Ik doe wat ik kan, en wat ik niet kan doe ik niet!
Een kwalitatief onderzoek naar het overvragen van kinderen met een licht verstandelijke beperking binnen de dagbesteding van instelling XIk doe wat ik kan, en wat ik niet kan doe ik niet!
Een kwalitatief onderzoek naar het overvragen van kinderen met een licht verstandelijke beperking binnen de dagbesteding van instelling XSamenvatting
Kinderen met een licht verstandelijke beperking hebben extra ondersteuning nodig (Nijgh, Bogerd-van den Brink & Bogerd, 2015). Het is belangrijk dat deze ondersteuning passend is, zodat kinderen met een licht verstandelijke beperking zich optimaal kunnen ontwikkelen (Rot, 2013). Echter, het lukt begeleiders vaak niet om deze passende ondersteuning te bieden. Hierdoor sluiten begeleiders onvoldoende aan bij kinderen met een licht verstandelijke beperking en wordt de kans op overvragen vergroot (Twint & Veenstra, 2014; Hoekman, 2015; CCV, 2016). Overvraging kan leiden tot het ontstaan of het versterken van probleemgedrag, waardoor de ontwikkeling van het kind wordt beperkt (Hoekman, 2015). Binnen dit onderzoek wordt onderzoek gedaan naar hoe de begeleiders van de dagbesteding binnen instelling X door middel van passende ondersteuning beter kunnen aansluiten bij kinderen met een licht verstandelijke beperking. Het doel van dit onderzoek is om kennis en eventuele inzichten te verzamelen over hoe de begeleiders binnen de dagbesteding van instelling X deze passende ondersteuning kunnen bieden aan kinderen met een licht verstandelijke beperking. Er wordt onderzocht hoe de begeleiders het niveau van functioneren bij deze kinderen inschatten, hoe ze ondersteuning bieden, welke krachten en belemmeringen ze ervaren bij het bieden van ondersteuning, welke ervaringen ze hebben met overvragen en welke behoeften de begeleiders hebben.
Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van een kwalitatieve onderzoeksmethode. Hierbij is door middel van semigestructureerde interviews informatie vergaard over hoe de begeleiders middels passende ondersteuning het beste kunnen aansluiten bij kinderen met een licht verstandelijke beperking. Om de vraagstelling te beantwoorden zijn in totaal negen respondenten geïnterviewd met verschillende functies en is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van bestaande theorieën, onderzoeken en methodieken. Dit heeft tevens positief bijgedragen aan de kwaliteit van het onderzoek.
In de conclusie van dit onderzoek wordt beschreven dat de begeleiders van de dagbesteding binnen instelling X op dit moment niet geheel over de juiste bekwaamheid beschikken om kinderen met een licht verstandelijke beperking passende ondersteuning te bieden. Ze beschikken op het moment over te weinig kennis en te weinig handvaten. Het is eveneens ook van belang dat de instelling zelf meer bekwaam wordt met het onderwerp licht verstandelijke beperking.
In dit onderzoek worden diverse aanbevelingen gedaan op basis van de resultaten. Deze aanbevelingen zijn gericht op 1) het inzetten van sensopatisch spel, 2) het voorzien van kennis en handvaten bij begeleiders, 3) het creëren van bewustwording bij begeleiders, 4) het beter voorbereiden van activiteiten, 5) het beginnen met één-op-één begeleiding, 6) het stimuleren een betere samenwerking onder de begeleiders, 7) het innemen van een standpunt door instelling X en tot slot het uitvoeren van vervolgonderzoek. Dit onderzoek is niet alleen relevant voor instelling X, maar dit onderzoek kan ook betekenis en toegevoegde waarde hebben voor andere soortgelijke jeugdhulpverleningsorganisaties in Nederland. Wat maakt dat dit onderzoek relevant is voor de praktijk.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Datum | 2020-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |