Samenvatting

Een kwalitatief onderzoek dat zich richt op de vraag: “Op welke manier geven de pedagogisch medewerkers invulling aan de ambities van het creëren van een feedbackcultuur binnen de organisatie?” In de literatuur zijn verschillende onderwerpen te vinden met betrekking tot het creëren van een feedbackcultuur. Hierin kwam naar voren dat er een klimaat van wederzijds vertrouwen en psychologische veiligheid binnen een organisatie moet bestaan, voordat mensen feedback geven. Vervolgens dient de feedback dan te moeten voldoen aan een aantal feedbackregels, zodat de boodschap effectief is. Om deze feedback dan zo te implementeren dat er een feedbackcultuur ontstaat is het nodig dat leidinggevenden het goede voorbeeld geven, er een groeimindset heerst binnen de organisatie, er regelmaat gebruik wordt gemaakt van feedback en zowel positieve als negatieve feedback wordt verleend. Verschillende medewerkers hebben in semigestructureerde interviews hun ervaringen gedeeld ten opzichte van de sfeer op de werkvloer, de omgang met feedback op de werkvloer en hun verwachtingen van de leidinggevenden bij het creëren van de feedbackcultuur. Uit de resultaten bleek dat zij de werksfeer over het algemeen positief ervaren, hoewel er wel degelijk met momenten spanning ontstaat op de werkvloer. Zij gaven hierin aan behoefte te hebben aan sturing van hun leidinggevende. De voornaamste reden hiervoor was volgens de medewerkers het roddelen op de werkvloer. Dit zou ook invloed kunnen hebben gehad op het vertrouwen en de veiligheid in de organisatie. De medewerkers geven aan dat er op de werkvloer voornamelijk feedback wordt gegeven als het positief is of op een onbewuste manier, als er onderling kort wordt overlegd tussen het werken door. Het missen van kritische feedback komt volgens de medewerkers doordat zij er ten eerste amper ervaring mee hebben en het nog als onwennig ervaren. Ten tweede vanwege een slechte reactie op gegeven kritische feedback. Ten derde omdat het voor hun gevoel niet nodig is als het lekker loopt op de werkvloer. En ten vierde geven ze aan hier sturing van hun leidinggevenden in te missen. De medewerkers gaven aan te verwachten dat de leidinggevenden meer stil zouden staan bij elkaar beter te leren kennen. Ook vertellen ze dat de leidinggevenden de feedback zouden moeten inrichten op de werkvloer door hier op regelmatige basis in een klein team aandacht aan te besteden en meer informatie en uitleg over te verschaffen. Opvallend is dat behoefte aan sturing van de leidinggevenden vaak zelf werd aangedragen in de interviews en dus op meerdere punten ter sprake kwam. Om deze reden is een aanbeveling gedaan voor verder onderzoek gericht op de invulling en de effecten van de begeleiding van de leidinggevenden, zodat dit zou kunnen bijdragen aan de structuur en duidelijkheid op de werkvloer en hun taken.