Wonen doe je thuis: thuisbegeleiding binnen het project "Wonen doe je thuis" MKD De Mikkel - Stichting De Combinatie jeugdzorg
Wonen doe je thuis: thuisbegeleiding binnen het project "Wonen doe je thuis" MKD De Mikkel - Stichting De Combinatie jeugdzorg
Samenvatting
Dit onderzoek gaat over thuisbegeleiding binnen de visie van het project 'Wonen doe je thuis'. De kern van 'Wonen doe je thuis' is dat de hulpverlening en ouders zoveel mogelijk samenwerken aan de toekomst van het kind. Veel problemen worden hierbij benaderd en opgelost in de thuissituatie, bijvoorbeeld door thuisbegeleiding.
De vraag waarop het gehele onderzoek is gebaseerd luidt:
'Wat zijn de sterktes en zwaktes van de thuisbegeleiding binnen het project 'Wonen doe je thuis', bekeken vanuit de instellings- en ouderperspectief? En welke adviezen vloeien hieruit voort ter verbetering en optimalisering van dit project?'
In het theoretisch kader is terug te lezen wat De Combinatie Jeugdzorg zelf voor ogen heeft met 'Wonen doe je thuis'.
Het is belangrijk om het netwerk breed in te zetten, deze kunnen op een actieve manier betrokken worden bij de hulpverlening. Netwerkinzet is een middel van systeemgericht werken. Iedereen binnen het systeem wordt bij de hulpverlening betrokken. Ook wordt de regierol van ouders versterkt; hulpverleners voeren een respectvolle dialoog i.v.m. de belangen van het kind.
Binnen De Combinatie wordt aangesloten bij de hulpvraag van de cliënt: er wordt aangesloten bij het tempo en hulpverleners worden geacht cliënten te motiveren, zodat de hulpverlening slaagt.
Ook is in het theoretisch kader terug te lezen wat de literatuur zegt over effectieve thuisbegeleiding. Onder effectieve thuisbegeleiding wordt verstaan; welke punten maken het dat de thuisbegeleiding slaagt, wat is hier voor nodig? Sommige componenten sluiten aan bij wat De Combinatie voor ogen heeft.
Zo geeft ook de literatuur aan wat het belang is van de inzet van het netwerk: mensen hebben andere mensen nodig om goed te kunnen functioneren.
Van groepsleiding wordt verwacht dat ze niet alleen goed met kinderen kunnen communiceren, maar ook met de ouders. Hiervoor zijn een aantal competenties belangrijk, zoals: luisteren naar de cliënt, vraaggericht werken (ook dit heeft te maken met luisteren, want je sluit aan op wat de cliënt voor hulpvraag heeft.), positief benaderen van de cliënt (competentiegericht werken) en veelvuldig evalueren over de hulpverlening.
Verder geeft de literatuur aan dat het belangrijk is voor de thuisbegeleiding om doelen op te stellen. Dit motiveert de cliënt namelijk tot het samen laten slagen van de hulpverlening: het stellen van aantrekkelijke doelen wekt volharding bij het zoeken naar oplossingen in de hand.
Uit deze literatuur zijn een aantal componenten gefilterd die thuisbegeleiding effectief zouden moeten maken.
Op bovenstaande punten zijn de vragenlijsten binnen dit onderzoek gebaseerd. Het gaat dus deels om een evaluatie van de thuisbegeleiding binnen 'Wonen doe je thuis' (worden de punten die De Combinatie beschrijft nagestreefd?) en deels om een toetsing; beschikt de thuisbegeleiding binnen 'Wonen doe je thuis' over de effectieve componenten die aangegeven worden door de literatuur?
Uit het onderzoek kwamen o.a. de volgende resultaten:
De minderheid van de respondenten maakt gebruik van thuisbegeleiding.
Het netwerk wordt niet breed (genoeg) ingezet in de thuisbegeleiding.
Ouders zijn (zeer) tevreden over de manier van hulpverlening tijdens thuisbegeleiding.
Ouders worden voldoende betrokken bij het hulpverleningsproces.
Kinderen kunnen niet vaker thuisblijven na start van thuisbegeleiding en ouders zijn niet meer betrokken dan voorheen.
Ouders en pedagogisch medewerkers hebben niet altijd hetzelfde beeld over wat er met het kind aan de hand is.
Pedagogisch medewerkers hebben behoefte aan een leidraad voor het geven van thuisbegeleiding.
Pedagogisch medewerkers vinden de verwachtingen naar hen toe (te) hoog.
Pedagogisch medewerkers vinden dat thuisbegeleiding een meer verplicht karakter moet krijgen, omdat het nu te vrijblijvend is.
Ouders hebben behoefte aan meerdere evaluatiemomenten binnen het thuisbegeleidingstraject.
De Hoofdadviezen ter verbetering en optimalisering van de thuisbegeleiding zijn kort samengevat:
Netwerk beter inzetten.
Betrokkenheid/motivatie van ouders vergroten.
Communicatie tussen ouders en pegagogisch medewerkers verder onderzoeken.
Richtlijn uitstippelen voor het geven van thuisbegeleiding.
Meerdere evaluatiemomenten aan bod laten komen, zowel voor de cliënt als voor de pedagogisch medewerker.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |