Samenvatting

In de 21e eeuw is het belangrijk dat enkele vaardigheden, gericht op de kenniseconomie, zo goed mogelijk worden uitgebouwd. Men noemt deze vaardigheden ook wel de 21e-eeuwse vaardigheden. Hieronder valt ook de vaardigheid ‘samenwerken’. In hoeverre kan het coöperatieve leren onbewust worden beïnvloed zodat een zo groot mogelijke actieve en positieve houding ontstaat bij de leerlingen? Met behulp van een interventie is een groep van 16 leerlingen uit groep 7 geobserveerd. De interventie was gericht op het creëren van een netwerk in het geheugen van de leerlingen. Als dit netwerk zou worden aangesproken door een korte verwijzing, dan zou het gedrag van de leerlingen onbewust moeten worden aangepast richting het actieve en positieve gedrag. Dit fenomeen wordt ook wel het begrip ‘priming’ genoemd. Dit begrip is gericht op het onbewust beïnvloeden van mensen.

Geconcludeerd wordt dat er inderdaad een verschuiving ligt in het actieve en positieve gedrag tijdens coöperatief werken voor de interventie en het actieve en positieve gedrag tijdens coöperatief werken na de interventie. Deze verschuiving is echter niet groot, een gemiddelde verschuiving van 0,11 op een vijfpuntschaal. Daarnaast heeft de interventie die gericht is op priming te maken met veel verschillende variabelen die niet allemaal uitgeschakeld kunnen worden, waardoor het resultaat niet honderd procent toe te wijzen valt aan de interventie die gepleegd is. Wel valt te zeggen dat de leerlingen een verandering opmerken in het gedrag tijdens het coöperatief leren, wat ten goede komt aan de positieve en actieve houding.​