Samenvatting

Sinds januari 2015 is er een nieuwe wet voor mensen die ondersteuning nodig hebben bij hun werk, de participatiewet. Cliënten met een licht verstandelijke beperking en die in staat zijn om te werken vallen hier ook onder. Dit onderzoek richt zich op deze transitie bij cliënten met een licht verstandelijke beperking. Er wordt gekeken naar cliënten met een licht verstandelijke beperking die 24-uurs zorg hebben, begeleid zelfstandig wonen en cliënten die nog thuis wonen. Zij gaan dagelijks werken, en nemen zo deel aan de samenleving. Uit eerder onderzoek is gebleken dat er nog onvoldoende aansluiting is op de licht verstandelijk beperkten. Dit zorg voor een verslechtering van de situatie voor de cliënt zowel psychisch als in zijn verdere ontwikkeling naar zelfstandigheid.
Zoals hierboven beschreven is spelen diverse actoren een belangrijke rol. Binnen dit onderzoek wordt er gekeken naar welke rol de cliënt zelf speelt, wat de stichting St. Anna kan betekenen voor de cliënt en wat de gemeente kan doen om de cliënt beter te laten participeren in de samenleving.
Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen wat de cliënt nodig heeft van zowel de stichting als de gemeente om beter te kunnen participeren in de samenleving. Ook wordt er gekeken naar wat de cliënt zelf kan betekenen in die situatie.
Door middel van een kwalitatief onderzoek is informatie verkregen met betrekking tot dit onderwerp. Er is gebruikt gemaakt van semigestructureerde interviews met een groep licht verstandelijk beperkten die zich momenteel in deze situatie bevinden. Tijdens deze interviews is gevraagd geworden hoe zij dit ervaren en wat zij nodig hebben op het gebied van ondersteuning tijdens het participeren in de samenleving van zowel de stichting als de gemeente. Resultaten van deze interviews zijn verwerkt door middel van een kwalitatieve analyse.
Wat opvallend is, is dat iedere cliënt aangeeft niet te weten waar ze terecht kunnen wanneer zij gaan participeren in de samenleving. St. Anna biedt de cliënten wel een opstap aan maar ze vinden dat ze op sommige gebieden nog meer geholpen mogen worden als het gaat om participeren.
Het lijkt er op dat mensen met een licht verstandelijke beperking niet optimaal kunnen participeren in de samenleving. Er zijn altijd wel situaties waar ze tegen aan lopen, waarbij ze niet in staat zijn om het probleem zelf op te lossen. Dit komt in de interviews naar voren.
De conclusie die in het verslag naar boven is gekomen wordt hier nader beschreven. Wanneer de cliënt zelf wil, en de gemeente en St. Anna er voor zorgen dat de cliënt meer handvatten krijgt als het om participatie gaat, dan is er de mogelijkheid dat een cliënt kan participeren in de samenleving. Maar de meeste mensen met een licht verstandelijke beperking zullen nooit optimaal kunnen participeren in de huidige samenleving.