Zelfsturing
ontwikkelen helpt Social Work studenten om voorbereid de praktijk in te gaanZelfsturing
ontwikkelen helpt Social Work studenten om voorbereid de praktijk in te gaanSamenvatting
Hogescholen-X leidt studenten op voor het sociale werkveld. De zorg- en welzijnssector is veranderd sinds 2015, deze sector staat onder druk door een wetswijziging (Maurer en Westermann, 2016). Hierdoor verandert de rol van de professional van expert naar coach. Werkveldpartners van Social Work constateren dat studenten zelfsturing missen (Persoonlijke communicatie, 2017). De verandering in het werkveld vraagt aanpassing in het onderwijsaanbod zodat studenten voorbereid worden op solistischer en preventief werken.
De probleemstelling:
Het ontbreekt studenten van Hogeschool-X aan vaardigheden om competent met veranderingen in het werkveld om te gaan. Studenten hebben zelfsturing nodig om als professional in de praktijk van Social Work te kunnen functioneren
De definitie van zelfsturing:
Zelfsturing is het proces waarin de student, met of zonder hulp van anderen, het initiatief neemt, zich op zijn of haar eigen leerproces oriënteert en het leerproces vervolgens plant, uitvoert, evalueert en erop reflecteert.” (Bolks & Klink, 2011 geciteerd door Stiphout, 2017, p. 6).
Er zijn drie zaken die invloed hebben op zelfsturing van de student, de mate van zelfsturing, studentrol en docentrol. De mate van zelfsturing van de student moet in balans zijn met de externe sturing. Zo niet, dan ontstaat er destructieve frictie en blokkeert de student (Vermunt, 1992). De studentrol heeft invloed op zelfsturing, een student kan namelijk drie houdingen aannemen tijdens leeractiviteiten, actief, zelfstandig en zelfverantwoordelijk (Taks, 2003). Bij actief is de mate van zelfsturing het minst, dan komt zelfstandig en bij zelfverantwoordelijk het meest. Als laatste de docentrol, het is zijn taak om in te schatten waar de student zich bevindt met betrekking tot de mogelijkheid om te leren, comfort zone, zone van naaste ontwikkeling of de zone van discomfort (Vygotsky 1978). De docent heeft als hulpmiddel zijn doceerstijl om te sturen en ondersteunen (Hersey, Blanchard & Johnson, 2008). De hoeveelheid ondersteuning en sturing die de docent inzet, heeft invloed op hoe de student zal reageren. Dit alles heeft geleid tot de volgende hoofdvraag:
Wat is bij Hogeschool-X de huidige en de gewenste situatie met betrekking tot zelfsturing van studenten in de perceptie van studenten en docenten?
Om de hoofdvraag te beantwoorden is een enquête uitgezet onder studenten met stellingen over zelfsturing en ruimte voor toelichting (N=93). Daarnaast vijf diepte-interviews met studenten en vijf met docenten.
Resultaten
De huidige mate van zelfsturing onder studenten is divers, de een voelt zich beperkt, de ander is tevreden. Op de stelling de mate van zelfsturing scoren 93 studenten gemiddeld een zeven. In de toelichtingen beschrijven 14 studenten beperkt te worden en 15 zijn tevreden. In de interviews vertellen studenten en docenten dat er te veel leerprogramma’s vast staan of te los zijn. De huidige leerhouding is voornamelijk zelfstandig en komt zelden tot een zelfverantwoordelijke houding. Studenten worden beperkt door de huidige opzet van het onderwijs. De huidige doceerstijl verschilt van gestructureerd tot veel ruimte voor de student. Docenten stellen prikkelende vragen om studenten te ondersteunen en/of sturen.
Bij de gewenste mate van zelfsturing willen studenten meer regie over hun leerroute, meer keuze en flexibiliteit. De gewenste leerhouding bij studenten is oriënteren, planning maken, uitvoeren evalueren en reflecteren, een zelfverantwoordelijke houding. Bij de gewenste doceerstijl werkt de docent coachend. Hij volgt het leerproces, is bereikbaar en beschikbaar. Er is keuze en flexibiliteit in het onderwijs.
Conclusies
In de huidige situatie is de mate van zelfsturing divers onder studenten. Er zijn studenten die zich beperkt voelen maar ook studenten die tevreden zijn over zelfsturing. Een mogelijke oorzaak is af te leiden uit de doceerstijl zoals beschreven door Hersey, et al. (2008). Daarnaast moet de mate van zelfsturing in balans zijn met de mate van externe sturing om destructieve frictie te voorkomen zoals Vermunt aangeeft (1992). De huidige leerhouding van studenten is voornamelijk zelfstandig. De huidige inrichting van het onderwijs daagt onvoldoende uit om een zelfverantwoordelijke houding aan te leren. De huidige docentstijl biedt te weinig mogelijkheden voor studenten om hun leerproces zelf te sturen omdat de docent te veel stuurt.
In de gewenste situatie hebben studenten meer regie over hun leerroute en meer keuzevrijheid binnen de kaders van de toetsvoorwaarde. De externe sturing neemt af en de sturing van de student groeit. De student experimenteert, werkt zelfstandig aan opdrachten, zoekt zelf uit wat nodig is, maakt een planning, uitvoer uit, evalueert en reflecteerd zoals ook Bolks & Klink beweren (2011). De gewenste doceerstijl is voornamelijk coachend, er is flexibiliteit in het onderwijs, keuzemogelijkheden en er zijn verplichte vakken en keuzevakken.
Antwoord op de hoofdvraag
De huidige situatie geeft te weinig ruimte voor ontwikkeling van zelfsturing, programma staan te vast en er is te weinig flexibiliteit. In de gewenste situatie kan de student zelf keuzes maken in leerroutes, is er flexibiliteit in de lesprogramma’s en is de docent coachend.
Advies
Op dit moment zijn er veel acties gaande om het onderwijs te vernieuwen voor leerjaar drie en vier. Daarom is nu het moment om met de aanbevelingen aan de slag te gaan.
Aanbeveling 1) Meer keuzemogelijkheden en flexibiliteit in het onderwijs
Studenten willen keuzemogelijkheden, maak een stap naar gepersonaliseerd leren. Keuzemogelijkheden kunnen gecreëerd worden in huidige opdrachten door een eigen doelgroep of thema toe te voegen. Flexibiliteit door middel van keuzevakken.
Aanbeveling 2) Ruimte voor ontwikkelen van zelfsturing, docenten ondersteunen meer
Bijna alle vakken en lesprogramma’s staan vast. Studenten geven de voorkeur aan zelf nadenken over hun leerroute. Op die manier kunnen ze zelfsturing ontwikkelen. Hier is een aanpassing in het curriculum nodig, zodat docenten minder gaan sturen en meer gaan coachen.
Aanbeveling 3) Bewustwording zelfsturing bij studenten en docenten
Door studenten en docenten bewust te maken van de ontwikkeling van zelfsturing, krijgen ze inzicht in zelfsturing. Dit proces herkennen ze bij zichzelf of de ander en anticiperen hierop. Maak het onderwerp van gesprek in alle leerjaren. De meetinstrumenten en extra bijlagen helpen hierbij (zie bijlagen 1, 2, 6, 7, 13 en 14).
Aanbeveling 4) Vervolgonderzoek
Vervolgonderzoek om te achterhalen of verschil tussen minoren wat op kleine schaal gezien is, groter bestaat. Door breder onderzoek kun je goede conclusies trekken hoe minoren de ontwikkeling van zelfsturing op constructieve kunnen bevorderen.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Sociale Studies |
Datum | 2019-06-07 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |