Samenvatting

Achtergrond: Plantaire hielpijn (PHP) is een veel voorkomende voetklacht waardoor er beperkingen ontstaan tijdens activiteiten in het dagelijkse leven en tijdens recreatieve activiteiten. Er zijn verschillende behandelmethodes om PHP te verhelpen, bijvoorbeeld zooltherapie. Een voetzoolorthese is een conservatieve behandeling binnen podotherapie en bestaat uit verschillende elementen en materialen. Tijdens het behandelen van PHP met een voetzoolorthese, wordt er vaak gebruik gemaakt van schokdemping onder de hiel. De mogelijkheid van een materiaal om schokken te dempen is afhankelijk van het visceuze en het elastische gedrag van een materiaal, het is daarom van belang om de juiste verhouding te kiezen. Materiaal keuze binnen de podotherapie kunnen per therapeut verschillen. In een hakverhoging of ascendens posterior element (AsP) worden harde materialen zoals bijvoorbeeld Thermofix (TF) vaak gebruikt om beenlengteverschillen te corrigeren. Zachte materialen worden in de vorm van een AsP gebruikt met als doel de schokken te dempen (PPT). In dit onderzoek worden de schokdempende eigenschappen van deze twee veelgebruikte materialen vergeleken, om zo een advies te kunnen geven aan podotherapeuten omtrent de materiaalkeuze, wanneer zij schokken willen dempen onder de hiel. Dit leidt tot de onderzoeksvraag: In hoeverre verlaagt 5 mm van het materiaal PPT de verticale piekdrukken in vergelijking tot 5 mm van het materiaal TF?
Methode: Dit onderzoek was een kwantitatief experimenteel meetonderzoek, waarbij het verschil in schokdemping tussen PPT en TF materiaal als een AsP element onder de hiel werd gemeten. Er namen 25 gezonde proefpersonen deel aan dit onderzoek. Metingen werden in drie verschillende condities uitgevoerd. Blootvoets meting (nulmeting), meting met 5 mm PPT AsP en 5 mm TF AsP. Met behulp van Emed x400 drukmeetplatform werden de piekdrukken onder de voet gemeten. De drukwaardes onder de voet werden onderverdeeld in verschillende regio´s (masks). Met behulp van SPSS werden de drukwaardes tussen de drie verschillende condities voor de achtervoet en voorvoet onderling met elkaar vergeleken.
Resultaten: Uit het meetonderzoek blijkt dat er een significant verschil aanwezig is tussen de drie condities voor de achtervoet (p < 0,001). Er kwam naar voren dat er bij lopen met een PPT AsP significant minder piekdruk werd geconstateerd dan bij lopen op blote voeten (p = 0,019) of op 5 mm TF AsP (p < 0,001). Er zijn geen significante verschillen waargenomen bij de drie verschillende condities voor de voorvoet (p = 0,059).
Conclusie: Er kan geconcludeerd worden dat PPT de piekdruk significant vermindert in tegenstelling tot TF. Ook kan de conclusie getrokken worden dat er geen toename van druk ontstaat onder de voorvoet bij een hakverhoging van 5 mm PPT of TF