De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

‘Het is hoog tijd voor de terugkeer van de onbevangenheid in de journalistiek. Verhalen moeten gemaakt worden vanuit verbazing, maar niet vanuit onze eigen morele verontwaardiging. So what, wie zijn wij dat we anderen met onze opwinding moeten lastigvallen? (..). Parallel aan deze ontwikkeling moeten we veel meer luisteren, discussiëren, uitleggen waarom wij bepaalde keuzes maken. Verantwoording afleggen hoort bij de journalistiek; het vacuüm waarin wij opereren vul ik het liefst met de zuurstof van het debat(..). De alleswetende, op absoluut-niveau werkende journalist is een fictie, dan moeten we ook niet net doen alsof. Wij kunnen onze kijkers zo serieus nemen, dat we af en toe uitleggen wat onze beperkingen en onmogelijkheden zijn. Dat is, denk ik, beter voor het vertrouwen in ons opereren, dan het beeld van onaantastbare autoriteit. Meer uitleggen waarom we bepaalde keuzes hebben gemaakt.’ (Laroes, 2003, p.39)

Als journalist heb ik de afgelopen jaren gemerkt hoe makkelijk je meegaat in de –zoals Rob Wijnberg dat noemt -‘nieuwscarrousel’. De werkdruk ligt hoog, je bijt je keihard vast in het werk waardoor je vergeet naar het vak zelf te kijken, naar de consequenties van je producties en naar de verantwoordelijkheid die je hebt als journalist richting de samenleving.

In dit betoog maak ik pas op de plaats en stel ik kritische vragen over het vak: Als het maatschappelijk debat stimuleren een belangrijke verantwoordelijkheid van de journalistiek is, waarom worden sommigen dan uitgesloten van dat debat? Hoe komt het dat het debat vaak op hoog niveau wordt gevoerd? Dat het soms een spel lijkt tussen de journalist en de politicus of tussen journalisten onderling? Begrijpen de nieuwsgebruikers het nog wel? Hoe is het toch mogelijk dat een heel land zich bezighoudt met een discussie over een volksfeest en dat ‘een stelletje PVV-stemmers’ die discussie uiteindelijk verwart met een heel andere? Had de journalistiek bepaalde hypes en de gevolgen daarvan kunnen voorkomen? Is de journalistiek zich bewust van de beeldvorming die ontstaat bij berichtgeving, hoe ongekleurd bedoeld die ook is?

En waarom geven journalisten geen toelichting bij journalistieke producties, waarom worden er geen handvatten aangereikt? Er wordt iets bedoeld met een journalistieke productie, er liggen keuzes aan ten grondslag. Maar moeten we die tussen de regels door lezen? Waarom moeten nieuwsgebruikers de intentie van de berichtgeving zelf maar uitzoeken? En hoe komt het dat nieuws iedereen aan gaat, maar dat de tak die het produceert zelf zo onzichtbaar is, evenals de werkwijze?

In dit betoog ga ik aan de hand van een literatuurstudie en mijn eigen bevindingen als nieuwsgebruiker en journalist op zoek naar de antwoorden. Allereerst geef ik een historische schets. De huidige werkwijze heeft immers een reden en die zoek ik in de ontzuiling in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Maar ik sta ook stil bij de andere facetten die van invloed zijn op de huidige werkwijze. Denk aan de 24-uursnieuwsvoorziening, de toename van het aantal nieuwsmedia, de bezuinigingen en de verruiming van het woord entertainment.

Deze ontwikkelingen hebben directe gevolgen op de nieuwsgebruiker, op hoe de wereld wordt aanschouwd, op onze beeldvorming, op onze opvattingen over elkaar, de samenleving, de politiek. Ze komen het maatschappelijk debat niet altijd ten goede. Veel onderwerpen halen het nieuws niet vanwege bijvoorbeeld tijdsgebrek of omdat andere media er ook niks mee doen, terwijl andere onderwerpen het debat juist domineren. Mediahypes lijken daardoor eerder regel dan uitzondering en dat is zorgelijk aangezien deze hypes in strijd zijn met alle standaarden van het vak. Ze mobiliseren niet alleen de bevolking, maar ook instituties en dan met name de politiek. De media zelf zijn bij het ontstaan van dergelijke hypes aanjager en spelen een actieve rol in de maatschappelijke ontwikkeling van een onderwerp.

Een oplossing voor de problemen die ontstaan in de huidige werkwijze kan gezocht worden in een transparante werkwijze. Al in 2003 wordt in het rapport Medialogica meer publieke verantwoording van de journalistiek aanbevolen, ‘om tegenwicht te bieden tegen deze negatieve gevolgen’. In 2008 wordt een transparante werkwijze onderdeel van de journalistieke code van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren. Maar anno 2012 concludeert Harmen Groenhart dat er van een transparante werkwijze bij nieuwsmedia nog nauwelijks sprake is.

En dat terwijl transparantie een hoop kan opleveren; het biedt de nieuwsgebruiker handvatten. De journalist legt bijvoorbeeld de gekozen invalshoek, gebruikte bronnen en het belang van het onderwerp uit. Hierdoor is de nieuwsgebruiker beter in staat de berichtgeving in een context te plaatsen en op waarde te schatten. Daarnaast schept transparantie vertrouwen van de nieuwsgebruiker in het medium en wordt het voeren van een dialoog tussen medium en nieuwsgebruiker mogelijk.
Een transparante werkwijze vereist zelfkritiek en zelfreflectie van de journalist. De journalist moet over zijn keuzes hebben nagedacht en dat kunnen beargumenteren. Het dwingt de journalist tot correct handelen, tot weldoordachte berichtgeving.
De journalistiek, het medium, kan best een richting aangeven, zolang dat onderbouwd wordt. Wat maakt jou als medium het kiezen waard, waarin maak je het verschil en waarom? Wellicht ontstaat er door een duidelijke stempel ook wel een heterogene journalistiek.

Alle antwoorden en oplossingen heb ik niet. Maar aanbevelingen kan ik wel doen. Voor de praktijk en voor het beroepsonderwijs. De journalistiek zou bijvoorbeeld onderdeel kunnen uitmaken van de berichtgeving. Net zoals cultuur een apart gedeelte of katern heeft in de krant kan dezelfde aandacht geschonken worden aan journalistieke –al dan niet problematische- situaties. En voor het beroepsonderwijs valt ook nog een en ander te winnen. Al op de opleiding moeten studenten leren hoe zij transparant moeten werken, hoe zij verantwoording kunnen afleggen. Door bijvoorbeeld bij alles wat ingeleverd wordt een toelichting te geven; waarom deze interviewkandidaat, waarom deze opbouw, deze vragen, welke keuzes liggen aan deze productie ten grondslag? Het leert de student om weloverwogen keuzes te maken, maar ook om te twijfelen en daarvoor uit te komen.

De journalistiek is een vrij beroep en behoort dat ook te zijn, maar dat betekent nog niet dat een journalist zijn goddelijke gang kan gaan, hij moet daarover verantwoording afleggen, dat is zijn plicht tegenover de samenleving. Rekenschap te geven.

Dit betoog is tot stand gekomen aan de hand van mijn bevindingen van de afgelopen vier jaar. Tijdens de opleiding journalistiek werkte ik ruim anderhalf jaar bij dagblad BN DeStem. Daarnaast deed ik werkervaring op bij het radioprogramma Met het Oog op Morgen. Naast mijn eigen ervaringen is dit betoog gebaseerd op een literatuurstudie.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingCommunicatie
AfdelingFontys Hogeschool Communicatie
Fontys Hogeschool Journalistiek
Datum2014-03-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk