Herbestemming binnenstedelijk cultureel erfgoed
De ontwikkeling van een nieuw meetinstrumentHerbestemming binnenstedelijk cultureel erfgoed
De ontwikkeling van een nieuw meetinstrumentSamenvatting
Binnenstedelijk cultureel erfgoed in Nederland kent de laatste jaren steeds meer leegstand. Het herbestemmen van vastgoed wordt de laatste jaren steeds vaker gebruikt voor het creëren van woon- en werkruimte. Herbestemming van cultureel erfgoed in binnensteden zorgt voor behoud van het stadsgezicht, geeft een impuls aan de leefbaarheid in een stad en zorgt voor waardecreatie voor een projectontwikkelaar. Desondanks heeft dit niet geleid tot structurele vermindering van de leegstand in het binnenstedelijk cultureel erfgoed. Oorzaak hiervoor is onder andere gecompliceerde regelgeving rondom herbestemmen van cultureel erfgoed en de daardoor voor projectontwikkelaars te hoge risico’s rondom het herbestemmen van cultureel erfgoed. Gebouwen kennen jarenlange leegstand wat in veel gevallen resulteert in achterstallig onderhoud of zelfs verval van het vastgoed.
Cultureel erfgoed kan van grote waarde zijn voor een deel van de bevolking. Gebouwen hebben jarenlang in dienst gestaan als locatie waar mensen hebben gewerkt of gewoond. Deze gebeurtenissen zorgen voor veel herinneringen bij betrokkenen en voor het beeld van een stad. Het is van groot belang voor de omgeving en een stad dat dergelijke bouwwerken behouden blijven en er weer in geleefd gaat worden. Hierbij is een geschikte functie van groot belang. De nieuwe geschikte functie voor dergelijke gebouwen betekent voor de projectontwikkelaar waardecreatie en een aandeel in het conserveren van oude stadsdelen. Uit het oogpunt van marketing voor kopers en huurders te vinden betekent het veel interesse vanwege de bekendheid en status van een gebouw en/ of gebied.
Het onderzoek richt zich op het ontwikkelen van een ondersteunend meetinstrument in het functie keuzetraject voor de herontwikkeling van binnenstedelijk cultureel erfgoed. Het literatuuronderzoek heeft geresulteerd in een groot scala aan bestaande meetinstrument. Deze bestaande meetinstrumenten en modellen zijn vervolgens verder onderzocht en getoetst aan de hand van het Rijksarchief te ‘s-Hertogenbosch als referentieproject. Door de toetsing van deze meetinstrumenten zijn de sterke componenten inzichtelijk geworden welke hebben gefungeerd als de blauwdruk van het nieuwe meetinstrument. Naast de resultaten van het theoretisch onderzoek is verdere input verkregen, voor het nieuwe meetinstrument, uit verder onderzoek en interviews met diverse professionals.
Nadat het theoretisch onderzoek en interviews zijn afgerond is het nieuwe meetinstrument ontwikkeld. Aan de hand van vetocriteria, locatiebeoordeling en gebouwanalyse wordt duidelijk welke functie het meest geschikt is voor het desbetreffende pand. Als laatste stap volgt een financiële toets waardoor de gebruiker zicht krijgt op de financiële gevolgen per functie en wat dit voor de waardecreatie betekent. In het meetinstrument is tevens een cultuurhistorische waardemeter meegenomen waar een cijfer wordt gegeven aan het pand. Wanneer de gebruiker alle stappen van het meetinstrument heeft doorlopen zal men een adequaat beeld hebben van de kansen van het gebouw en mogelijk in te passen functies.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Opleiding | AB&I Academie voor Bouw en Infra |
Bouwmanagement en Vastgoed-Tilburg | |
Partner | Avans Hogeschool |
Datum | 2017-01-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |