De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

MRI diffusie-onderzoek lumbale wervelkolom: invloed van b-waarde op beeldkwaliteit en kwantificatie van maligne en benigne fracturen

Rechten: Alle rechten voorbehouden

MRI diffusie-onderzoek lumbale wervelkolom: invloed van b-waarde op beeldkwaliteit en kwantificatie van maligne en benigne fracturen

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Inleiding
Het doel van deze studie is om voor het MR Diffusion Weighted Imaging (DWI) onderzoek van de lumbale wervelkolom binnen het Máxima Medisch Centrum een b-waarde te bepalen waarmee onderscheid gemaakt kan worden tussen fracturen (maligne versus acuut benigne) en normaal beenmergweefsel.
Methode
Op de 1,5T-MRI-Philips-MR-Achieva werden honderd patiënten gescand, waarvan vijf met maligniteiten en drie met acute benigne fracturen. Extra DWI-opnames met b=200 en b=300 s/mm2 werden uitgevoerd en vergeleken met de referentie b-waarde van 400 s/mm2. Kwantitatieve metingen van signaalintensiteit (SI), signaal-ruisverhouding (SNR) en contrast-ruisverhouding (CNR) werden statistisch getoetst met gepaarde t-toetsen. De Apparent Diffusion Coefficient (ADC) van normaal beenmerg werd vergeleken met maligne en benigne fracturen, waarna met een Mann-Whitney U-toets werd bepaald of verschillen significant waren. Daarnaast vond een kwalitatieve beoordeling plaats door twee radiologen.
Resultaten
Tussen de DWI-afbeeldingen van b=200, b=300 en b=400 s/mm2 werden geen significante verschillen gevonden voor de SNR. De CNR voor maligne en benigne fracturen was bij lage b-waarden groter dan bij hoge b-waarden. Voor een b-waarde van 200 s/mm2 werd een significant verschil gevonden tussen SI van normaal beenmerg en maligne fracturen. Op de ADC-map scoorden de maligne fracturen voor alle b-waarden significant hogere ADC-waarden dan normaal beenmerg. Acute benigne fracturen scoorden hogere ADC-waarden dan maligne fracturen. Bij een b-waarde van 200 s/mm2 was dit verschil het grootst. Uit kwalitatieve analyse van radiologen volgde geen verschil in de beoordeelde beeldkwaliteit tussen de b-waarden. De afbeeldingen bleken van onvoldoende beeldkwaliteit om een correcte diagnose te kunnen stellen.
Conclusie
De DWI-opname met een b-waarde van 200 s/mm2 levert het beste resultaat voor de CNR, waarbij verschillen in ADC-waarde tussen maligne en benigne fracturen het grootst lijken. Echter zijn de DWI-afbeeldingen en ADC-map voor alle b-waarden van onvoldoende kwaliteit om onderscheid te maken tussen maligne en benigne fracturen. Aanbevolen wordt om het onderzoek met de TSE-techniek opnieuw uit te voeren.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMBRT
AfdelingFontys Paramedische Hogeschool
Jaar2016
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk