Profileringsproject: het opzetten van een Competentiemodel voor groepsleidsters Citykids
Profileringsproject: het opzetten van een Competentiemodel voor groepsleidsters Citykids
Samenvatting
De uitkomsten van het literatuur- en praktijkonderzoek geven antwoord op de centrale onderzoeksvraag "Welke invulling moet een competentiemodel hebben voor de leidsters van Citykids, zodat het handelen van deze leidsters getoetst kan worden?"
Concluderend heb ik de volgende opsomming gemaakt van elementen die verwerkt moeten worden in de opzet van het competentiemodel voor de leidsters van Citykids. Deze elementen heb ik gevonden door middel van het uitgevoerde literatuur- en praktijkonderzoek. Dit zijn de elementen die verwerkt zijn zodat het handelen van de leidsters van Citykids getoetst kan worden:
Competenties moeten bestaan uit positieve gedragingen en mogen geen negatieve gedragingen bevatten. Competenties meten het gedrag wat de groepsleidster laat zien en niet wat deze verkeerd doet. Vanuit dit gegeven kan worden gezegd dat de huidige competenties van Citykids niet voldoen aan de eisen van competenties. Binnen deze competenties worden namelijk wel negatieve gedragingen vernoemd.
De competenties moeten uitgewerkt worden in gedragsindicatoren, zodat iedere locatiemanager dezelfde interpretatie van de competentie heeft. Ook hebben de leidsters een duidelijk beeld waarop ze beoordeeld worden. Deze beide gegevens kwamen naar voren tijdens het praktijkonderzoek.
De volgende onderdelen moeten gekoppeld worden aan een competentie, om aan te sluiten bij de visie van Citykids: de ontwikkeling van het kind, ieder kind als individu zien, omgang met ouders, beleidsmatig werken, creativiteit en de omgang van leidsters met elkaar. Zo kan het competentiemodel aansluiten bij het kindbeeld van de instelling.
Om de beoordeling helemaal compleet te maken, moeten er een aantal onderdelen buiten het competentiemodel beoordeeld worden. Het gaat er hier om of de Gordon cursus, VVE cursus, EHBO cursus en/of de BHV cursus is gevolgd.
De huidige competenties van Citykids ( zie hoofdstuk huidige beoordelingsysteem) moeten gekoppeld worden aan andere competenties om ze concreter te maken. Ze zijn nu te groot, waardoor ze moeilijk te beoordelen zijn. Om de competenties onder te verdelen in andere en meerdere competenties, is het gemakkelijker om de competenties te beoordelen.
Om aan de eisen te voldoen van de CAO en de GGD, moeten de resultaatgebieden van de CAO, ook wel taken van een leidster genoemd, worden beoordeeld. De taken van de leidster zijn gekoppeld naar gedragsindicatoren en competenties, zodat deze beoordeeld kunnen worden via het competentiemodel.
De volgende gedragingen moeten verwerkt worden in competenties: inlevingsvermogen, enthousiasme en verantwoordelijkheid Dit is omdat zij als belangrijkste worden aangegeven door de leidsters. Zij zijn op de hoogte van wat er belangrijk is op de werkvloer en dit geeft een duidelijke meerwaarde aan het competentiemodel.
De taken van een leidster bestaan uit: het verzorgen van kinderen, veiligheid bieden voor het kind en oudergesprekken. Deze zal ik door middel van mijn competentiemodel moeten beoordelen.
Ter beoordeling moet er gebruikt worden gemaakt van een puntenschaal. Deze puntenschaal moet bestaan uit beoordelingsfactoren die door de leidsters niet als aanvallend kunnen worden beschouwd. Zoals 'behoeft verbetering' in plaats van 'slecht'. Dit heb ik teruggevonden in de literatuur van den Broek (2000)
Deze elementen zijn verwerkt in mijn competentiemodel, zodat deze voldoet aan de bijdrage van de groepsleidsters, de eisen van de instelling en die van de gevonden literatuur. Middels dit onderzoek heb ik een duidelijk beeld kunnen scheppen aan welke eisen een competentiemodel moet voldoen, maar ook waaruit de taken van een groepsleidster bestaat.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2009 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |