Samenvatting

Projectontwikkelaars moeten voor 2030 voldoen aande duurzaamheidseisen bij woningen. Het probleem is dat veel bouwende ontwikkelaars een duurzaamheidsmodel missen waarin alle maatregelen gebundeld staan en die houvast geven aan elke medewerker van het bedrijf. In opdracht van Roosdom Tijhuis is onderzoek gedaan naar duurzame maatregelen om vervolgens een model op te stellen die kan worden opgenomen in de processen. De probleemstelling van het onderzoek luidt dan ook:Welk duurzaamheidsmodel met duurzaamheidsmaatregelen kan worden opgesteld en worden toegevoegd aan het bouwproces voor bouwende projectontwikkelaars die geprefabriceerde nieuwbouwwoningen bouwen voor particuliere kopers? Het afstudeeronderzoek is opgebouwd uit een probleemstelling en vier deelvragen. De eerste drie deelvragen vormen het theoretisch kader van het onderzoek. Deelvraag vier toetst het duurzaamheidsmodel in de praktijk.  
 
Allereerst zijn de begrippen: bouwende projectontwikkelaar, geprefabriceerde nieuwbouwwoning en particuliere koper afgebakend. Een bouwende projectontwikkelaar onderneemt activiteiten op verschillende markten om een project te realiseren. Ook doet hij zaken met de verschillende spelers op deze markten. Hij ontwikkelt en bouwt zelf de projecten. Een geprefabriceerde nieuwbouwwoning is een woning die in de fabriek in grote onderdelen wordt samengesteld en later op de bouwplaats in elkaar wordt gezet. Een woning heet een nieuwbouwwoning tot drie jaar na oplevering. Een particuliere koper is iemand die handelt voor doeleinden die buiten een bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen en die de woning voor zichzelf houdt.  
 
Vervolgens is het bouwproces omschreven.  Het bouwproces bevat de volgende fases: initiatieffase, ontwerpfase, prijsvormingsfase, uitvoeringsfase, exploitatie- en gebruiksfase, transformatie of herontwikkeling en sloop. Duurzaamheid wordt in dit onderzoek omschreven als een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen. De duurzame maatregelen zijn in kaart gebracht door duurzaamheid op te delen in vijf deelbegrippen: energietransitie, klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit, circulariteit en gezondheid. Per deelbegrip zijn vervolgens prestatieniveaus en daarbij horende maatregelen omschreven.  
 
Doordat bij elk deelbegrip tools zijn benoemd en deze zijn gerangschikt op prestatieniveau (wetgeving tot excellent) is het uiteindelijke duurzaamheidsmodel opgesteld in Excel. Onder elke tool hangen maatregelen welke aangeven hoe het prestatieniveau bereikt kan worden. In het eerste tabblad ‘inleiding’ is aangegeven wat duurzaamheid inhoudt, wat de vijf deelbegrippen inhouden en wat voor dit onderzoek het bouwproces inhoudt. In het tweede tabblad ‘duurzaamheidsmodel’ is het model weergegeven. Het laatste tabblad ‘toelichting’ geeft een toelichting op de termen in het model.  
Het duurzaamheidsmodel is getest door het afnemen van half gestructureerde interviews met duurzaamheidsdeskundigen en projectontwikkelaars. In totaal zijn vier duurzaamheidsdeskundigen en zes projectontwikkelaars geïnterviewd en is het duurzaamheidsmodel aangepast aan de hand van de gegeven feedback. Na analyse van de afgenomen interviews zijn een aantal aanpassingen verricht. In de inleiding is afgekaderd waarvoor dit onderzoek geldt, het bouwproces is aangepast en meetinstrumenten zijn iets aangescherpt.  
Het duurzaamheidsmodel geeft een helder en compact overzicht. In de toekomst kunnen projectontwikkelaars dit duurzaamheidsmodel gebruiken wanneer zij duurzame maatregelen willen toevoegen aan het bouwproces. Dit zal ervoor zorgen dat de projectontwikkelaar in de toekomst p