Samenvatting

Doel De mate waarin mensen met verstandelijke en visuele beperkingen technologie kunnen gebruiken is afhankelijk van de mate van ondersteuning die ze krijgen. Er is echter een gebrek aan kennis over de relatie tussen de constructen inspanningsverwachting, attitudes en gedragsintenties van ondersteuningspersonen (d.w.z. familieleden en zorgprofessionals) met betrekking tot het gebruik van dergelijke technologieën voor mensen met verstandelijke en visuele beperkingen. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in hoe deze constructen samenhangen en om hun relatie met de kenmerken van de ondersteuner en de ondersteuningsbehoeften van mensen met verstandelijke en visuele beperkingen te onderzoeken. Methoden In totaal namen 186 ondersteuners van een Nederlandse zorgorganisatie gericht op mensen met verstandelijke en visuele beperkingen deel aan een online vragenlijst. We gebruikten een regressieanalyse om te onderzoeken hoe de constructen, de kenmerken en het niveau van ondersteuningsbehoeften samenhingen. Resultaten Zowel de inspanningsverwachting (β = .35; t(185) = 5.04; p < .001) als de attitude (β = .75; t(185) = 15.55; p < .001) van mensen met ondersteuning waren gerelateerd aan de intentie om technologieën te gebruiken. Het effect van inspanningsverwachting (β = .04; t(177) = .74; p = .462) op de intentie om technologieën te gebruiken werd gemedieerd door attitude (β = .74; t(177) = 13.28; p < .001). Jongere ondersteuners scoorden hoger op attitude dan oudere ondersteuners. Conclusie" De inspanningsverwachting en attitude van ondersteunende mensen spelen een belangrijke rol in hun intentie om technologieën te gebruiken bij het ondersteunen van mensen met verstandelijke en visuele beperkingen, waarbij attitude als cruciale factor naar voren komt.