De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Context concept vragen.

Leerlingen helpen beter te scoren bij het beantwoorden van contextrijke vragen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Context concept vragen.

Leerlingen helpen beter te scoren bij het beantwoorden van contextrijke vragen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Al enkele jaren krijg ik als docent regelmatig opmerkingen van 5 havo leerlingen over contextrijke opdrachten. Deze opdrachten worden door mijn leerlingen als moeilijk ervaren en hier wordt slecht op gescoord tijdens tentamens. Om te onderzoeken waarom leerlingen zo slecht scoren op contextrijke vragen, is gekeken naar de lesmethode en de lessen welke momenteel gebruikt worden op 5 havo. Verder is ook onderzocht hoeveel contextrijke opgaven er daadwerkelijk in het eindexamen van 2017-I en 2018-I terug kwamen, zodat het einddoel waar de leerlingen naartoe werken duidelijk is. Dit bleek in het eindexamen 2017-I 37% van het totaal aantal punten te zijn en bij het eindexamen 2018-I 30% van het totaal aantal te behalen punten.
Uit de literatuur blijkt dat er verschillende soorten contexten zijn namelijk:
- Leefwereldcontext
- Beroepscontext
- Wetenschappelijke context
Hierbij worden leefwereldcontexten als de gemakkelijkste contexten ervaren, omdat deze het dichtste staan bij de leefwereld van de leerlingen. In de twee onderzochte eindexamens bleek ook dat leefwereldcontexten het meeste gebruikt worden. Met 61% van de totaal aantal punten voor contextrijke vragen bij het examen 2017-I en 48% van het totaal aantal punten voor contextrijke vragen bij het examen 2018-I.
Verder worden de contextrijke opdrachten, na een vergelijking tussen taxonomieën, ook ingedeeld op de orde van denken volgens de taxonomie van Bloom. Dit om inzicht te krijgen in wat voor vragen de leerlingen kunnen verwachten bij de verschillende soorten contexten. Hieruit bleek dat bij het eindexamen voornamelijk de lagere denkorde vragen gesteld worden bij de contextrijke opdrachten, namelijk 71% van de contextrijke vragen in 2017-I en 56% in 2018-I. Als er hogere denkorde vragen gesteld worden, is dit voornamelijk bij leefwereld en beroepscontexten.
Nader onderzoek naar de gebruikte lesmethode, Chemie, gaf als resultaat dat er erg weinig training wordt gegeven vanuit de lesmethode, 6 van de 64 vragen in hoofdstuk 11 en 4 van de 59 vragen in hoofdstuk 12. Als er al contextrijke vragen worden aangeboden, zijn dit vaak hogere denkorde vragen, waardoor het niet aansluit bij het eindexamen.
Ook de lessen bereiden de leerlingen onvoldoende voor op de contextrijke eindexamenvragen. Er wordt in ongeveer de helft van de lessen aandacht besteed aan contextrijke vragen, waarbij ook de verschillende soorten contexten aan bod komen, maar er worden bijna uitsluitend lagere denkorde vragen geoefend. Hierdoor zit er geen opbouw in voor de leerlingen, iets wat wel nodig is om het beantwoorden van deze vragen onder de knie te krijgen.
Uiteindelijk zijn leerlingen gevraagd contextrijke opdrachten te maken. De antwoorden zijn beoordeeld aan de hand van de ABCD-methode en hieruit bleek dat zodra de leerlingen een context zien, de meerderheid ineens geen antwoord meer geeft. Door twee leerlingen contextrijke vragen te maken met behulp van de hardopdenkmethode is gebleken dat zij vooral vast lopen bij het vormen van een beeld van de vraag. De leerlingen kunnen niet verwoorden wat er van hen gevraagd wordt en wat ze hiervoor voor informatieve uit de context nodig hebben.
Als conclusie kan worden gesteld dat de leerlingen behoefte hebben aan training op het gebied van het snappen van wat er gevraagd wordt bij een contextrijke vraag.
Als aanbeveling om leerlingen te leren omgaan met contextrijke vragen is belangrijk dat de docent begint met het introduceren van leefwereldcontexten gecombineerd met lage denkorde vragen. Dit moet langzaamaan uitgebreid worden naar beroepscontexten en wetenschappelijke contexten. Ook de moeilijkheid van de vragen zal geleidelijk aan opgevoerd moeten worden. Door het vaak herhalen van dit soort vraagstukken zullen leerlingen geleidelijk aan beter worden in het beantwoorden ervan.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingLeraar Scheikunde
AfdelingFontys Lerarenopleiding Tilburg
Datum2019-05-15
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk