'Woordenschatuitbreiding voor meertaligen in groep 1/2': een onderzoek naar mogelijkheden voor implementatie van onbekende woorden in Veilig leren lezen
'Woordenschatuitbreiding voor meertaligen in groep 1/2': een onderzoek naar mogelijkheden voor implementatie van onbekende woorden in Veilig leren lezen
Samenvatting
Taalzwakke meertalige leerlingen op onze school leren in groep 3 technisch lezen met veel woorden waar ze de betekenis niet van kennen. Begrijpend kunnen lezen is een van de peilers van schoolsucces. Hoe meer je leest, hoe groter je woordenschat wordt en hoe beter je begrijpt wat je leest. Meertalige kinderen die met een kleine woordenschat op de basisschool komen, halen die achterstand moeilijk in. Hun onderwijskansen blijven daardoor beperkt. Met uitbreiding van hun receptieve woordenschat met de onbekende woorden uit de leesmethode Veilig leren lezen (VLL) begrijpen ze wat ze lezen. Lezen (leren) wordt interessant omdat ze het begrijpen. Daarom is mijn probleemstelling: Hoe kunnen leerkrachten en remedial teacher in groep 1/2 onbekende woorden uit de leesmethode het beste aanleren aan de zwakste meertalige leerlingen.
Hiervoor heb ik drie deelonderzoeken uitgevoerd: een casestudy voor woordenschatuitbreiding door de remedial teacher, een kwalitatief naar kenmerken van (woordenschat)onderwijs en een ontwerpgericht onderzoek naar onbekende woorden in de leesmethode. Hiervoor vergeleek ik woordenschat in de taalmethode van groep 1/2 met de woorden in het eerste kwart van VLL en onderwerp de woordenlijst aan verschillende selectiecriteria. Ik start met de casestudy en het implementeren (woorden aanleren voor woordherkenning) van enkele woorden in drie sessies met de drie taalzwakste kleuters. Ik evalueer het proces en de resultaten.
Verder deed ik kwalitatief onderzoek met observatie en interview in groep 1/2 om onderwijskenmerken in beeld te brengen. Uit onderzoek blijkt dat kenmerken van goed onderwijs aanwezig zijn alsook de interactievaardigheden bij de leerkracht. Uitzondering vormt het werken in grote kring: woordenschatverwerving is hierin veel moeilijker te realiseren.
Aanbevelingen:
Woordselectie: onbekende woorden verdelen over de thema's van de taalmethode, en als remedial teaching op thema's aansluiten.
Viertakt is de woordleermethode: ook systematisch controleren (de laatste fase)
Aanpassing van de groepsgrootte tot maximaal 5 kinderen in een woordleergroepje. Selectiecriteria: 1. woordenschat en taalvaardigheid, daarna pas 2. sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Extra aandacht voor woordenschatuitbreiding van alle taalzwakke meertalige kinderen, samen met de taalzwaksten.
Registreren van woordenschatontwikkeling van kleuters: bijhouden van aangeleerde woorden met hun betekenis, zodat volgende groepen daarop kunnen voortbouwen.
Verlies van leertijd tot een minimum beperken: woordenschatuitbreiding steeds koppelen aan bijzondere situaties als feestdagen en schoolbrede projecten.
De werkzaamheden van de remedial teacher zijn divers omdat hierbij verschillende competenties worden ingezet: in samenwerking met leerkrachten, (ortho)didactische, orthopedagogische, organisatorische en reflectieve.
Meer woorden aanleren Meertaligen in groep 1/2 krijgen minder woorden aangeboden dan wenselijk is om hun woordenschatachterstand in te halen. Nu is het woordaanbod in groep 1/2 jaarlijks (minimaal): 500 woorden (met zes van de achttien thema's van de taalmethode) en 750 met negen thema's per jaar. Altijd ontoereikend omdat meertaligen totaal 2000 nieuwe woorden per jaar zouden moeten aanleren. Ik adviseer om hiervoor een structurele oplossing te zoeken. Verder mag woordenschatverwerving in de hele school een speerpunt zijn zodat begrijpend lezen een stap dichterbij komt en daarmee ook schoolsucces.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2010 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |