De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Ieder kind is uniek: hoe ervaren leerlingen het werken met coöperatieve werkvormen?

Ieder kind is uniek: hoe ervaren leerlingen het werken met coöperatieve werkvormen?

Samenvatting

'Dit onderzoeksverslag heb ik gemaakt in het kader van de opleiding Intern begeleider. De opleiding is een HBO Master SEN (Special Education Needs). Het praktijkonderzoek heb ik uitgevoerd op basisschool De Schrank te Ospel waar ik werkzaam ben als leerkracht van groep 5. In mijn meesterstuk heb ik met behulp van literatuurstudie en een onderzoek het antwoord gezocht op mijn probleemstelling: "Hoe ervaren de kinderen van groep 5 het werken met de ingezette coöperatieve werkvormen?" In dit onderzoek wordt nagegaan hoe de leerlingen van de groepen 5 van basisschool De Schrank te Ospel het werken met coöperatieve werkvormen ervaren. Tijdens de praktijk merkte ik namelijk dat niet alle leerlingen daar hetzelfde over denken. In hoofdstuk één wil ik laten zien wat mijn aanleiding tot dit onderzoek is en wat de daadwerkelijke probleemstelling is waarmee ik aan de slag wil gaan en waar ik onderzoek naar wil verrichten. In hoofdstuk twee geef ik een theoretische onderbouwing. Kort wordt verteld wat coöperatief leren is en wordt er een beeld geschept van de leerlingen die in de groepen 5 van basisschool de schrank zitten. In deze groepen zitten ook enkele zorgleerlingen. Ik ga in dit hoofdstuk voornamelijk in op de theoretische kant van de gediagnosticeerde stoornissen. In hoofdstuk drie wordt uiteen gezet hoe mijn onderzoek is opgebouwd. Denk hierbij aan onderwerpen als welke onderzoeksvorm ik gekozen heb, hoe ik mijn data ga verzamelen, welke middelen gebruik ik daarbij enz. Ook vertel ik hoe ik om wil gaan met triangulatie, ethiek en validiteit. De uitkomsten van mijn onderzoek die door middel van vragenlijsten en observaties tot stand zijn gekomen zijn terug te vinden in hoofdstuk vier. De conclusies van mijn onderzoek worden in hoofdstuk vijf beschreven. Welke koppeling heb ik gemaakt tussen de theorie en de praktijk?
In het laatste hoofdstuk van dit meesterstuk wil ik laten zien hoe ik het ervaren heb om een onderzoek uit te voeren en wat het onderzoek voor mij betekend heeft. Het is de bedoeling dat het team naderhand volledig ingelicht wordt over mijn bevindingen van het onderzoek. We zijn namelijk allemaal met coöperatief leren bezig en ik vind het belangrijk dat we als team op één lijn liggen met het aanbieden van deze werkvormen. De belangrijkste bevindingen die ik tijdens dit onderzoek ontdekt heb, zal ik hieronder op een rijtje zetten: Voorop staat dat elk kind uniek is en dat er per situatie bekeken moet worden wat wenselijk en wat haalbaar is. De leerkracht beslist wanneer coöperatieve activiteiten een meerwaarde hebben. Voor alle leerlingen is een veilig en pedagogisch klimaat de basis. Zorg als leerkracht dat dit klimaat aanwezig is. De leerkracht dient een duidelijke maar korte opdracht uit te delen/instructie te geven waar alle leerlingen meteen mee aan de slag kunnen. De werkvormen moeten bij de leerlingen bekend zijn zodat ze er vertrouwd mee zijn. Een vereiste voor de werkvorm samen nakijken en rondje is dat de leerlingen op hetzelfde niveau moeten kunnen werken zodat ze op hetzelfde werktempo kunnen werken. Het prettigst zou zijn wanneer er tijdens het werken met de werkvorm rondje in één groepje allemaal leerlingen zitten met dezelfde onderwijsbehoeften en hetzelfde niveau. Met deze onderzoeksresultaten wil ik het mogelijk maken dat alle teamleden van basisschool De Schrank de werkvormen van coöperatief leren zodanig aanpassen dat alle leerlingen in hun klas zich er prettig bij voelen.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Jaar2010
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk