Samenvatting

In de onderwijspsychologische theorievorming rond motivationele processen bij het leren, is de laatste tijd een sterke verschuiving opgetreden, van extrinsieke naar intrinsieke motivatietheorieën (Leraar24, 2013). Meerdere scholen uit de stichting waartoe de onderzoeksschool behoort, merken aan de leerlingen dat ze minder intrinsiek gemotiveerd zijn.

Het probleem van de onderzoeksschool is dat het gewenste effect op het gebied van intrinsieke motivatie bevordering met betrekking tot kindgesprekken uitblijft.

Dit onderzoek was gericht op de wijze waarop de leerkrachten van de onderzoeksschool de kindgesprekken vormgeven, met als doel zicht te krijgen op dat wat nodig is om de effectiviteit van de kindgesprekken met betrekking tot intrinsieke motivatie te vergroten. De onderzoeksvraag is dan ook: Op welke wijze communiceren de groepsleerkrachten van de onderzoeksschool in het motivatiegerichte kindgesprek?

De twee kernbegrippen, gespreksvaardigheden en motivatiegerelateerde elementen, stonden centraal dit onderzoek en zijn middels een beschrijvend en evaluerend onderzoek nader onderzocht. Observaties en interviews zorgden voor de dataverzameling.

De conclusies zijn, dat de leerkrachten veel gesloten vragen stellen, niet alle stappen van gespreksvoering toepassen en wel motivatiegerelateerde elementen toepassen, maar deze zo niet kunnen koppelen aan theorie.

Een aanbeveling is het opstellen van een format voor de voorbereiding van kindgesprekken, dat tevens als leidraad kan dienen bij de voering van de gesprekken. Een andere aanbeveling is een aanbeveling om de filmpjes terug te kijken met het team en te kijken naar de formulering van de vragen.

Verder is een aanbeveling dat de leerkrachten zich verdiepen in de verschillende motivatietheorieën en de elementen die daarbij horen.