De vertaalcirkel in de rekenles
werken aan een beter begrip van de bewerkingen en strategieën en een beter voorstellingsvermogen bij contextsommenDe vertaalcirkel in de rekenles
werken aan een beter begrip van de bewerkingen en strategieën en een beter voorstellingsvermogen bij contextsommenSamenvatting
Op reguliere basisschool X. wordt gewerkt met de methode de Wereld in Getallen (WIG) (versie 4, 2009). Gedurende de bespreking van de resultaten van de citotoetsen uit het leerlingvolgsysteem komen de leerkrachten tot de conclusie dat de verschillen in niveaus van handelen en begrip (van Groenestijn, Borghouts, & Janssen, 2011) binnen zowel de basisgroep als de intensiefgroep groot zijn. Een goede context staat aan de basis van het leren rekenen en helpt het kinderen structuren te ontdekken en richting te geven aan het rekenproces, aldus van Vugt en Wösten (2013) Met van Groenestijn, Borghouts en Janssen (2011) is de onderzoeker van mening dat in het onderwijs te weinig tijd wordt besteed aan de ontwikkeling van een probleemoplossende aanpak waardoor het maken van contextopgaven, zoals de cito-opgaven, voor veel leerlingen een struikelblok vormen. De vertaalcirkel (Borghouts, 2011) is een didactisch hulpmiddel om te werken aan een beter begrip van de bewerking en strategieën en een beter voorstellingsvermogen bij contextsommen. Dit heeft geleid tot het stellen van de hoofdonderzoeksvraag: Welke winst levert de inzet van de vertaalcirkel in de basisinstructie op in het versterken van de rekenresultaten bij de leerlingen van groep 5.1 en 5.2 van basisschool X. die nu een IV en V score behalen op de Cito van midden groep 5? Dit onderzoek beoogt een verbetering van de rekenles en rekenvaardigheden van de leerlingen op basisschool X. De onderzoeksgroep bestaat uit de twee jaargroepen, 5.1 (22 leerlingen) en 5.2 (28 leerlingen) en hun leerkrachten. In de voorbereidende fase gaat de onderzoeker na wat de stand van zaken is met betrekking tot de leerkrachten voorafgaand aan de interventie, middels een gestructureerde observatie (De Lange et al., 2011) met kijkwijzer en een semigestructureerd interview (De Lange et al., 2011). Vervolgens maken beide groepen leerlingen een nulmeting, waarin twintig rekenwiskundige problemen aan bod komen, te weten deel-geheel problemen, voor-na problemen of vergelijkingsproblemen (Boonen en Houben, 2015). Bij zes leerlingen uit beide groepen wordt met behulp van rekengesprekken de beginsituatie van de rekenvaardigheid ten aanzien van betekenisverlening aan deze rekenwiskundige problemen onderzocht. Tijdens de onderzoeksfase, waarin de vertaalcirkel (Borghouts, 2011) klassikaal wordt ingezet, komen gedurende zes weken de verschillende rekenwiskundige problemen willekeurig aan bod. In de afsluitende fase vindt er wederom een gestructureerde observatie en een semigestructureerd interview (De Lange et al., 2011) plaats met de leerkrachten. Vervolgens vindt de controlemeting bij de leerlingen plaats, waarbij de leerlingen wederom de drie verschillende rekenwiskundige problemen aangeboden krijgen. Concluderend kan gesteld worden dat de interventie met de vertaalcirkel voor de groep zwak heeft geleid tot het verbeteren van de eindresultaten bij de opgaven voor-na. Met Borghouts (2011) zie ik binnen de rekengesprekken 2 dat het toepassen van de vertaalcirkel er toe heeft geleid dat leerlingen uit de groep zwak een beter begrip van de bewerkingen en strategieën en een beter voorstellingsvermogen hebben gekregen bij de deel-geheel opgaven. Resultaten laten echter (nog) een ander beeld zien.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Master Educational Needs |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Datum | 2017-06 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |