zijn.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Datum | 2022-08-01 |
Type | Rapport |
Taal | Nederlands |