Samenvatting

Homostellen vervullen steeds vaker hun kinderwens via draagmoederschap. Deze kinderen groeien hierdoor op bij één biologische ouder. Er is weinig bekend over hoe homostellen omgaan met de existentiële loyaliteit van kinderen richting de draagmoeder. Dit onderzoek is uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in dit vraagstuk. Hiervoor is gebruik gemaakt van literatuurstudie, interviews met elf respondenten uit homostellen en een focusgroep met vier draagmoeders. Uit de resultaten blijkt dat homostellen tijdens het draagmoederschapstraject veel overwegingen hebben. In deze overwegingen hebben ze niet altijd vrijheid, omdat ze in hun kinderwens afhankelijk zijn van anderen. De homostellen kiezen al vroeg in het leven van het kind voor volledige openheid over het draagmoederschapstraject. Homostellen hopen ook dat de draagmoeder altijd in het leven van het kind zal blijven en beschikbaar is voor vragen. Hierbij geeft men wel aan dat zij als vaders de enige ouders zijn en de draagmoeder geen moederrol vervult. De draagmoeder krijgt verschillende benamingen zoals tante, moeder of juist geen speciale benaming, de keuze hierin wordt veelal bij het kind gelaten. Dit onderzoek laat zien dat ondanks de vele beperkingen die gelden voor homostellen bij het krijgen van een kind, zij in hun overwegingen het kind en het besef van verbondenheid met de draagmoeder voorop zetten.