In hoeverre is er een verband tussen het lopen op verschillende ondergronden tijdens het trainen voor de halve Marathon Eindhoven en het ontstaan van blessures aan het onderbeen, opgelopen tijdens de halve Marathon Eindhoven?
een kwantitatief onderzoekIn hoeverre is er een verband tussen het lopen op verschillende ondergronden tijdens het trainen voor de halve Marathon Eindhoven en het ontstaan van blessures aan het onderbeen, opgelopen tijdens de halve Marathon Eindhoven?
een kwantitatief onderzoekSamenvatting
Inleiding: In de huidige maatschappij stimuleert de overheid steeds meer het voldoende bewegen middels overheid preventieprogramma’s. Een laagdrempelige manier om te starten met voldoende bewegen is hardlopen. Hardlopen is een groeiende sport in Nederland. Uit cijfers blijkt dat het aantal beoefenaars van deze sport ieder jaar blijft stijgen en daardoor ook het aantal hardloopblessures. Het hoge aantal hardloopblessures resulteert hierdoor in een stijgend kostenplaatje voor de maatschappij door zowel medische kosten en werkverzuim kosten. Het type ondergrond waarop de hardlopers trainen voor de Marathon Eindhoven zou invloed kunnen hebben op het ontwikkelen van onderbeenblessures. De onderzoeksvraag die hieruit voortkomt luidt als volgt: “ In hoeverre is er een verband tussen het lopen op verschillende ondergronden tijdens het trainen voor de halve Marathon Eindhoven en het ontstaan van blessures aan het onderbeen, opgelopen tijdens de halve Marathon Eindhoven?”.
Methode Dit onderzoek is kwantitatief en uitgevoerd middels retrospectieve survey. Er is gebruik gemaakt van een bestaande vragenlijst van de Fontys Sporthogeschool te Eindhoven. De vragenlijst is per e-mail verstuurd aan deelnemers van de Marathon Eindhoven op 11 oktober 2015. De onderzoekspopulatie bestond uit 2849 deelnemers van de halve Marathon Eindhoven. Binnen het onderzoek zijn de vragen gebruikt die zich richten op het type blessure dat de deelnemers ontwikkeld hadden en het type ondergrond waarop ze trainden.
Resultaten Onder de 2849 deelnemers van de halve marathon hadden 318 deelnemers een blessure gerelateerd aan het onderbeen. Er is geen statistisch significant verschil gevonden in het aantal onderbeenblessures en het type ondergrond waarop de hardlopers trainden. Echter is er wel een statistisch significant verschil gevonden tussen het aantal onderbeenblessures en het geslacht (P=0,004).
Conclusie Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan er geen verband aangetoond worden tussen het aantal onderbeenblessures en de verschillende type ondergronden. Verder onderzoek is vereist waarin gekeken zal moeten worden naar meerdere lichaamsregio’s waarbinnen hardloopblessures ontwikkeld kunnen worden.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Fontys Paramedisch |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |