Samenvatting

De school waar ik werkzaam ben, is in 2005 gestart met de implementatie van coöperatief leren. Coöperatief leren hoort bij de missie van mijn school maar is op dit moment minder zichtbaar. Omdat ik overtuigd ben van de meerwaarde van coöperatief leren voor het onderwijs, zou ik coöperatief leren weer vaker in willen zetten op school. Op welke manier we dit het beste kunnen aanpakken is aan het begin van dit onderzoek niet duidelijk. Hierdoor is mijn onderzoeksvraag ontstaan: Wat hebben leerkrachten op een reguliere basisschool nodig om coöperatief leren opnieuw, succesvol in te zetten? Na in hoofdstuk 1 de aanleiding van het onderzoek uiteen te zetten, begin ik in hoofdstuk 2 met het theoretisch kader. In dit hoofdstuk heb ik gezocht naar: • Een definitie van coöperatief leren. • De verschillende veranderaanpakken die in de praktijk herkenbaar en toepasbaar zijn en de ingrediënten die nodig zijn om een verandering succesvol door te voeren. • De taakgebieden van de intern begeleider (IB' er). • Informatie over oplossingsgericht werken. In hoofdstuk 3 en 4 beschrijf ik de onderzoeksmethodologie, de data-analyse en de resultaten. Als onderzoeksstrategie is gekozen voor het ontwerponderzoek. Ontwerponderzoek combineert praktijk en theorie en bestaat uit een fase van vooronderzoek, een ontwerpfase en een evaluatiefase. In het vooronderzoek is, om de beginsituatie te bepalen, een vragenlijst ontworpen voor alle leerkrachten van mijn school. Het doel van de vragenlijst was enerzijds gericht op het vormen van een beeld van de inzet en motivatie van coöperatief leren op dat moment en anderzijds gericht op het nadenken over de toekomst van coöperatief leren op mijn school. De resultaten van de vragenlijst zijn geanalyseerd om vervolgens in de ontwerpfase met drie leerkrachten ervaring op te doen met het werken aan een drietal verbeterpunten: • Ervaring opdoen en uitbreiden van het werken met enkele, eenvoudige didactische structuren die voor leerkrachten makkelijk inzetbaar zijn en weinig voorbereidingstijd kosten. • Ervaring opdoen met het kijken naar en leren van elkaars lessen. • Ervaring opdoen met coaching door de IB' er. In de evaluatiefase is gekozen voor het interview. Aan de leerkrachten zijn vragen gesteld die te maken hebben met bovengenoemde verbeterpunten. In hoofdstuk 5 trek ik per deelvraag conclusies en geef ik antwoord op mijn onderzoeksvraag. De resultaten en conclusies bieden, samen met de aanbevelingen, kansen om coöperatief leren opnieuw, succesvol in te zetten. Ik concludeer dan ook dat leerkrachten behoefte hebben aan een vorm van begeleiding als coaching, workshops, trainingen of kijken bij elkaar en leren van elkaar. Naast begeleiding is het opzetten en borgen van een doorgaande lijn in de school van belang. In hoofdstuk 6 reflecteer ik tot slot op mijn eigen leerproces en ontwikkeling.