Inspelen op leerstijlen met behulp van het digibord
Inspelen op leerstijlen met behulp van het digibord
Samenvatting
Het aantal digiborden is de laatste jaren sterk toegenomen, maar de leerkrachten die met deze borden werken zijn hier nauwelijks in geschoold (Kennisnet, 2011). Daarnaast is er weinig literatuur over dit onderwerp, wat het voor mij juist interessant heeft gemaakt om hier mijn onderzoek op te richten. In dit onderzoek staan de VAK leerstijltheorie van Bandler en Grindler (1976), met daaraan gekoppeld digibordvaardigheden, centraal. In hoofdstuk 1 is het doel en de relevantie van dit onderzoek beschreven. Het doel van mijn onderzoek is het in kaart brengen hoe ik het gebruik van het digibord het best kan laten aansluiten op de aanwezige leerstijlen in mijn klas. Hiermee wil ik bereiken dat met behulp van het digibord succesvol kan worden ingespeeld op de behoeften van leerlingen met diverse leerstijlen. Tevens is in dit hoofdstuk de onderzoeksvraag tot stand gekomen: Hoe kan ik, gebruikmakend van het digitale schoolbord, inspelen op de diverse leerstijlen van de leerlingen van groep 7 van school X? Om mijn kennis op dit vlak te vergroten, heb ik literatuuronderzoek verricht, waarvan verslag wordt gedaan in hoofdstuk 2. Ik heb diverse leerstijltheorieën onderzocht, de VAK leerstijltheorie (Bandler & Grindler, 1976) is uiteindelijk de basis van dit onderzoek geworden. Daarnaast is theorie bestudeerd over digiborden. Kennisnet (2011) heeft een lijst samengesteld van diverse niveaus van leerkrachtvaardigheden met betrekking tot digibordgebruik. Deze vaardigheden worden in het theoretisch kader uitgewerkt. In hoofdstuk 3 wordt de onderzoeksmethodologie beschreven. Dit praktijkonderzoek is opgezet als een ontwerpgericht onderzoek (Harinck, 2010). Tijdens dit onderzoek komen een drietal waarnemingsmethodieken aan bod: lezen, meten en bevragen. Er wordt bekeken welke leerstijlen er bij de leerlingen en mijzelf (leerkracht K) aanwezig zijn. Met behulp van de vragenlijst "VAK leerstijlentest" (Conner, 2008), worden zij bevraagd. Daarnaast wordt onderzocht welke digibordvaardigheden er zijn en welke vaardigheden leerkracht K al beheerst. Dit wordt gedaan door leerkracht K te bevragen aan de hand van de "Kijkwijzer digitale schoolborden" (Kennisnet, 2008). Met behulp van de theorie, worden de leerstijlentest en de kijkwijzer met elkaar verbonden. Aan de drie leerstijlen; visueel, auditief en kinesthetisch, worden items uit de lijst leerkrachtvaardigheden digibord gekoppeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de theorie welke in hoofdstuk 2 is beschreven. In hoofdstuk 4 volgt de datapresentatie en data-analyse. Mijn leerstijl is duidelijk visueel. Kijkend naar de leerlingen zie ik dat tien leerlingen ook de visuele leerstijl als voorkeursleerstijl hebben. Daartegenover staat dat ik het laagst scoor op de kinesthetische leerstijl, terwijl er maar liefst acht leerlingen binnen mijn groep aangeven dat dit hun voorkeursleerstijl is. Uit de "Kijkwijzer digitale vaardigheden" (Kennisnet, 2008) blijkt dat ik op het gebied van ICT en digibord al erg vaardig ben, behalve op het onderdeel "Klassenmanagement en pedagogiek". Tijdens de analyse van de kijkwijzer komt naar voren dat het digibord in mijn klas vooral door mij of op mijn aanwijzen door de leerlingen wordt gebruikt. De leerlingen weten wel hoe het bord bediend dient te worden en zijn ook al erg vaardig met de computer. Uit de analyse van de kijkwijzer blijkt dat de leerlingen getypeerd kunnen worden als gevorderde gebruikers. Als ik dit koppel aan het onderdeel "Klassenmanagement en pedagogiek" laat ik de leerlingen dus te weinig zelf ontdekkend werken met het digibord. In hoofdstuk 5 zijn de conclusies geformuleerd en is de onderzoeksvraag beantwoord. Het is van belang om in iedere les te zorgen dat van iedere leerstijl elementen aan bod komen, omdat op die manier aan de behoeften van ieder kind kan worden voldaan. De visueel ingestelde leerlingen zullen behoefte hebben aan het zien van tekst en plaatjes. Daarnaast is het belangrijk dat het digibord gebruikt wordt om op te schrijven. Het digibord kan ook prima fungeren als vergroot scherm waarop instructiefilmpjes en andere media getoond kunnen worden. Leerlingen die een voorkeur hebben voor de auditieve leerstijl zullen gebaat zijn bij een auditieve ondersteuning. De leerkracht zal moeten zorgen dat zijn/haar handelingen met het digibord worden verwoord. Kinesthetisch ingestelde leerlingen zullen profijt hebben van het kunnen werken met het digibord. Deze leerlingen leren door te ervaren en te doen. Door deze leerlingen zelf met het bord te laten werken, kunnen zij ontdekkend leren. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 het verloop van dit onderzoek geëvalueerd. Omdat ik gericht ben op resultaat werk ik graag naar een doel toe. De literatuurstudie over leerstijlen en digibordvaargigheden heeft me moeite gekost. Het schrijven van hoofdstuk 2 heeft dan ook veel tijd in beslag genomen. Het zakelijk en concreet formuleren van dit onderzoek heb ik in het begin als lastig ervaren. Hiervan heb ik veel geleerd tijdens het onderzoek. Door het schrijven en herschrijven is mijn tekst steeds verbeterd. Dit onderzoek heeft voor mij als leerkracht opgebracht dat ik het bestuderen van literatuur om kan zetten tot een succesvol plan van aanpak. Als leerkracht wil ik het beste uit mezelf en de leerlingen halen, dit onderzoek heeft bewezen dat ik het kan. Aangezien de leerlingen de belangrijkste factor zijn in het onderwijs is het van belang dat zij allemaal kunnen profiteren van de behaalde opbrengsten
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |